Uitspraak Nº 17/7634 AOW-V. Centrale Raad van Beroep, 2019-03-29

ECLIECLI:NL:CRVB:2019:1097
Date29 Marzo 2019
Docket Number17/7634 AOW-V
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

Datum uitspraak: 29 maart 2019

17/7634 AOW-V

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 27 oktober 2017, 17/1759 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 26 januari 2018 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.

Appellant heeft verzet gedaan.

Het verzet is ter zitting behandeld van 7 juni 2018. Appellant is verschenen. De Svb heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

Appellant heeft nadere stukken ingezonden.

Het verzet is opnieuw ter zitting behandeld van 15 februari 2019, waarvoor zowel appellant als de Svb waren opgeroepen. Appellant is verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Zuidersma.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 26 januari 2018 berust op de overweging dat de intrekking van het hoger beroep door appellant niet meer ongedaan kan worden gemaakt.

In verzet heeft appellant te kennen gegeven dat het intrekken van het hoger beroep is toe te schrijven aan een wilsgebrek. Hij was zich op dat moment niet bewust van de consequenties van de intrekking. Voorts stelt hij dat de intrekking onbevoegd is gedaan. Naar zijn mening kan het intrekken van een hoger beroep uitsluitend door een advocaat gedaan worden.

Ter zitting heeft appellant toegelicht dat hij het hoger beroep heeft ingetrokken op basis van de veronderstelling dat met het alsnog inzenden van salarisspecificaties de Svb de herziening en terugvordering van de toeslag, die gebaseerd was op het niet verstrekken van de salarisspecificaties, ongedaan zou maken. De Svb zou hem dat in ieder geval telefonisch hebben toegezegd.

Niet gebleken is dat de Svb appellant heeft toegezegd dat met het alsnog verstrekken van de salarisspecificaties van zijn echtgenote de herziening en terugvordering van de toeslag ongedaan zou worden gemaakt. Er is dan ook geen aanleiding om aan te nemen dat appellant terecht kon veronderstellen dat met het alsnog verstrekken van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT