Uitspraak Nº 16/702643-13 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2019-04-24

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:1733
Date24 Abril 2019
Docket Number16/702643-13 (P)
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/702643-13 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 24 april 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1980] te [geboorteplaats] (Turkije),

thans verblijvende in HvB Ter Apel te Ter Apel.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 14 januari 2019, 3 april 2019 en 10 april 2019.

De inhoudelijke behandeling heeft op 3 april 2019 plaatsgevonden, waarbij de strafzaak tegen verdachte gelijktijdig, maar niet gevoegd is behandeld met de strafzaak tegen de medeverdachte [medeverdachte] (16/702649-13). Op 10 april 2019 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A-M.C.V. Fellinger en van hetgeen verdachte en mr. S. de Goede, advocaat te Breda, naar voren hebben gebracht.

Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de benadeelde partijen naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 3 april 2019 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

in de periode van 19 december 2012 tot en met 30 juli 2013 in Nederland en in het buitenland samen met (een) ander(en) diverse organisaties en/of bij die organisaties aangesloten particulieren en/of particulieren heeft opgelicht door zich onder de naam [bedrijf 1] B.V. voor te doen als bonafide reisbureau en waardoor voornoemde organisaties en particulieren zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen, met een totaal van ongeveer € 503.922,51.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal vrijgesproken dient te worden.

De door de verdediging ingenomen standpunten en gevoerde verweren worden hierna bij de overwegingen besproken. Standpunten en verweren die niet van belang zijn voor de beoordeling worden niet besproken.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Inleiding

Door de Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (hierna: GGTO ) werd aangifte gedaan van oplichting gepleegd door [bedrijf 1] B.V. (hierna: [bedrijf 1] ) Deze aangifte was voor de politie aanleiding tot het starten van het onderzoek onder de naam 09Fantasie13.

4.3.2

Bewijsmiddelen 1

4.3.2.1 Het bedrijf [bedrijf 1]

In het uittreksel van de Kamer van Koophandel staat beschreven dat [bedrijf 1] B.V., gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] , op [2012] is opgericht en op die datum is ingeschreven in het handelsregister. Het geplaatst kapitaal betreft € 20.000,- en als bedrijfsomschrijving wordt weergegeven: “Het exploiteren van een reisbureau casu quo het optreden als touroperator, waaronder begrepen het organiseren en bemiddelen bij (toeristische) reizen alsmede het samenstellen en aanbieden van pakketreizen.” Als enig aandeelhouder en bestuurder staat met ingang van [2012] vermeld: [verdachte] , geboren op [1980] .2

Op het rekeningafschrift op naam van [verdachte] , rekeningnummer [rekeningnummer] , staat beschreven dat op 7 januari 2013 een bedrag van € 20.000,- is ontvangen. Dit bedrag is afkomstig van de rekening op naam van: “hr. [medeverdachte] en/of mw. [bestuursvoorzitter] , [adres] [vestigingsplaats] .” Dezelfde dag wordt hetzelfde bedrag van de rekening van [verdachte] overgemaakt naar rekening [rekeningnummer] op naam van [bedrijf 1] . Als omschrijving staat vermeld: “ [omschrijving] BV”.3

Uit onderzoek van de politie is gebleken dat op het adres [adres] te [vestigingsplaats] een bedrijfspand is gevestigd waarin het bedrijf [bedrijf 2] haar werkzaamheden verricht. Dit bedrijf heeft een dienstverlenende taak en is gespecialiseerd in virtuele kantoordiensten, zoals het beschikbaar stellen van vestigingsadressen, telefoonnummers en kantoorruimten. [bedrijf 2] is een onderdeel van [bedrijf 3] .4 In een telefoongesprek heeft [getuige 1] , werkzaam bij The [bedrijf 3] , aan de politie verteld dat [bedrijf 1] de kantoorruimte op de [adres] te [vestigingsplaats] huurde en dat

[verdachte] het contract op 14 december 2012 heeft getekend.5

In het dossier zijn met betrekking tot de huur van de ruimte aan de [adres] te [vestigingsplaats] een aantal documenten gevoegd, te weten:

- een offerte met nummer [nummer] van The [bedrijf 3] gericht aan [bedrijf 1] , waarbij in de bijlage de volgende gegevens bij het e-mailadres en het telefoonnummer worden genoemd: [e-mail adres] _@hotmail.com en [telefoonnummer] ;6

- in de samenvatting van deze offerte wordt vermeld dat de borg € 181,50 bedraagt;7

- een rekeningafschrift waaruit volgt dat op 17 december 2012 van de bankrekening van [medeverdachte] en [bestuursvoorzitter] Polen een bedrag is afgeschreven van € 181,50, met vermelding [nummer] .8

Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat hij de eigenaar was van [bedrijf 1] en dat [medeverdachte] diverse werkzaamheden voor [bedrijf 1] heeft verricht. [bedrijf 1] was gespecialiseerd in reizen naar Turkije, maar verzorgde ook reizen naar andere landen. De website van [bedrijf 1] was te bereiken via www. [website] .nl en www. [website] .be en op de website was informatie gekopieerd van een andere touroperator, te weten [touroperator] . Mede naar aanleiding van klachten door [touroperator] is de website in een later stadium aangepast. Verder heeft hij verklaard dat hij voor [bedrijf 1] contracten heeft afgesloten met het garantiefonds GGTO en [bedrijf 6] . Het logo van GGTO is op de website van [bedrijf 1] geplaatst.9

4.3.2.2 De aangiften/klachten en verklaringen van gedupeerden

GGTO

Namens GGTO , gevestigd te [vestigingsplaats] , heeft [aangever 1] schriftelijk aangifte gedaan van oplichting door [bedrijf 1] , [verdachte] en [medeverdachte] . In deze aangifte wordt weergegeven dat GGTO een stichting is, die zich tot doel heeft gesteld garantie te bieden aan reizigers die een reisovereenkomst hebben afgesloten met een van de aangesloten touroperators.10 [bedrijf 1] was bij GGTO aangesloten in de periode van 14 maart 2013 tot en met 3 juni 2013. Het contact tussen GGTO en [bedrijf 1] liep hoofdzakelijk tussen [A] en [B] ( GGTO ) en [medeverdachte] ( [bedrijf 1] ).11 Uit e-mailcorrespondentie is gebleken dat veel gedupeerden verwezen naar het e-mailadres [e-mail adres] .nl.12

De schade die GGTO heeft opgelopen door toedoen van [bedrijf 1] is (ten tijde van de aangifte) nog niet vast te stellen omdat nieuwe gedupeerden zich blijven melden.13

Bij de aangifte van GGTO is een deelnemersovereenkomst opgenomen met [bedrijf 1] , met als ingangsdatum 14 maart 2013. Deze deelnemersovereenkomst is namens [bedrijf 1] getekend door [verdachte] .14

Bij de aangifte van GGTO is tevens een kort gedingdagvaarding opgenomen van [touroperator] B.V. jegens [bedrijf 1] . In deze dagvaarding staat onder meer vermeld dat [bedrijf 1] op haar website door [touroperator] georganiseerde reizen aanbiedt, waarbij [bedrijf 1] een exacte kopie van de reistekst – zoals op de eigen website van [touroperator] staat genoemd – gebruikt. [bedrijf 1] blijkt alle door [touroperator] op haar website aangeboden data gekopieerd te hebben. Voorts vermeldt [bedrijf 1] bij de door haar aangeboden reizen als uitvoerende luchtvaartmaatschappij [luchtvaartmaatschappij] dan wel [luchtvaartmaatschappij] , waarbij voor beide maatschappijen hun vluchtcodes [vluchtcode] respectievelijk [vluchtcode] worden genoemd. [touroperator] wil op geen enkele manier met [bedrijf 1] geassocieerd worden. Door consumenten gemaakte boekingen blijken bovendien niet in het systeem van [touroperator] geregistreerd te worden.15

[bedrijf 5] / [bedrijf 6]

Namens [bedrijf 5] , gevestigd in [vestigingsplaats] in België, heeft [aangever 2] op 29 juli 2013 aangifte gedaan. Zij heeft toen verklaard dat de handelsnaam van [bedrijf 6] .be is en dat [bedrijf 6] .be ook gebruik maakt van de domeinnaam [bedrijf 6] .nl. Sinds februari 2013 werden er via het internet reizen aangeboden aan consumenten via [bedrijf 6] .be en [bedrijf 6] .nl door [bedrijf 1] B.V.16 Het betrof reizen van acht dagen en zeven nachten in hotel [hotel 1] in Side, voor een bedrag van € 449,- per persoon. [bedrijf 1] B.V. had hiervoor een overeenkomst afgesloten met de firma [bedrijf 6] .be, waarbij laatstgenoemde de reizen aanbood voor een percentage van 15% van de omzet. De betalingen werden door de consument gedaan aan [bedrijf 6] .be en [bedrijf 6] .nl (hierna beide genoemd: [bedrijf 6] ). Door [bedrijf 6] moet er een bedrag van € 250.000,- worden overgemaakt naar [bedrijf 1] . Ongeveer € 30.000,- van dat bedrag was voor [bedrijf 6] . [bedrijf 6] heeft € 110.000,- elektronisch overgeschreven naar de bankrekening van [bedrijf 1] . Uit alle correspondentie is [bedrijf 6] gebleken dat [bedrijf 1] alle hotels, vluchten en boekingen niet heeft uitgevoerd, dan wel heeft geannuleerd, maar wel alle betalingen die door de consumenten zijn gedaan, heeft ontvangen. Voorts is de website van [bedrijf 1] niet meer online (de rechtbank begrijpt: in ieder geval ten tijde van en kort voor de aangifte) en is er geen contact meer te krijgen met [bedrijf 1] of [verdachte] .17 Door [getuige 2] , manager...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT