Uitspraak Nº 16/05243. Hoge Raad, 2018-03-02

ECLIECLI:NL:HR:2018:300
Docket Number16/05243
Date02 Marzo 2018

2 maart 2018

Eerste Kamer

16/05243

TT/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

de vereniging BOVAG,
gevestigd te Bunnik,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. S.F. Sagel,

t e g e n

STICHTING PENSIOENFONDS METAAL EN TECHNIEK,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. P.S. Kamminga.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Bovag en PMT.

1 Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de arresten opgrond van art. 329 Rv in de zaak 200.174.367 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2015 en 17 mei 2016.

Het arrest van het gerechtshof van 17 mei 2016 is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het gerechtshof van 17 mei 2016 heeft Bovag beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

PMT heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. Voor Bovag is de zaak mede toegelicht door mrs. J.T. van der Kroon en J. van de Velden, en voor PMT mede door mr. E. Lutjens.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.

De advocaat van Bovag heeft bij brief van 10 november 2017 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel
3.1

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) PMT is het bedrijfstakpensioenfonds voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. De bedrijfstak bestaat uit verschillende sectoren, waaronder de sector Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (hierna: de sector MvT). Deelneming in PMT is voor de gehele bedrijfstak Metaal en Techniek verplicht gesteld op grond van art. 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna: Wet Bpf 2000).

(ii) Bovag is een werkgeversvereniging binnen de sector MvT.

(iii) De cao’s voor de bedrijfstak Metaal en Techniek worden gesloten door de sociale partners die samenwerken in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek (hierna: de Vakraad). Binnen de Vakraad komen ook regelingen over pensioenen tot stand.

(iv) Bovag maakt sinds 2010 geen deel meer uit van de Vakraad en onderhandelt sindsdien zelfstandig met werknemersorganisaties over een eigen cao voor de sector MvT. Deze onderhandelingen vinden plaats binnen de Stichting Bedrijfsraad.

(v) Bovag heeft op 28 januari 2013 met werknemersorganisaties een ‘Principe-akkoord in de Motorvoertuigen- en Tweewielerbranche’ (hierna: Principe-akkoord MvT) gesloten. Daarin is het volgende bepaald:

“De afspraken in dit Cao-akkoord zijn gemaakt in een periode waarin een nieuwe pensioenregeling in ontwikkeling is. Indien bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling (PMT) een verhoging van de werkgeverslasten leidt tot een afspraak over een lagere loonontwikkeling van werknemers, dan verwerken partijen in de Motorvoertuigen en Tweewielerbedrijven dit in nadere afspraken over de compensatie daarvan in de vorm van bijvoorbeeld reductie van de structurele loonsverhoging, vakantie-uren dan wel andere arbeidsvoorwaardelijke elementen. (…)”

(vi) Bovag heeft een cao gesloten voor de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2014. Daarin is onder meer bepaald dat de werkgever voor de helft van de door hem verschuldigde pensioenpremie recht van verhaal heeft op de werknemer door inhouding bij elke uitbetaling van het salaris.

(vii) PMT hanteerde een Pensioenreglement 2014 en een Uitvoeringsreglement 2014. Beide reglementen bepalen dat de werkgever het recht heeft een door het bestuur van PMT te bepalen percentage van de voor een deelnemer betaalde pensioenpremies, door inhouding bij elke uitbetaling te verhalen op de desbetreffende deelnemer.

(viii) In de Beleidsregels 2014 van PMT is bepaald dat (met ingang van 1 januari 2014) de werkgever het recht heeft om ten hoogste 36,8% van de voor de desbetreffende deelnemer te betalen premie over pensioengrondslag I, en ten hoogste 46,8% van de te betalen premie over pensioengrondslag II in te houden bij elke uitbetaling van het salaris van de deelnemer.

(ix) De Vakraad heeft het initiatief genomen voor de hiervoor onder (viii) vermelde premieverdeling. Voor Bovag was deze premieverdeling niet acceptabel. Deze verdeling hield een wijziging in van de sinds 1 april 2013 door PMT gehanteerde (en toen ook voor Bovag nog acceptabele) verdeling op grond waarvan ten hoogste 46,8% van de premie kon worden verhaald op de deelnemer.

(x) De partijen bij het hiervoor onder (v) genoemde Principe-akkoord MvT hebben afgesproken dat de oude premieverdeling toegepast zou blijven worden in de periode tussen 1 januari 2014 en 31 maart 2014. In die periode zouden partijen onderhandelen over de in dat akkoord genoemde compensatie. Deze oplossing is door PMT geaccepteerd. Het overleg tussen Bovag en de werknemersorganisaties over een nadere compensatieregeling is eind maart 2014 mislukt.

(xi) Bij brief van 22 juli 2014 heeft Bovag het bestuur van PMT verzocht rekening te houden met de belangen van Bovag bij het maken van afspraken over de pensioenpremieverdeling.

(xii) Op 25 september 2014 is in de Vakraad een ‘Principe-akkoord Pensioen voor de Techniek’ tot stand gekomen voor de bedrijfstak Metaal en Techniek.

(xiii) Bij brief van 3 november 2014 heeft Bovag het bestuur van PMT verzocht de sector MvT uit te zonderen van de standaardpremieverdeling in het (vast te stellen) pensioenreglement, de beleidsregels en de te verspreiden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT