Uitspraak Nº 16/071575-20; 09-016227-19 (TUL) (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2020-07-16

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:2777
Docket Number16/071575-20; 09-016227-19 (TUL) (P)
Date16 Julio 2020
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/071575-20; 09-016227-19 (TUL) (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 16 juli 2020

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1998] in [geboorteplaats] ,

nu gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Peel in Evertsoord.

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2020. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Rhenen.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie, mr. J.R.F. Esbir Wildeman, en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is ter terechtzitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1 op 12 oktober 2019 in Utrecht, samen met een ander, een portemonnee met inhoud van [aangever 1] heeft gestolen;

feit 2 op 12 oktober 2019 in Utrecht, samen met een ander, een geldbedrag van

[aangever 1] heeft gestolen door gebruik te maken van diens pinpas en pincode;

feit 3 op 14 oktober 2019 in Utrecht, samen met een ander, [aangever 2] heeft opgelicht;

en/of

op 14 oktober 2019 in Utrecht, samen met een ander, een pinpas en pincode van

[aangever 2] heeft gestolen;

feit 4 op 14 oktober 2019 in Utrecht en/of Weesp, samen met een ander, een geldbedrag van [aangever 2] heeft gestolen door gebruik te maken van haar pinpas en pincode;

feit 5 op 16 oktober 2019 in Utrecht, samen met een ander, een bedrag van € 360 van [aangever 3] heeft gestolen;

feit 6 op 17 september 2019 in Utrecht, samen met een ander, een kluis van

[aangever 4] heeft gestolen;

feit 7 op 9 oktober 2019 in Ouderkerk aan de Amstel, samen met een ander, heeft geprobeerd om geld en/of goederen van [aangever 5] te stelen;

feit 8 op 17 oktober 2019 in Eindhoven, samen met een ander, [aangever 6] heeft opgelicht;

en/of

op 17 oktober 2019 in Eindhoven, samen met een ander, een pinpas van

[aangever 6] heeft gestolen;

feit 9 op 17 oktober 2019 in Eindhoven en Heeze, samen met een ander, een geldbedrag van [aangever 6] heeft gestolen door gebruik te maken van diens pinpas en pincode;

feit 10 op 4 januari 2020 in Utrecht, samen met een ander, een pinpas van [aangever 7] heeft gestolen door middel van het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels;

en/of

op 4 januari 2020 in Utrecht, samen met een ander, [aangever 7] heeft opgelicht;

feit 11 op 4 januari 2020 in Utrecht en/of Weesp, samen met een ander, een geldbedrag van [aangever 7] heeft weggenomen door gebruik te maken van haar pinpas en pincode;

feit 12 op 9 maart 2020 in De Meern, samen met een ander, een portemonnee van

[aangever 8] heeft gestolen.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie acht alle aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis worden de standpunten van de officier van justitie – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in de paragrafen 4.3.2 en 4.3.3.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle aan verdachte ten laste gelegde feiten. Zijn standpunten en verweren worden eveneens besproken in de paragrafen 4.3.2 en 4.3.3.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Bewijsmiddelen

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.1

Bewijsmiddelen voor de feiten 1, 2, 3, 4, 7, 8 en 9

De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

12 oktober 2019

Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] (proces-verbaalnummer 2019305730-1), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Op 12 oktober 2019 omstreeks 10.00 uur liep ik vanuit mijn woning aan de [adres] te [woonplaats] naar de bakker. Ik ben 93 jaar oud. Als ik dan bij de bakker ben betaal ik mijn boodschappen contant. Omstreeks 10.40 uur kwam ik bij mijn woning. Ik liep de hal in. Ik legde mijn portemonnee op het kastje in de hal. In mijn portemonnee zaten mijn bankpas van de ING en 60 euro. Op het moment dat ik voordeur wilde sluiten zag ik twee personen staan. Ik zag dat er één vrouw over de drempel van mijn voordeur was gestapt en in mijn woning stond. Ik zag dat achter de vrouw een man stond. Ik omschrijf de vrouw als volgt:

  • -

    ongeveer 20 jaar oud;

  • -

    donkere huidskleur;

  • -

    kleiner dan 175 centimeter lang.2

Ik hoorde dat de vrouw op een agressieve toon mij vertelde dat ik te weinig geld bij de bakker had betaald. Ik hoorde dat de vrouw mij vertelde dat ik nog 1 euro extra moest afrekenen. Ik vertelde de vrouw dat ik volgende week het verschuldigde bedrag wel in de bakkerij zou afrekenen. Ik hoorde dat de man achter de vrouw vroeg of ik een papiertje had waar hij iets op kon schrijven. Ik liep naar de woonkamer. Ik ben wat slechter ter been, dus het ging niet heel snel. Ik kwam terug in de hal en toen waren de man en de vrouw verdwenen. Ik zag dat mijn portemonnee niet meer op het kastje lag waar ik hem even daarvoor had neergelegd.

Omstreeks 12.00 uur heb ik samen met mijn zoon mijn bank geraadpleegd. Ik hoorde dat de medewerker van de bank mij vertelde dat er geld van mijn rekening was gepind. De bankpas die weg is genomen en waar mee gepind is betreft: [rekeningnummer] t.a.v. [aangever 1] .3

Twee bankafschriften, als bijlagen gevoegd bij een proces-verbaal van bevindingen (proces-verbaalnummer 2019305730-6), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

[aangever 1]

[rekeningnummer]

- ING>Roelantdreef –>UTRE (…) 12-10-2019 11.08 geldautomaat – € 1.000,-4

- Rabobank Muntrollen UTRE (…) 12-10-2019 11.38 betaalautomaat – € 1.263,-5

Een proces-verbaal van omschrijving beelden (proces-verbaalnummer 2019305730), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Ten behoeve van het onderzoek heb ik camera-beelden van de pintransactie gevorderd bij de ING-bank. Op de beelden werd door mij het navolgende bevonden:6

De NN-vrouw die op 12 oktober 2019, omstreeks 11.08 uur, deze pintransactie deed omschrijf ik als een vrouw met lang donker haar in een paardenstaart. De NN-vrouw droeg een blauwe baseball cap met wit voorvlak. Ook droeg zij een zwarte jas met capuchon, roze kleurige schoenen en aan haar arm een bruine tas.7

Een proces-verbaal van omschrijving beelden (proces-verbaalnummer 2019305730), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Nadat de bewoner van de [adres] te [woonplaats] met zijn zoon contact had opgenomen met zijn ING bank bleek er onder andere met zijn pinpas gepind te zijn op 12 oktober 2019 om 11.38 uur bij de Rabobank op de Lange Viestraat te Utrecht. Voor het onderzoek naar deze pin actie zijn beelden gevorderd bij de Rabobank. Op de beelden is te zien dat een NN-vrouw gaat pinnen bij de pinautomaat. De tijd staat op 11.38 uur.

Signalement NN-vrouw:

  • -

    Normaal postuur met stevige heupen;

  • -

    Lang donker haar gedragen in een paardenstaart;

  • -

    Donkerblauwe honkbalpet met wit voorvlak;

  • -

    Zwarte jas met capuchon;

  • -

    Zwarte rok;

  • -

    Roze gympen;

  • -

    Bruine handtas.8

Een proces-verbaal van bevindingen (proces-verbaalnummer 2019305730-7), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Er bleek op 12 oktober 2019, tussen 11.25 en 11.35 uur, bij de ABN AMRO bank op het Neude te Utrecht te zijn gepind.

Datum: Tijdstip: Bedrag: Rekeningnummer:

12-10-2019 11.31.46 -,- [rekeningnummer]

Met datzelfde rekeningnummer bleek ook gepind te zijn aan de Panweg in Zeist, namelijk:

Datum: Tijdstip: Bedrag: Rekeningnummer:

12-10-2019 12.02.21 -,- [rekeningnummer]

Uit een IBAN-berekening bleek dat rekeningnummer [rekeningnummer] volgens de IBAN-berekening moest zijn: [rekeningnummer] .9

Een proces-verbaal van bevindingen (proces-verbaalnummer 2019305730-8), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

De tenaamstelling van bankrekening [rekeningnummer] was:

[aangever 1] , [adres] , [woonplaats] .

Door een politieagent werd contact opgenomen met de zoon van aangever [aangever 1] . Deze verklaarde dat zijn vader een nieuwe en een oude bankpas van rekeningnummer [rekeningnummer] moest hebben. De nieuwe bankpas bleek zijn vader nog thuis te hebben en de oude bankpas had mogelijk ook in de gestolen portemonnee gezeten.10

Een proces-verbaal van bevindingen (proces-verbaalnummer 2019305730-9), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

De locatie ABN AMRO aan de Neude te Utrecht en de locatie ABN AMRO aan de Panweg te Zeist worden door middel van camera's bewaakt. De pogingen diefstal met gestolen bankpas werden hierbij vastgelegd. De beelden werden door mij bekeken. Van deze beelden werden door mij 4 foto’s geprint.

Pinnen Neude te Utrecht op 12 oktober 2019:

- Foto 1, om 11.30.53 uur

Een vrouw met een zwarte rok, donkere jas met capuchon, roze schoenen en een blauwe baseball cap met wit voorvlak.

- Foto 2, om 11.30.57 uur

De vrouw draagt tevens om haar arm een bruine tas met blokjesmotief.11

- Foto 4 om 11.31.54 uur

De vrouw draagt een blauwe baseball cap met wit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT