Uitspraak Nº 17-4012 AOW. Centrale Raad van Beroep, 2019-01-31

ECLIECLI:NL:CRVB:2019:292
Date31 Enero 2019
Docket Number17-4012 AOW
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
17 4012 AOW

Datum uitspraak: 31 januari 2019

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 april 2017, 16/5734 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J. Biemond, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2019. Appellant is niet verschenen. Het Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Sturmans.

OVERWEGINGEN
1.1.

De Svb heeft aan appellant met ingang van oktober 2006 een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) toegekend. Bij een onderzoek naar appellants woonsituatie in 2015 is gebleken dat appellant sinds januari 2013 samenwoont met een jongere partner. Appellants partner ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

1.2.

Bij besluit van 10 november 2015 heeft de Svb appellants ouderdomspensioen met ingang van februari 2013 herzien naar een pensioen voor een samenwonende. Verder is appellant een toeslag op grond van de AOW geweigerd omdat het inkomen van zijn partner te hoog is. Bij beslissing op bezwaar van 9 juni 2016 (bestreden besluit) heeft de Svb zijn besluit van 10 november 2015 gehandhaafd.

2. Appellant is in beroep gekomen tegen de weigering van een toeslag. De rechtbank heeft dit beroep bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat de Svb op juiste wijze toepassing heeft gegeven aan artikel 8, eerste lid, van de AOW in verbinding met artikel 11 van die wet. De WAO-uitkering van appellants partner moet als ‘overig inkomen’ geheel in mindering worden gebracht op de toeslag.

3.1.

Ook in hoger beroep heeft appellants gemachtigde naar voren gebracht dat op grond van artikel 10, tweede lid, van de AOW in combinatie met artikel 11 van die wet de

WAO-uitkering slechts ten dele in mindering moet worden gebracht op de toeslag.

3.2.

De Svb is van mening dat in genoemde artikelen onderscheid wordt gemaakt tussen inkomen uit arbeid en overig inkomen. In artikel 11 van de AOW is slechts neergelegd dat het inkomen uit arbeid ten dele op de toeslag in mindering wordt gebracht. Dit artikel geldt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT