Uitspraak Nº 16/7142 ZW. Centrale Raad van Beroep, 2017-11-01
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2017:3818 |
Date | 01 Noviembre 2017 |
Docket Number | 16/7142 ZW |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 oktober 2016, 15/8198 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[Werkgever] te [vestigingsplaats] (werkgever)
Datum uitspraak: 1 november 2017
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. C.J.M.M. Verwijmeren hoger beroep ingesteld en een verzoek om vergoeding van schade ingediend.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Werkgever heeft zich als derde-belanghebbende gesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2017. Voor appellante is
mr. Verwijmeren verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. M.J.F. Bär. Werkgever heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
Appellante was werkzaam als medewerkster huishoudelijke zorg in dienst van werkgever. Op 8 april 2013 heeft zij zich ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv heeft appellante in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW).
In het kader van een eerstejaars ZW-beoordeling (EZWb) heeft een verzekeringsarts appellante op 4 april 2014 gezien. Deze arts heeft appellante belastbaar geacht met inachtneming van beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 4 april 2014. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante ongeschikt is voor de maatgevende arbeid en dat er geen theoretische verdiencapaciteit vastgesteld kan worden. Daarom heeft het Uwv bij besluit van 9 april 2014 de ZW-uitkering van appellante ongewijzigd voortgezet.
Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt omdat zij het niet eens is met de door de verzekeringsarts vastgestelde belastbaarheid in de FML. Bij besluit van 6 januari 2015 heeft het Uwv het bezwaar van appellante gegrond verklaard en vastgesteld dat appellante met ingang van 7 februari 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van 6 januari 2015 bij uitspraak van 15 september 2015 (15/999), gegrond verklaard en...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT