Uitspraak Nº 17/5922 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2019-12-31
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2019:4347 |
Docket Number | 17/5922 WIA |
Date | 31 Diciembre 2019 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
Datum uitspraak: 31 december 2019
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
3 augustus 2017, 17/2187 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. D.S.G.M.J.M. Deijle hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het Uwv heeft een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2019. Namens appellante is mr. Deijle verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. W. de Rooy-Bal.
Appellante is laatstelijk werkzaam geweest als hulp in de thuiszorg voor 28 uur per week.
Na het doorlopen van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv vastgesteld dat appellante per 24 oktober 2012 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
Appellante heeft zich op 7 oktober 2014 ziek gemeld met hoofdzakelijk psychische klachten. Zij ontving op dat moment een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het Uwv heeft, na onderzoek door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, bij besluit van 20 september 2016 aan appellante per 4 oktober 2016 een WGA-vervolguitkering toegekend, waarbij de arbeidsongeschiktheidsklasse is vastgesteld op 45 tot 55%.
Naar aanleiding van het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep appellante onderzocht en de in bezwaar ontvangen informatie van de behandelend sector bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de door de verzekeringsarts opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) onderschreven. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft opnieuw het CBBS geraadpleegd en voor appellante deels nieuwe functies met een hoger uurloon geselecteerd. Op grond van deze nieuwe functieselectie is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%.
Bij brief van 11 januari 2017 heeft het Uwv aan appellante zijn voornemen kenbaar gemaakt om de WIA-uitkering te beëindigen per toekomende datum. Nadat appellante hierop heeft gereageerd, hebben de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT