Uitspraak Nº 16/659141-18 en 16/659319-18 (gev. ttz) (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2019-01-28

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:272
Docket Number16/659141-18 en 16/659319-18 (gev. ttz) (P)
Date28 Enero 2019
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummers: 16/659141-18 en 16/659319-18 (gev. ttz) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 28 januari 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1996] te [geboorteplaats] (Syrië),

wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Den Haag te Den Haag.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 30 april 2018, 5 juni 2018, 25 juni 2018, 18 september 2018, 19 november 2018 en 14 januari 2019. Op laatstgenoemde zitting heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsgevonden.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N.T.R.M. Franken en van hetgeen verdachte en mr. L.E. Toet, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door of namens de benadeelde partijen naar voren is gebracht, en ook van hetgeen in het kader van het spreekrecht door of namens slachtoffers naar voren is gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Ten aanzien van parketnummer 16/659141-18:

feit 1: op 14 februari 2018 te Utrecht [slachtoffer 1] heeft aangerand door onder meer haar billen aan te raken en/of vast te houden;

feit 2: op 15 februari 2018 te Utrecht [slachtoffer 2] (geboortejaar 2002) heeft aangerand door onder meer haar billen aan te raken en/of vast te houden en/of haar tussen haar benen en/of bij haar vagina aan te raken en/of vast te houden;

feit 3: op 16 februari 2018 te Utrecht [slachtoffer 3] (geboortejaar 2003) heeft aangerand door haar billen aan te raken en/of vast te houden.

Ten aanzien van parketnummer 16/659141-18:

op 5 februari 2018 te Coevorden [slachtoffer 4] heeft aangerand door onder meer haar billen vast te pakken, haar hand op zijn kruis te duwen en/of te leggen, haar een tongzoen te geven en haar over haar vagina te wrijven.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Op grond van onderstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals weergegeven in de bewezenverklaring in rubriek 5.

De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 16/659141-18 feit 1 ten laste gelegde 1

Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] (pag. 65 t/m 70) – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:

Ik wil aangifte doen van aanranding. Dat was op 14 februari 2018 rond ongeveer 20.55 uur op de Marco Pololaan met de Afrikalaan. Ik weet niet wie dat is. (…) Ik zag hem al op Utrecht Centraal. (…) Ik had in beide oren oortjes. Bij C3 komt mijn bus (…) De man stond voor het bankje waar ik zat en hij was de hele tijd aan het kijken. Ik had er een naar gevoel bij. Hij zocht echt de hele tijd oogcontact. (…) Toen de bus kwam liep ik naar de bus. Ik stapte achter bij de bus in en die man ook. Ik ging zitten waar je 2 tegenover elkaar hebt. Met drie andere meisjes. Ik zat aan de buitenkant. Die man ging staan waar normaal een kinderwagen kan staan, dat was naast mijn stoel. Ik voelde dat de man de2 hele tijd op mijn mobiel aan het kijken was. Ik ben halverwege de rit gaan verzitten naar een andere stoel, omdat die man de hele tijd keek. Ik dacht erover na waar ik zou uitstappen, want normaal stap ik uit bij de Columbuslaan, maar nu zag ik dat die man nog niet op het knopje gedrukt had 1 bushalte eerder. Ik dacht ik stap hier vast uit. En dat was op de Marco Pololaan in Utrecht, schuin tegenover het politiebureau. (…) Ik liep gewoon naar huis. (…) Als de winkels stoppen heb je een groen veldje. Daar is een paadje, dus daar liep ik overheen. Toen ineens stond iemand super dicht naast mij. Ik schrok en schreeuwde. Ik zei: oh ja sorry ik had mijn muziek in”, want ik had oortjes in. (…) Hij hield de hele tijd mijn bil vast. Ik wilde dat niet. Ik heb dat een paar keer gezegd. Ik durfde hem ook niet weg te duwen, want ik was bang dat hij een mes bij zich had, of mij zou slaan. Hij ging heel dicht bij mij staan en ik had het gevoel dat ik niet weg kon. Als je nu niet stopt ga ik schreeuwen en toen heb ik heel hard help geroepen. (…) Hij stopte niet. Hij bleef mij vast houden. En toen ik weet niet hoe. Ik ben weggerend naar het theehuis en die man bleef daar staan.3 (…)

V: zag je dat het dezelfde persoon was?

A: Ja 100% zeker. Ik zag zijn gezicht. Het was die man uit de bus.

V: En toen?

A: Hij deed meteen zijn hand op mijn bil. (…) Ik zei ik wil dit niet. Hij legde zijn had op mijn bil. Al liep ik door, hij deed zijn hand de hele tijd op mijn bil. Ik ben heen en weer gaan lopen want ik wilde dat hij losliet.4 (…) Als je gaat schreeuwen dan stop je wel, maar dat deed hij ook niet. Ik heb hem eerst nog gewaarschuwd. Ik zei ik ga zo schreeuwen hoor en toen ben ik gaan schreeuwen. Help geroep. Echt heel hard. (…) V: Hoe reageerde die man op jouw geschreeuw?

A: Niet. Hij reageerde niet en hij bleef mijn bil gewoon vasthouden.5

Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] (pag. 76) – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:

Op 14 februari 2018 omstreeks 21.00 uur kwam mij, verbalisant [verbalisant 1] , een vrouw en een man aan bij het politiebureau, Marco Pololaan 6 te Utrecht. Ik zag dat de vrouw, die naar later bleek te zijn genaamd: [slachtoffer 1] , geboren [1998] , verder te noemen [slachtoffer 1] aan het huilen was. Ik hoorde de man zeggen: “Ik kwam deze vrouw net tegen, ter hoogte van het Theehuis, aan de Marco Pololaan. Ik zag haar huilen en heb gevraagd wat er aan de hand was. De vrouw gaf aan dat ze is aangerand door een voor haar onbekende man. Hierop ben ik met haar meegelopen naar het politiebureau. (…).”6

Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] (pag. 73 t/m 75) voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:

Toen ik de voornoemde beelden van Qbuzz bekeek, van de opgegeven bus door aangeefster, zag ik dat er op woensdag 14 februari 2018 om 20.37 uur een vrouw de bus instapte, via de achteringang van de bus, die aan het opgegeven signalement van aangeefster voldeed. Ik zag dat er achter de vrouw een man de bus in kwam en ik herkende die man als de hiervoor vermelde [verdachte] . (…) Ik zag dat aangeefster om 20.55 uur op staat en naar de achteruitgang loopt en de bus verlaat. Ik zag dat [verdachte] achter aangeefster aan loopt en de bus via dezelfde uitgang verlaat. (…) Ik zag dat aangeefster naar links af slaat als zij de bus verlaat en ik zag dat [verdachte] kort achter haar aan liep.7

De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2019 – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:

Ik heb de camerabeelden van Qbuzz van 14 februari 2018 bekeken en ik heb mezelf daarop herkend.8

De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 16/659141-18 feit 2 ten laste gelegde

Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 2] ( [2002] ) (pag. 78 t/m 85) voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:

Donderdag 15 februari 2018 tussen 18.50 uur en 19.10 uur.9 (…) Ik was onderweg naar mijn kerk en ik ging op Centraal Station. (…) Ik zag die man al staan, maar het viel me niet echt op. Ik liep snel door. Ik ging van de roltrappen af. Hij stond toen achter me. Ik voelde iets tegen me aankomen, maar ik dacht eerst dat het een tas was. Toen keek ik achter me en toen zag ik dat hij er stond. Ik liep toen snel door naar de bus, maar de bus bleek al vertrokken te zijn. Ik bleef staan bij de bushalte. Die man bleef er ook staan. Ik zag dat lijn 4 bijna ging vertrekken. Die bus stopt aan de andere kant van Centraal Station, dus ik moest weer de roltrap. Toen stond hij weer achter me. Hij pakte me echt mij mijn kont. Ik schreeuwde best van hard wie denk je dat je bent. Ik schreeuwde best hard, dus ik dacht dat hij wel zou stoppen. Maar hij pakte me nog een keer vast. Ik rende van de roltrap af. Ik schreeuwde nog een keer naar hem. (…) Toen rende ik dus heel snel weg. (…) Ik begon een beetje te huilen. Ik keek achterom en toen zag ik hem stilstaan. (...) Ik liep snel door naar lijn 4. (...) Ik dacht dat hij weg was. Net voordat de bus aankwam zag ik dat hij daarzo liep. Ik ging voorin de bus zitten, waar je maar 1 plek hebt, zodat hij niet naast mij kon zitten. Hij was een van de laatste die ingecheckt had, in de bus. Achter die zitplaats heb je geen stoelen. Daar bleef hij staan. Ik ging niet naar hem kijken, maar ik zag in de weerspiegeling dat hij de hele tijd aan het kijken was. Toen ik bij de halte was, was ik heel snel door de voorste deur uitgestapt. Ik had niet op stop hoeven drukken, want dat had iemand anders gedaan. Hij heeft toen ook uitgecheckt en ging ook de bus uit. Ik heb toen iemand gebeld in de kerk en heb gezegd dat ik achtervolgd werd en dat iemand me moest komen halen. Die man pakte me weer vast, bij mijn kont. Hij probeerde me naar zich toe te trekken. Ik heb hem weggeduwd. (…) Ik rende de rotonde op.

Ik was om 19.00 uur op Centraal. Om 18.50 uur...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT