Uitspraak Nº 16/994027-13 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2016-05-20

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:3868
Docket Number16/994027-13 (P)
Date20 Mayo 2016
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/994027-13 (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 20 mei 2016

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [1963] ,

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres

[adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 30 november 2015 (regie), 22, 24 (inhoudelijke behandeling), 29 (requisitoir) en 31 maart 2016 (pleidooi), 7 april 2016 (repliek, dupliek en laatste woord verdachte) en 9 mei 2016 (sluiting onderzoek).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie en van wat verdachte (hierna ook te noemen: [verdachte] ) en de raadslieden, mr. F.H.H. Sijbers en mr. M.M. Mokveld, naar voren hebben gebracht. Omdat mr. Sijbers hoofdzakelijk het woord heeft gevoerd, zal in het vonnis worden gesproken over “de raadsman”, waarmee mr. Sijbers wordt bedoeld.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 22 maart 2016 gewijzigd.

De tenlastelegging zoals gewijzigd is aan dit vonnis gehecht (Bijlage I).

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte -al dan niet samen met anderen- [bedrijf 13] / [bedrijf 15] heeft opgelicht (feit 1), zich -terwijl hij werkzaam was bij [bedrijf 12] - meermalen heeft laten omkopen (feit 4) en een ander werkzaam zijnde bij [bedrijf 12] heeft omgekocht (feit 2), valse facturen heeft opgemaakt (feit 5) en valse facturen voorhanden heeft gehad (feit 3), zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen (feit 6) en heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (feit 7).

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en het Openbaar Ministerie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officieren van justitie hebben gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.

De officieren van justitie hebben een aantal uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren gebracht, die zullen worden besproken bij de bewijsoverwegingen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit.

De raadsman heeft een aantal verweren gevoerd, die zullen worden besproken bij de bewijsoverwegingen.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Bewijsmiddelen 1

Niet-ambtelijke omkoping, valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en criminele organisatie

[medeverdachte 1]
is sinds 2005 enig aandeelhouder2 en bestuurder3 van [bedrijf 1] , welke vennootschap enig aandeelhoudster en bestuurster is van [bedrijf 2]4, beide gevestigd te [vestigingsplaats] (hierna respectievelijk: [bedrijf 1] en [bedrijf 2] ).

[bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) is op verzoek van [medeverdachte 1] opgericht eind 2010/begin 2011. [bedrijf 3] is gevestigd te [vestigingsplaats]5 en [medeverdachte 1] is gemachtigd tot de bankrekeningen van [bedrijf 3] .6

[medeverdachte 1] is vanaf maart 2010 werkzaam geweest bij [bedrijf 11] en op interim basis belast met het aansturen van nationale en internationale equity participaties van [bedrijf 11] alsmede het behandelen van andere door de directie van [bedrijf 11] te bepalen dossiers, hetgeen met zich mee kan brengen dat (tijdelijk) een functie als bestuurder of commissaris dient te worden vervuld.7 [medeverdachte 1] noemt zichzelf interim-manager.8

Introductie en betalingen externen
Nadat hij [medeverdachte 1] had aangenomen is [verdachte] aangenomen bij [bedrijf 12] via [medeverdachte 1] , aldus [medeverdachte 2] .9 Vervolgens zijn toen nog een aantal mensen aangebracht waaronder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . [medeverdachte 1] heeft met deze mensen gesprekken gevoerd.10 [verdachte] werd als eerste, medio 2010, aangenomen.11 [medeverdachte 8] heeft verklaard dat een aantal van deze mensen via hem bij [bedrijf 11] is gaan werken.12

In het bij [medeverdachte 1] aangetroffen excelbestand genaamd “detachering”13 zijn werkbladen opgenomen met de namen: [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] . Dit zijn voornamen van medewerkers van [bedrijf 11] (de rechtbank begrijpt respectievelijk: [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] ). Over de periode augustus 2010 tot en met december 2012 is per persoon vermeld:

- hoeveel uur de medewerker bij [bedrijf 11] heeft gewerkt;

- hoeveel vergoeding deze medewerker bij [bedrijf 11] heeft gedeclareerd;

- hoeveel [medeverdachte 1] bij deze medewerker declareerde en

- hoe deze declaratie verdeeld werd tussen: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .14

Volgens [medeverdachte 1] betreft dit zijn administratie van deze groep; hij hield dit overzicht maandelijks bij.15 De bedragen die op dit spreadsheet staan, komen overeen met de afspraken die hij met de betreffende mensen heeft gemaakt.16 De facturen die [medeverdachte 1] voor het verkrijgen van deze vergoedingen stuurde voegde hij ook in de administratie van zijn eigen vennootschappen.17 Als mensen anderen aanbrachten kregen zij een deel van die fee.18 [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij het zich niet kan voorstellen dat de mensen van deze groep -zoals genoemd op het overzicht- niet wisten dat de fee werd verdeeld over meerdere personen.19 Hij heeft [medeverdachte 2] verteld over deze afspraken en het betalen van de bemiddelingsfees. [medeverdachte 2] wist dat een gedeelte van hun uurtarief naar [medeverdachte 1] ging.20 [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 2] hierover ingelicht enkele maanden nadat de eerste van die groep, [verdachte] , was aangenomen.21

[medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] maakten gebruik van de vennootschappen [bedrijf 4]22 en [bedrijf 5]23. [medeverdachte 8] maakte gebruik van het bedrijf [bedrijf 6] s.r.o.24 [medeverdachte 2] is sinds de oprichting in 2006 enig aandeelhouder van [bedrijf 7] welke vennootschap enig aandeelhoudster is van [bedrijf 8] .25

[verdachte]
verklaart dat hij directeur-grootaandeelhouder is van de vennootschap [bedrijf 9] . Via de werkmaatschappij van deze vennootschap, [bedrijf 10] (hierna: [bedrijf 10] ), is [verdachte] werkzaam geweest bij [bedrijf 11] . Binnen [bedrijf 10] is sprake van een tweetal activiteiten: het aangaan van een contract met [bedrijf 11] en het ontvangen van betalingen van een persoon die door [verdachte] bij [medeverdachte 1] is aangebracht.26 [verdachte] heeft verklaard dat hij feitelijk leidinggevende is bij [bedrijf 10] .27 [bedrijf 10] is gevestigd op het woonadres van [verdachte] in [woonplaats] .28

De werkzaamheden die [verdachte] voor [bedrijf 11] heeft verricht vloeien voort uit een overeenkomst van opdracht van juli 2010 tussen [bedrijf 11] en [bedrijf 10] . Op 30 september 2011 is een aanvullende overeenkomst gesloten voor de duur van 16 maanden, ingaande op 1 september 2011. Beide overeenkomsten zijn ondertekend door [medeverdachte 2] .29 In de eerste overeenkomst staan de werkzaamheden van [verdachte] als volgt beschreven: het op restructuring- en recoverygebied begeleiden van een aantal nationale en internationale relatiecomplexen en aanverwante werkzaamheden.30

[verdachte] heeft tussen mei en juli 2010 contact gezocht met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft hem gevraagd of hij geïnteresseerd was in een functie bij [bedrijf 11] . [medeverdachte 1] gaf aan dat hij [verdachte] zou introduceren bij [medeverdachte 2] als [verdachte] in deze functie geïnteresseerd was. Nadat [verdachte] zijn cv had opgestuurd, kreeg hij een gesprek met [medeverdachte 2] .31 [verdachte] heeft met [medeverdachte 2] gesproken over het uurloon, daar waren geen andere mensen bij aanwezig. Na het gesprek met [medeverdachte 2] heeft [verdachte] gebeld met [medeverdachte 1] om hem te bedanken voor de introductie. [medeverdachte 1] vroeg hem daarop een vergoeding van € 50,- per door [verdachte] gewerkt uur bij [bedrijf 11] . In eerste instantie wilde [verdachte] niet op dit verzoek ingaan, maar omdat hij het geboden tarief van € 225,- veel geld vond en hij er erg blij mee was, is hij er uiteindelijk mee akkoord gegaan om € 50,- per gewerkt uur aan [medeverdachte 1] te betalen. [verdachte] verklaart dat hij verrast was door het verzoek van [medeverdachte 1] , omdat hij wist dat [medeverdachte 1] geen detacheringsbureau had. [medeverdachte 1] stelde voor dat [verdachte] zijn facturen voor [bedrijf 11] aan hem stuurde, zodat [medeverdachte 1] kon zien hoeveel uren [verdachte] had gewerkt.32 Op de facturen van [medeverdachte 1] , die [verdachte] ontving, stond steeds de omschrijving “advies”. [verdachte] verklaart daarover dat het in feite ging om bemiddelingsfee, en dat de omschrijving op de factuur -achteraf gezien- dus niet goed is geweest.33

[medeverdachte 1] verklaart dat hij enkele maanden na de afspraak met [verdachte] [medeverdachte 2] van deze afspraak op de hoogte heeft gebracht. Verder heeft [medeverdachte 1] dit aan niemand binnen [bedrijf 12] verteld.34

[bedrijf 1] en [bedrijf 2] hebben in de periode van 5 oktober 2010 tot en met 31 december 2012 voor in totaal € 228.450,- (exclusief btw) gefactureerd aan [bedrijf 10] . Deze facturen zijn door [bedrijf 10] in de periode van 10 november 2010 tot en met 14 januari 2013 voldaan.35

Uit het excelbestand dat bij [medeverdachte 1] is aangetroffen, blijkt dat van de € 50,- die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT