Uitspraak Nº 17/792 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2019-08-29

ECLIECLI:NL:CRVB:2019:2878
Date29 Agosto 2019
Docket Number17/792 WIA
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
17 792 WIA

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van
13 december 2016, 16/1829 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak: 29 augustus 2019

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft O.J.J.C. Koopmans hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Na vragen van de Raad hebben partijen nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juli 2019. Appellant is verschenen, bijgestaan door Koopmans. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.R. Bos.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellant is sinds 1997 werkzaam als zelfstandig metselaar zonder personeel en vrijwillig verzekerd voor de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Vanaf 2010 is appellant tevens gestart met de verkoop van PVC-materialen en andere benodigdheden voor vijvers, via een eigen webwinkel. Appellant heeft zich op 18 oktober 2013 ziek gemeld in verband met onder meer rugklachten en schouder- en armklachten. Het Uwv heeft appellant in aanmerking gebracht voor een
ZW-uitkering. Op 2 juli 2015 heeft appellant een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend.

1.2.

Bij besluit van 4 augustus 2015 heeft het Uwv geweigerd om aan appellant na het einde van de wachttijd met ingang van 16 oktober 2015 een WIA-uitkering toe te kennen. Volgens het Uwv was appellant met zijn beperkingen nog in staat een aantal voor hem geselecteerde voorbeeldfuncties te vervullen en gelet op wat hij daarmee kon verdienen, is de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant vastgesteld op minder dan 35%. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 15 maart 2016 ongegrond verklaard.

2.1.

Nadat appellant beroep had ingesteld tegen het besluit van 15 maart 2016 heeft het Uwv op 22 juni 2016 een nieuw besluit (bestreden besluit) genomen, dat volgens het Uwv in de plaats komt van het eerdere besluit en waarbij het Uwv het bezwaar van appellant alsnog gegrond heeft verklaard. Aan appellant is per 16 oktober 2015 een WGA-uitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is berekend op 47,88%. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 15 juni 2016 ten grondslag, waarin is toegelicht dat het zogenoemde maatmaninkomen van appellant nader is vastgesteld omdat ten onrechte geen rekening was gehouden met de ondernemersaftrek en de
MKB-winstvrijstelling. Appellant is het ook oneens met het bestreden besluit, omdat het Uwv volgens appellant ten onrechte zijn belastbare winst over de boekjaren 2010 t/m 2012 als basis heeft genomen voor de berekening van zijn maatgevende inkomen.

2.2.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT