Uitspraak Nº 17/4397 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2019-06-06

ECLIECLI:NL:CRVB:2019:1895
Date06 Junio 2019
Docket Number17/4397 WIA
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
17 4397 WIA

Datum uitspraak: 6 juni 2019

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van

6 juni 2017, 16/4284 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. F.W. Verweij, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 mei 2019. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Verweij. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K. Bolier.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellante heeft gewerkt als apothekersassistente voor 25 uur per week. Op 2 december 2013, na afloop van een uitkeringsperiode op grond van de Wet Arbeid en Zorg, heeft zij zich ziek gemeld voor haar werk wegens psychische klachten. Op 2 september 2015 heeft zij een aanvraag ingediend bij het Uwv voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv heeft appellante in aanmerking gebracht voor een voorschot op de eventuele toekenning van een WIA-uitkering.

1.2.

Bij besluit van 24 februari 2016 heeft het Uwv geweigerd om appellante een uitkering op grond van de Wet WIA toe te kennen, omdat appellante met ingang van 30 november 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Aan dit besluit lagen rapporten van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige ten grondslag. Bij besluit van 23 maart 2016 heeft het Uwv het over de periode van 30 november 2015 tot en met 29 februari 2016 aan appellante toegekende voorschot ten bedrage van € 2.956,64 van appellante teruggevorderd. Het bezwaar van appellante tegen beide besluiten is bij besluit van 9 augustus 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.

2.1.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat sprake is geweest van zorgvuldig medisch onderzoek door de verzekeringsartsen, waarbij appellante is gezien door de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep, informatie van de behandelend psycholoog en psychiater is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT