Uitspraak Nº 16/3369 ANW. Centrale Raad van Beroep, 2019-06-06

CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
ECLIECLI:NL:CRVB:2019:1847
Docket Number16/3369 ANW
Date06 Junio 2019
16 3369 ANW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van

8 april 2016, 16/200 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats], Turkije (appellante)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

Datum uitspraak: 6 juni 2019

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. Y. Tamer, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 mei 2019. Namens appellante is

mr. Tamer verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. S. Herder.

OVERWEGINGEN

1. Appellante was gehuwd met [X.] ([X.]), die op 26 juli 2012 is overleden. Appellante en [X.] zijn in 1992 vanuit Nederland naar Turkije teruggekeerd en sinds die tijd daar woonachtig geweest. Bij vertrek naar Turkije en sedertdien ontving [X.] een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Een aanvraag van appellante om een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) is uiteindelijk in een besluit van 28 november 2014 afgewezen, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden daarvoor. Met een beslissing van 7 december 2015 (bestreden besluit) is het bezwaar ongegrond verklaard.

2. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank allereerst vastgesteld dat het geding uitsluitend betrekking heeft op de vraag of de aanvraag van appellante beoordeeld dient te worden op grond van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) of de ANW. In dat verband heeft de rechtbank overwogen dat noch uit de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en Turkije (Associatieverdrag), noch uit Besluit 3/80 van de Associatieraad van 19 september 1980, betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen van de Lid-Staten der Europese Gemeenschappen op Turkse werknemers en hun gezinsleden

(Besluit 3/80) volgt dat appellante zich op de AWW kan beroepen.

3. In hoger beroep heeft appellante herhaald dat de aanvraag om een nabestaandenuitkering beoordeeld dient te worden op grond van de AWW, gezien de regelingen die gelden tussen de EU en Turkije. Ter zitting heeft zij ook nog gesteld dat zij niet in staat is de, aan de schatting naar de mate van haar arbeidsongeschiktheid ten grondslag gelegde, functies kan vervullen, nu deze zijn verbonden aan de Nederlandse...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT