Uitspraak Nº 16/1376 ZW. Centrale Raad van Beroep, 2017-11-15
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2017:3971 |
Date | 15 Noviembre 2017 |
Docket Number | 16/1376 ZW |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
16/1376 ZW
Datum uitspraak: 15 november 2017
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 11 januari 2016, 15/6570 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. J. Heek hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Heek. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. M.W.L. Clemens.
Het Uwv heeft in het kader van de zogenoemde eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) vastgesteld dat appellant met ingang van 23 mei 2014 geen recht meer heeft op ziekengeld omdat appellant per 3 januari 2014 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellant werd met zijn beperkingen in staat geacht de functies van productiemedewerker voedingsindustrie, snackbereider en samensteller kunststof- en rubberindustrie te vervullen.
Appellant heeft zich op 11 november 2014 ziek gemeld wegens knieklachten. Op 14 april 2015 heeft hij het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft op 28 mei 2015 aanvullend gerapporteerd, na het ontvangen van informatie van een arbeidsdeskundige. Deze verzekeringsarts heeft appellant per 1 juni 2015 geschikt geacht voor de functies van snackbereider en samensteller kunststof- en rubberindustrie. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 28 mei 2015 vastgesteld dat appellant per 1 juni 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW).
Appellant heeft zich op 24 juni 2015 opnieuw ziek gemeld met knieklachten. Op 13 juli 2015 heeft hij het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft vastgesteld dat dat de beperkingen van appellant per 24 juni 2015 niet wezenlijk anders zijn dat ten tijde van de eerdere beoordeling. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 14 juli 2015 vastgesteld dat appellant per 24 juni 2015 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering.
De bezwaren van appellant tegen de beslissingen van 28 mei 2015 en 14 juli 2015 heeft het Uwv bij besluit van 31 augustus 2015 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 20...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT