Uitspraak Nº 16-707007-15 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2019-12-24

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:6130
Docket Number16-707007-15 (P)
Date24 Diciembre 2019
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16-707007-15 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 24 december 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1969] te [geboorteplaats] (Turkije),

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres

[adres] , [woonplaats] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 augustus 2018, 14 november 2018, 5 november 2019, 13 november 2019 en 10 december 2019.

De inhoudelijke behandeling van de straf- en ontnemingszaak heeft op 5 november 2019 plaatsgevonden. Op 13 november 2019 heeft de behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen plaatsgevonden. Op 10 december 2019 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. H.J. Starrenburg en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. Y. Karga, advocaat te Amsterdam - Duivendrecht , naar voren hebben gebracht.

Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] , [benadeelde 13] en [benadeelde 14] naar voren is gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

in de periode van 4 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 op verschillende plaatsen in Nederland (samen met anderen) 251 personen heeft opgelicht door

- zich tegenover die personen voor te doen als betrouwbare verkoper van vliegtickets, middels de bedrijven [webwinkel] en [bedrijf 1] ;

- gebruik te maken van de geldende gewoonte dat dergelijke aankopen vooraf worden betaald;

- te doen voorkomen dat de vliegtickets definitief waren, terwijl deze geen recht gaven tot de betreffende vluchten;

- te doen voorkomen dat de vlucht voor voornoemde personen was geboekt, terwijl dit niet zo was,

waardoor voornoemde personen zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen, met een totaal van € 233.288,-.

De tenlastelegging is opgenomen in de bijlage.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dit betekent dat de rechtbank een inhoudelijke beslissing mag en zal nemen in deze strafzaak.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1.

Aanleiding onderzoek

Vanaf 7 juli 2015 deed een groot aantal mensen aangifte van oplichting bij het Landelijk Meldpunt Internetoplichting. Zij hadden via een webwinkel www. [webwinkel] vliegtickets geboekt, maar ontdekten bij het inchecken van de heen- of terugreis dat hun namen niet op de passagierslijsten van de betreffende vlucht voorkwamen. Daarnaast ontving een aantal mensen e-mails met de mededeling dat [webwinkel] failliet was. In totaal deden 251 mensen aangifte van oplichting en deze aangiften waren voor de politie aanleiding tot het starten van het onderzoek onder de naam 14Parkiet.

4.2.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Verdachte heeft door gebruik te maken van diverse samenweefsels van verdichtsels, listige kunstgrepen en het aannemen van een valse hoedanigheid de 251 aangevers bewogen tot het doen van betalingen voor vliegtickets, terwijl die tickets geen recht gaven op een vlucht.

De officier van justitie acht het medeplegen niet bewezen, doordat het dossier te weinig

aanknopingspunten biedt om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste

samenwerking tussen verdachte en een ander.

4.3.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Verdachte heeft onder [bedrijf 1] B.V. een aantal handelsnamen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, waaronder de handelsnaam [webwinkel] . Hij heeft [webwinkel] ter goeder trouw verkocht aan de medeverdachte, de heer [medeverdachte] . Naast de belastende verklaring van deze medeverdachte zijn er geen bewijsmiddelen waaruit blijkt dat deze verkoop een schijnconstructie was. Door verdachte zijn geen oplichtingsmiddelen gebruikt.

Ongeloofwaardige verklaring medeverdachte

De verdediging heeft betoogd dat de verklaring van de medeverdachte ongeloofwaardig is. Uit het procesdossier komt het beeld naar voren van de medeverdachte als katvanger; een kruimeldief, die zijn leven niet op orde heeft. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat dit beeld onjuist is en het gevolg is van een tunnelvisie van de politie. De medeverdachte was op het moment van het ten laste gelegde al twee jaar niet dakloos en is niet bij zijn woning vertrokken met een huurachterstand. Daarnaast heeft de medeverdachte herhaaldelijk verklaard dat hij geld moest pinnen, dat hij dit geld direct moest afgeven en dat hij de bankpas niet zelf in zijn bezit heeft gehad. De medeverdachte heeft ontkend te hebben gepind in Hilversum , maar uit het overzicht in het ontnemingsdossier volgt dat dit wel is gebeurd. Volgens de medeverdachte zou hij dan de bankpas hebben opgehaald in Zaandam om vervolgens in Hilversum te gaan pinnen, waaruit de conclusie getrokken kan worden dat zijn verklaring ongeloofwaardig is. Uit het ontnemingsdossier volgt eveneens dat de betreffende bankpas ook in het casino in België is gebruikt, waaruit volgt dat de bankpas wel degelijk in het bezit van de medeverdachte was en hij dus aantoonbaar onjuist heeft verklaard. Tot slot heeft verdachte op 8 juli 2015 een WhatsApp-bericht ontvangen van het nummer dat de zus van de medeverdachte aan de medeverdachte toeschrijft. Uit dit bericht volgt dat de medeverdachte in de problemen is geraakt, dat hij daarom vertrokken is en dat hij geld schuldig is aan verdachte.

Aangetroffen administratie bij doorzoeking woning verdachte en onderzoek IP-adressen

De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het feit dat in zijn woning administratie met betrekking tot [webwinkel] is aangetroffen en ook voor het feit dat na de overdracht van [webwinkel] meermalen vanaf zijn IP-adres is ingelogd op de zakelijke bankrekening van [webwinkel] . Met betrekking tot de aangetroffen administratie heeft verdachte aangegeven dat hij de boekingen, die gedaan waren voor de overdracht van [webwinkel] aan de medeverdachte, nog goed wilde laten verlopen en dat hij de reserveringen die waren gedaan nog moest omzetten in daadwerkelijke boekingen. Hij heeft daarom de papieren administratie van die boekingen meegenomen. Met betrekking tot het IP-adres heeft verdachte verklaard dat hij bij hem op kantoor de zakenpartner van de medeverdachte, [zakenpartner] , heeft ingewerkt. Gelet op de tijd en intensiteit van dit proces is het goed mogelijk dat deze [zakenpartner] toen meermalen ingelogd heeft op de zakelijke rekening van [webwinkel] .

Conclusie verdediging

Concluderend is verdachte niet verantwoordelijk voor boekingen die zijn gedaan na de verkoop van [webwinkel] . Verdachte heeft geen opzet gehad op oplichting en heeft geen oplichtingsmiddelen aangewend, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken. Subsidiair dient verdachte te worden vrijgesproken van het medeplegen van de oplichting, nu niet bewezen kan worden dat de oplichting in nauwe en bewuste samenwerking met een ander is gepleegd.

4.4.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank gaat op grond van wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.

4.4.1.

Bewijsmiddelen 1

Aangiften

Op 13 juli 2015 wordt door [aangever 1] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:

‘Omdat ik met mijn gezin met vakantie naar Turkije wilde, heb ik op internet gezocht naar een goede en goedkope manier van reizen. Op een gegeven moment zag ik een site van [webwinkel] . [webwinkel] is een reisorganisatie […]. Ik zag aan de site verder niets vreemds. Ik vond de site zelfs professioneel. Ik kon op de site vluchtprogramma’s zien en wat de prijzen waren.2 Op maandag 29 juni omstreeks 19.00 uur had ik een reis naar Turkije geboekt. De vertrekdatum was gepland op zaterdag 25 juli om 19.50 uur vanaf Amsterdam . […] De terugreis was gepland op zondag 16 augustus 2015 om 16.00 uur vanaf Izmir/Turkije naar Amsterdam . Tevens las ik op de tickets dat de luchtvaartmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 1] was. Ik had de reis voor drie personen geboekt. Het ging om een retour. Ik heb totaal 1314 euro voor deze reis betaald. Ik heb nadat ik de reis had geboekt het geld overgemaakt. Gegevens tegenrekening: Omschrijving: [omschrijving] , kenmerk 29-06-2015 […] Ik heb kort daarna van [webwinkel] de tickets toegezonden gekregen. Ik zag dat de e-mail van de afzender info@ [webwinkel] was. […] Ik heb vervolgens de site van [webwinkel] verlaten in de veronderstelling dat ik een reis had geboekt naar Izmir/Turkije. Op donderdag 9 juli omstreeks 12.29 uur kreeg ik op mijn mailadres het volgende bericht van [webwinkel] :

Reisorganisatie [webwinkel] is failliet! Ik zag dat de e-mail van de afzender [webwinkel] Failliet was.3 […]

Op donderdag 9 juli 2015 in de loop van de middag had ik gebeld naar [luchtvaartmaatschappij 1] . [luchtvaartmaatschappij 1] zou de vliegtuigmaatschappij zijn, die mij en mijn gezin naar Turkije zou vliegen. […] Ik hoorde vervolgens van de medewerker dat op de gegevens die ik had doorgegeven geen reis naar Turkije was geboekt.’4

Op 9 juli 2015 wordt door [benadeelde 1] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Zij verklaart:

‘Ik doe aangifte van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT