Uitspraak Nº 17/7613 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2019-12-31

ECLIECLI:NL:CRVB:2019:4350
Docket Number17/7613 WIA
Date31 Diciembre 2019
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
17 7613 WIA

Datum uitspraak: 31 december 2019

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 1 november 2017, 17/3723 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. J.E. Groenenberg, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2019. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Groenenberg. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.J. Grasmeijer.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellante is werkzaam geweest als medewerker kwekerij voor 22,54 uur per week. Op 17 september 2012 heeft zij zich ziek gemeld met rugklachten. Na afloop van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv aan appellante met ingang van 15 september 2014 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 100%. Bij besluit van 16 augustus 2016 heeft het Uwv, zonder een verzekeringsgeneeskundig onderzoek uit te voeren, aansluitend aan deze uitkering aan appellante een WGA-loonaanvullingsuitkering toegekend per 15 oktober 2016, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De (ex-)werkgever van appellante heeft op 26 september 2016 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 16 augustus 2016.

1.2.

Naar aanleiding van dit bezwaar heeft het Uwv alsnog een verzekeringsgeneeskundig onderzoek doen uitvoeren. In het kader daarvan heeft appellante op 10 november 2016 het spreekuur bezocht van een arts van het Uwv. Deze arts heeft appellante belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 december 2016. Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Op 31 januari 2017 heeft het Uwv aan appellante een concept-besluit gestuurd waarin zij per 15 oktober 2016 42,35% arbeidsongeschikt wordt geacht. Op 1 februari 2017 heeft appellante kenbaar gemaakt dat zij het niet eens is met dit concept-besluit.

1.3.

Op 3 maart 2017 heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT