Uitspraak Nº 17/7569 ZW. Centrale Raad van Beroep, 2020-02-27
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2020:473 |
Docket Number | 17/7569 ZW |
Date | 27 Febrero 2020 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
Datum uitspraak: 27 februari 2020
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 13 oktober 2017, 17/1196 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Mr. A.F. van den Berg, advocaat, heeft de gronden van hoger beroep ingediend.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met de zaak 19/278, plaatsgevonden op 16 januari 2020. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van den Berg. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. H. ten Brinke. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst en is in de twee zaken afzonderlijk uitspraak gedaan.
Appellant heeft van 1 januari 2003 tot en met 31 juli 2015 twintig uur per week als medewerker callcenter gewerkt bij KPN. Hij heeft zich op 16 december 2016 ziek gemeld met klachten aan handen en vingers. Op dat moment ontving appellant een uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW). Aan appellant is met ingang van 3 januari 2017 een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend, nadat de maximale uitkeringstermijn voor de WW op 2 januari 2017 was verstreken.
Op 14 februari 2017 heeft appellant het spreekuur bezocht van een arts van het Uwv. Deze arts heeft appellant per 7 maart 2017 arbeidsgeschikt geacht voor de maatgevende arbeid. Hierop heeft het Uwv bij besluit van 14 februari 2017 vastgesteld dat appellant per 7 maart 2017 geen recht meer heeft op ziekengeld.
Appellant is vervolgens op het spreekuur van 7 maart 2017 van de arts van het Uwv gezien, waar hij zich had gemeld met hielspoor- en rugklachten. Hij heeft daarnaast te kennen gegeven dat hij een slaapstoornis heeft en is doorverwezen naar een psychiater. De arts heeft de hersteldverklaring per 7 maart 2017 ingetrokken en vastgesteld dat appellant per 13 maart 2017 arbeidsgeschikt is voor zijn eigen werk. Dit is neergelegd in een besluit van 7 maart 2017. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 20 april 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 18 april 2017 ten grondslag.
2. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet in geschil is dat 13 maart 2017 de datum in geding is. De...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT