Uitspraak Nº 17-880039-12. Rechtbank Noord-Nederland, 2015-11-05

ECLIECLI:NL:RBNNE:2015:5115
Date05 Noviembre 2015
Docket Number17-880039-12
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 17/880039-12

beslissing van de meervoudige kamer, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 5 november 2015 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

veroordeelde,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft d.d. 3 februari 2014 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vast zal stellen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), wordt geschat en dat de rechtbank aan veroordeelde de verplichting zal opleggen tot betaling aan de staat van een bedrag van € 1.720.310,85 ter ontneming van het uit het in de zaak met parketnummer 17/880039-12 voortvloeiende, wederrechtelijk verkregen voordeel (hierna: de ontnemingsvordering).

De behandeling is aangevangen ter terechtzitting van 24 maart 2014 en voortgezet op 21 oktober 2014. Ter terechtzitting van 21 oktober 2014 heeft de rechtbank bepaald dat een schriftelijke wisseling van standpunten zal plaatsvinden. De officier van justitie heeft een conclusie van eis ingediend. De raadsman van veroordeelde, mr. M.R. van der Pol, advocaat te Leeuwarden, heeft een conclusie van antwoord ingediend, alsmede een aanvulling daarop. De officier van justitie heeft een conclusie van repliek ingediend. De raadsman van veroordeelde heeft een conclusie van dupliek ingediend.

De rechtbank heeft het onderzoek voortgezet op 24 september 2015. Ter terechtzitting van 24 september 2015 heeft de officier van justitie de ontnemingsvordering gewijzigd in die zin dat hij het bedrag heeft verlaagd tot € 229.522,38.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
1.1.

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het vertrouwensbeginsel in de weg staat aan toewijzing van de ontnemingsvordering. Daartoe heeft de raadsman van veroordeelde aangevoerd dat de officier van justitie bij de behandeling van het klaagschrift tegen het conservatoir beslag heeft aangegeven dat vermoedelijk geen ontnemingsvordering zou worden ingediend tegen veroordeelde. De raadkamer van de rechtbank heeft het klaagschrift gegrond verklaard en beslist dat de in beslag genomen goederen moesten worden teruggegeven aan veroordeelde. Dit heeft volgens de verdediging bij veroordeelde het vertrouwen gewekt dat zou worden afgezien van het indienen van een ontnemingsvordering.

1.2.

In de rapportage wederrechtelijk verkregen voordeel van 5 juni 2013 (hierna: ontnemingsrapportage) (p. 5 en 53) staat dat de officier van justitie bij de behandeling van het klaagschrift tegen het conservatoir beslag abusievelijk heeft aangegeven dat vermoedelijk geen ontnemingsvordering zou worden ingediend tegen veroordeelde, dat de klacht zodoende gegrond werd verklaard en dat de raadkamer heeft beslist dat de vermogensbestanddelen aan veroordeelde dienden te worden teruggegeven.

1.3.

Voor zover de officier van justitie in de klachtprocedure heeft gezegd dat vermoedelijk geen ontnemingsvordering zou worden ingediend tegen veroordeelde, is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde aan deze mededeling niet het gerechtvaardigd vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat geen ontnemingsvordering zou worden ingediend. Deze mededeling kan niet worden aangemerkt als een uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke toezegging dat geen ontnemingsvordering zou worden ingediend.

1.4.

Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat geen sprake is van een schending van het vertrouwensbeginsel en dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de ontnemingsvordering. Dit betekent dat het verweer faalt.

Bewijsmiddelen

Zaak A02 ( [adres 1] )

De rechtbank baseert de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in zaak A02 ( [adres 1] ) op de volgende bewijsmiddelen:

2.1.

Een nota van afrekening van [notariskantoor] te [plaats ] d.d. 28 oktober 2003, opgenomen in map 7, op de pagina's 2418 en 2419, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

Overdacht kosten koper:

Koopsom registergoed: € 420.000,00

Koopsom roerende zaken: € 10.000,00

Afsluiten hypotheek:

Te ontvangen hypotheek van [Bank 1] : € 425.000,00

Af: Afsluitprovisie € 1.400,00

€ 423.600,00

Kosten t.b.v. de Staat en het Kadaster:

6% overdrachtsbelasting over € 420.000,00: € 25.200,00

Inschrijvingskosten levering: € 74,27

Inschrijvingskosten hypotheek: € 92,15

Notariële kosten (btw belast):

Recherchekosten levering: € 20,00

Recherchekosten hypotheek: € 20,00

Honorarium levering over € 420.000,00: € 750,00

Honorarium hypotheek over € 550.000,00: € 450,00

Registratiekosten hypotheek: € 3,00

19% btw over € 1.243,00: € 236,17

Taxatienota [Makelaardij 1] : € 297,50

Taxatienota [Taxateur] : € 685,43

Taxatienota [Makelaardij 2] : € 166,60

2.2.

Een leveringsakte d.d. 31 oktober 2003, opgenomen in map 7, op de pagina's 2437 en 2442, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende dat aan veroordeelde is verkocht en geleverd de woning aan de [adres 1] te [plaats ] en dat de koopprijs bedraagt € 430.000,00 (inclusief € 10.000,00 wegens overname roerende zaken).

2.3.

Een hypotheekakte d.d. 31 oktober 2003, met referentienummer 62510/29.87.72.019, opgenomen in map 7, op de pagina's 2445 en 2448, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende dat veroordeelde hypotheek heeft verleend tot een bedrag van € 550.000,00 op de woning met ondergrond, erf, water en verdere aanhorigheden aan de [adres 1] te [plaats ] .

2.4.

Een nota van afrekening van [bedrijfsnaam 1] d.d. 3 april 2008, opgenomen in map 7, op de pagina 2433, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

inzake: executoriale verkoop [adres 1] te [plaats ]

Te ontvangen: Te voldoen:

Koopprijs registergoed: € 530.000,00 -

Rente (6%) over koopprijs gedurende 30 dagen: € 2.613,69 -

Resterende veilingopbrengst (te verdelen - € 11.933,28

conform wettelijke regels) ---------------- --------------

€ 532.613,69 € 11.933,28

Per saldo te ontvangen € 520.680,41

2.5.

Een overzicht van de af- en bijschrijvingen van de privérekening van veroordeelde bij de [Bank 1] met [rekeningnummer 1] over de periode van 25 september 2003 tot en met 8 april 2008, opgenomen in map 21, op de pagina's 7873 tot en met 7892, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

- dat veroordeelde in de periode van november 2003 tot en met oktober 2007 maandelijks een bedrag van € 833,33 heeft afgelost op de lening met [nummer 1] (in totaal 48 x € 833,33 = € 39.999,84);

- dat veroordeelde in de periode van november 2007 tot en met maart 2008 maandelijks een bedrag van € 416,66 heeft afgelost op de lening met [nummer 1] (in totaal 5 x € 416,66 = € 2.083,30);

- dat op 8 april 2008 een bedrag van € 387.644,34 is afgeschreven met de omschrijving " [Bank 1] , algehele aflossing, [nummer 1] ".

Zaak A03 ( [adres 2] )

De rechtbank baseert de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in zaak A03 ( [adres 2] ) op de volgende bewijsmiddelen:

3.1.

Een factuur van [bedrijfsnaam 5] , nummer 2004-027, d.d. 10 augustus 2004, gericht aan [naam 1] , opgenomen in map 8, op de pagina 2654, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

betreft: werkzaamheden [adres 2] te [plaats ]

Totaal excl. BTW € 17.101,36

BTW € 3.249,26

Totaal incl. BTW € 20.350,62

3.2.

Een factuur van [bedrijfsnaam 5] , nummer 2004-032, d.d. 25 oktober 2004, gericht aan [naam 1] , opgenomen in map 8, op de pagina 2665, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

betreft: verbouwingswerkzaamheden t.b.v. pand [adres 2] te [plaats ]

Totaal excl. BTW € 11.367,18

BTW € 2.159,76

Totaal incl. BTW € 13.526,94

3.3.

Een factuur van [bedrijfsnaam 5] , nummer 2004-035, d.d. 25 oktober 2004, gericht aan [naam 1] , opgenomen in map 8, op de pagina 2670, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

betreft: verbouwingswerkzaamheden t.b.v. pand [adres 2] te [plaats ]

Subtotaal € 2.016,00

BTW 19% € 383,04

Totaal generaal € 2.399,04

3.4.

Een factuur van [bedrijfsnaam 5] , nummer 2004-034, d.d. 25 oktober 2004, gericht aan [naam 1] , opgenomen in map 8, op de pagina 2696, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

betreft: verbouwingswerkzaamheden t.b.v. pand [adres 2] te [plaats ]

Totaal excl. BTW € 4.571,81

BTW 19% € 868,64

Totaal incl. BTW € 5.440,45

3.5.

Een factuur van [bedrijfsnaam 5] , nummer 2005-101, d.d. 26 januari 2005, gericht aan [naam 1] , opgenomen in map 8, op pagina 2720, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

betreft: verbouwing woning [adres 2] te [plaats ]

Subtotaal € 5.143,49

BTW 19% € 977,26

Totaal generaal € 6.120,75

3.6.

Een overzicht van de af- en bijschrijvingen van de zakelijke rekening van [bedrijfsnaam 5] bij de [Bank 1] met [rekeningnummer 2] over de periode van 1 januari 2004 tot en met 1 december 2007, opgenomen in map 21, op de pagina's 7897 tot en met 7925, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

- dat veroordeelde de enige gemachtigde van deze rekening is;

- dat op 1 september 2004 een bedrag van € 20.350,62 is bijgeschreven van rekeningnummer [rekeningnummer 3] met de omschrijving "dhr. [naam 1] e/o [adres 2] [plaats ] DI FACT*2004-027";

- dat op 9 november 2004 een bedrag van € 13.526,94 is bijgeschreven van rekeningnummer [rekeningnummer 3] met de omschrijving "dhr. [naam 1] e/o [adres 2] [plaats ] FACT*2004-032";

- dat op 1 december 2004 een bedrag van € 2.399,04 is bijgeschreven van rekeningnummer [rekeningnummer 3] met de omschrijving "dhr. [naam 1] e/o [adres 2] [plaats ]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT