Uitspraak Nº 16/994013-13 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2016-05-20

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:2722
Docket Number16/994013-13 (P)
Date20 Mayo 2016
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/994013-13 (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 20 mei 2016

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1957] ,

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres

[adres] , [woonplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 30 november 2015 (regie), 21, 22, 24 (inhoudelijke behandeling) en 29 maart 2016 (requisitoir), 4 (pleidooi) en 7 april 2016 (repliek, dupliek en laatste woord verdachte) en 9 mei 2016 (sluiting onderzoek).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie en van wat verdachte (hierna ook te noemen: [verdachte] ) en zijn advocaat, mr. E.A.M. Mannheims, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 21 maart 2016 gewijzigd.

De tenlastelegging zoals gewijzigd is aan dit vonnis gehecht (Bijlage I).

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte -al dan niet samen met anderen- SNS Property Finance BV / SNS Reaal NV heeft opgelicht (feit 1 en 6), zich -terwijl hij werkzaam was bij SNS- meermalen heeft laten omkopen (feit 9) en anderen werkzaam zijnde bij SNS heeft omgekocht (feit 2, 7 en 11), valse facturen heeft opgemaakt (feit 10) en valse facturen voorhanden heeft gehad (feit 3, 8 en 12), zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen (feit 4 en 13) en heeft deelgenomen / leiding gegeven aan een criminele organisatie (feit 5 en 14).

3 Voorvragen
3.1

De geldigheid van de dagvaarding
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat ten aanzien van het witwassen aan de hand van de tenlastelegging noch het dossier of requisitoir voldoende duidelijk is welke witwashandelingen [verdachte] zou hebben gepleegd. De dagvaarding is wat betreft deze feiten onvoldoende duidelijk en moet daarom (partieel) nietig verklaard worden.

Naar het oordeel van de rechtbank is de tenlastelegging voldoende duidelijk. Aan verdachte is -kort gezegd- ten laste gelegd dat hij in de genoemde periode meerdere geldbedragen heeft witgewassen, waarbij de in de delictsomschrijving genoemde witwashandelingen in de tenlastelegging zijn opgenomen. Aan deze woorden komt voldoende feitelijke betekenis toe (HR 09-02-1999, NJ 1999, 327, en ECLI:NL:HR:2008:BD2772 en LJN BL9699 en LJN BC9952). Aldus is voldoende duidelijk welke handelingen [verdachte] worden verweten en waartegen hij zich dient te verweren, zodat is voldaan aan de eisen die artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) stelt. De rechtbank verwerpt het verweer en verklaart de dagvaarding -ook ter zake van het (gewoonte)witwassen- geldig.

De raadsvrouw heeft voorts nog een tweetal partiële nietigheidsverweren gevoerd. Deze zullen om praktische redenen hierna worden besproken.

3.2

Overige voorvragen
Deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en het Openbaar Ministerie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officieren van justitie hebben gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.

De officieren van justitie hebben een aantal uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren gebracht, die zullen worden besproken bij de bewijsoverwegingen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit.

De raadsvrouw heeft een aantal verweren gevoerd, die zullen worden besproken bij de bewijsoverwegingen.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Bewijsmiddelen 1

Niveau 1: niet-ambtelijke omkoping en valsheid in geschrift

[medeverdachte 1] en SNSPF
[medeverdachte 1] is sinds de oprichting in 2006 enig aandeelhouder van [bedrijf 1] BV2 welke vennootschap enig aandeelhoudster is van [bedrijf 2] BV sinds de oprichting in 20063 en van [bedrijf 3] BV sinds de oprichting op 21 september 20104 (hierna respectievelijk: [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] ). De vennootschappen zijn zowel statutair als feitelijk gevestigd te [vestigingsplaats] , met uitzondering van [bedrijf 3] dat feitelijk gevestigd is in [vestigingsplaats] . [medeverdachte 1] is bestuurder van de drie vennootschappen.

Op 25 juni 2009 sluiten SNS Property Finance BV (hierna: SNSPF), [naam] en [bedrijf 2] , vertegenwoordigd door [medeverdachte 1] , een overeenkomst tot opdracht waarbij [medeverdachte 1] wordt aangesteld als directieadviseur.5 Bij addendum van 27 oktober 2011 is het contract verlengd en [medeverdachte 1] aangesteld als “Lid van de Directie, Chief Restructuring Officer” (CRO).6

Introductie externen
[medeverdachte 1] was als externe medewerker werkzaam op de afdeling Restructuring & Recovery van SNSPF en heeft na zijn aanstelling meerdere andere externe medewerkers geïntroduceerd uit zijn eigen netwerk, te weten onder meer:

  • -

    [medewerker 1] ,

  • -

    [medewerker 2] ,

  • -

    [verdachte] ,

  • -

    [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en

  • -

    [medewerker 3] .7

[medeverdachte 1] bevestigt voornoemde externen uit zijn eigen netwerk te hebben aangedragen bij SNSPF.8 Ten aanzien van [medewerker 2]9, [verdachte]10, [medeverdachte 2]11 en [medewerker 3]12 heeft [medeverdachte 1] de tarieven en contracturen bepaald. [medeverdachte 1] heeft alle eerste en aanvullende overeenkomsten van opdracht medeondertekend.13

[verdachte]

heeft verklaard dat de [bedrijf 4] -vennootschappen van hem zijn.14 [bedrijf 4] BV (hierna: [bedrijf 4] ) is enig aandeelhoudster en bestuurster van [bedrijf 5] BV (hierna: [bedrijf 5] ).15 is bestuurder van [bedrijf 5] . Verder is [verdachte] bestuurder van de vennootschap [bedrijf 6] BV (hierna: [bedrijf 6] ). [bedrijf 4] , [bedrijf 5] en [bedrijf 6] zijn alle gevestigd op het adres in [vestigingsplaats] waar [verdachte] woonachtig is.16

[verdachte] heeft verklaard dat hij in februari/maart 2010 is benaderd door [medeverdachte 1] om bij SNSPF te komen werken. [verdachte] is door [medeverdachte 1] aangenomen en heeft met hem de arbeidsvoorwaarden besproken.17 Achtereenvolgens zijn door [verdachte] en zijn vennootschappen de volgende overeenkomsten van opdracht afgesloten met SNSPF:

- een contract tussen [bedrijf 6] en SNSPF, ingaande op 15 maart 2010;

- een contract tussen [bedrijf 5] en SNSPF, ingaande op 1 september 2010;

- een contract tussen [bedrijf 5] en SNSPF, ingaande op 1 september 2011.

Alle contracten zijn mede ondertekend door [medeverdachte 1] .18 [medeverdachte 1] bepaalde ook het tarief en het aantal te werken uren.19

[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op enig moment de afspraak met [verdachte] heeft gemaakt dat [verdachte] hem een bedrag zou betalen. [medeverdachte 1] vermoedt dat dat € 50,- per door [verdachte] gewerkt uur was. De motivering van [medeverdachte 1] verzoek was dat hij feitelijk minder verdiende dan [verdachte] ; deze geldstroom is dus ontstaan uit nivellering.20 [verdachte] gunde [medeverdachte 1] deze betalingen ook omdat hij zijn baan via [medeverdachte 1] had gekregen.21

[verdachte] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 1] heeft aangeboden om een deel van zijn inkomsten van SNSPF aan hem af te staan. [medeverdachte 1] factureerde hiertoe per kwartaal met name aan het bedrijf van [verdachte] dat op dat moment een relatie had met SNS.22 De bewustwording dat hij bij SNSPF meer verdiende dan [medeverdachte 1] , een paar maanden na aanvang van zijn werkzaamheden, was voor [verdachte] de trigger.23

Zowel [medeverdachte 1]24 als [verdachte]25 verklaren dat zij deze afspraak niet hebben gemeld aan SNSPF.

[bedrijf 3] heeft in de periode van 28 februari 2011 tot en met 30 april 2012 voor een bedrag van in totaal € 142.500,- (exclusief btw) gefactureerd aan [bedrijf 5] en [bedrijf 4] . Dit bedrag is in de periode van 22 februari 2011 tot en met 4 juni 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 116.500,- door [bedrijf 5] en een bedrag van € 26.000,- door [bedrijf 4] .26

[verdachte] verklaart dat er nooit werkzaamheden van [medeverdachte 1] zijn geweest die betrekking hebben op de periode zoals genoemd in de facturen.27 Alle van [bedrijf 3] ontvangen facturen zijn verwerkt in de administratie.28

Niveau 2: niet-ambtelijke omkoping, valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en criminele organisatie

[verdachte]
is sinds 2005 enig aandeelhouder29 en bestuurder30 van [bedrijf 7] BV, welke vennootschap enig aandeelhoudster en bestuurster is van [bedrijf 8] BV31, beide gevestigd te [vestigingsplaats] (hierna respectievelijk: [bedrijf 7] en [bedrijf 8] ).

[bedrijf 9] NV (hierna: [bedrijf 9] ) is op verzoek van [verdachte] opgericht eind 2010/begin 2011. [bedrijf 9] is gevestigd te Curaçao32 en [verdachte] is gemachtigd tot de bankrekeningen van [bedrijf 9] .33

[verdachte] is vanaf maart 2010 werkzaam geweest bij SNSPF en op interim basis belast met het aansturen van nationale en internationale equity participaties van SNSPF alsmede het behandelen van andere door de directie van SNSPF te bepalen dossiers, hetgeen met zich mee kan brengen dat (tijdelijk) een functie als bestuurder of commissaris dient te worden vervuld.34 [verdachte] noemt zichzelf interim-manager.35

Introductie en betalingen externen

Nadat hij [verdachte] had aangenomen is [medeverdachte 3] aangenomen bij SNS via [verdachte] , aldus [medeverdachte 1] .36 Vervolgens zijn toen nog een aantal mensen aangebracht waaronder [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medewerker 4] , [medewerker 5] en [medeverdachte 6] . [verdachte] heeft met deze mensen gesprekken gevoerd.37 [medeverdachte 3] werd als eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT