Uitspraak Nº 16/3430 MAW. Centrale Raad van Beroep, 2017-03-16
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2017:1071 |
Docket Number | 16/3430 MAW |
Date | 16 Marzo 2017 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
16/3430 MAW
Datum uitspraak: 16 maart 2017
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
11 april 2016, 14/9589 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Minister van Defensie (minister)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. P.M. Groenhart hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 februari 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Groenhart. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. R.A.W.C. Naalden.
Appellant is werkzaam als beroepsmilitair bij de Koninklijke Marechaussee. Bij besluit van 19 maart 2013 is appellant met ingang van 1 oktober 2013 de [naam functie] (arbeidsplaats [nummer]) in de [naam rang 1] toegewezen.
Bij besluit van 8 september 2014 (bestreden besluit) heeft de minister naar aanleiding van het bezwaar van appellant tegen het besluit van 19 maart 2013, dat besluit herroepen voor zover het ziet op de waardering van de functie in de [naam rang 1] en bepaald dat appellant zal worden voorgedragen voor een bevordering tot [naam rang 2] met terugwerkende kracht vanaf 5 december 2012. Het besluit van de bevordering zal separaat worden nagezonden.
Op 6 oktober 2014 is aan appellant meegedeeld dat de functie waarin hij werkzaam is, is gewaardeerd, dat aan de functie de rang van [naam rang 2] is verbonden en dat naar aanleiding daarvan vanaf 5 december 2012 de rang van [naam rang 2] is toegekend. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Hangende beroep is appellant door de minister bij besluit van 31 oktober 2014 met terugwerkende kracht vanaf 5 december 2012 bevorderd tot de rang van [naam rang 2]. Tegen dit besluit heeft appellant eveneens bezwaar gemaakt.
Bij brief van 30 januari 2015 heeft appellant om uitleg gevraagd ten aanzien van een aantal onderdelen van zijn functiebeschrijving. Deze brief is door de minister opgevat als een verzoek om aanpassing van de functiebeschrijving. Bij besluit van 24 maart 2015 heeft de minister dit verzoek afgewezen. De gemachtigde van appellant heeft dit besluit tezamen met de aanvullende gronden van beroep doen toekomen aan de rechtbank.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT