Uitspraak Nº 17-1027 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2019-01-31
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2019:297 |
Docket Number | 17-1027 WIA |
Date | 31 Enero 2019 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
Datum uitspraak: 31 januari 2019
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 december 2016, 16/2948 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. C.C.J.L. Huurman-Ip Vai Ching, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 november 2018. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Huurman-Ip Vai Ching. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C.P. Veldman.
Appellante is werkzaam geweest als taxichauffeuse. Voor dat werk is zij op
17 september 2010 uitgevallen wegens gezondheidsklachten na een verkeersongeval. Appellante heeft tot 1 augustus 2012 een uitkering op grond van de Ziektewet ontvangen. Appellante is vanaf 1 juli 2012 werkzaam geweest als horecamedewerkster gedurende 20 uur per week en aan haar is een aanvullende uitkering op grond van de Werkloosheidswet toegekend. Op 25 september 2012 en op 23 december 2012 is appellante uitgevallen wegens pijnklachten als gevolg van een nek- en rughernia. Op 22 juni 2015 heeft zij een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ingediend (Wet WIA).
Bij besluit van 24 augustus 2015 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellante met ingang van 7 oktober 2015 geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA is ontstaan, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit besluit berust op een rapport van een verzekeringsarts van 31 juli 2015, een op diezelfde datum vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en een arbeidskundig rapport van 2 augustus 2015. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit is bij besluit van 8 april 2016 (bestreden beluit) ongegrond verklaard. Dit besluit berust op een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 17 maart 2016.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat het medisch onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat op grond van de beschikbare gegevens moet worden...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT