Uitspraak Nº 17_2373. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-12-04

ECLIECLI:NL:RBOBR:2017:6280
Docket Number17_2373
Date04 Diciembre 2017
RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummers: SHE 17/2373 en SHE 17/2374

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 december 2017 in de zaak tussen [eiser] , te [plaatsnaam] , en [eiser] , te [plaatsnaam] , eisers 1 [eiseres] en [eiser] , te [plaatsnaam] , eisers 2

(gezamenlijk te noemen:eisers)

(gemachtigde: mr. C.G.J.M. Termaat),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne, verweerder

(gemachtigden: mr. F.P.G. Ricken-Cleven en V.H.V.H. Snels)

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2015 (het primaire besluit 1) heeft verweerder de aanvraag van eisers 1 om een tegemoetkoming in de planschade voor zover die betrekking heeft op de percelen plaatselijk bekend [adres] , kadastraal bekend gemeente Deurne, [nummers] niet-ontvankelijk verklaard, en het verzoek voor de overige percelen, plaatselijk bekend [adres] , kadastraal bekend gemeente Deurne, [nummers] afgewezen.

Bij besluit van diezelfde datum (het primaire besluit 2) heeft verweerder de aanvraag van eisers 2 om een tegemoetkoming in de planschade die zij stellen te hebben geleden ten gevolge van dezelfde planologische maatregel voor de percelen plaatselijk bekend [adres] , kadastraal bekend gemeente Deurne, [nummers] afgewezen.

Bij besluiten van 25 juli 2016 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen hebben eisers bij deze rechtbank beroep ingesteld, dat door de rechtbank is geregistreerd onder de nummers SHE 16/2503 en SHE 16/2504.

Bij uitspraak van 18 oktober 2016 heeft de rechtbank de beroepen gegrond verklaard en de besluiten van 25 juli 2016 vernietigd. Bij uitspraak op verzet van 15 februari 2017 heeft de rechtbank het verzet gegrond verklaard, de beroepen gegrond verklaard en de besluiten van 25 juli 2016 vernietigd.

Bij besluiten van 17 juli 2017 (de bestreden besluiten) heeft de gemeentesecretaris namens verweerder de bezwaren ongegrond verklaard en de primaire besluiten in stand gelaten.

Eisers hebben tegen de bestreden besluiten afzonderlijk beroep ingesteld. Het beroep van eisers 1 is geregistreerd onder zaaknummer SHE 17/2373, dat van eisers 2 onder zaaknummer SHE 17/2374.

Verweerder heeft bij besluiten van 13 oktober 2017 de bestreden besluiten bekrachtigd.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2017, waar de beroepen gevoegd zijn behandeld. [eiser] is verschenen, alsmede de gemachtigde en [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen
1.1

De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Eisers 1 zijn samen eigenaar van het perceel [adres] , kadastraal bekend als: [nummers] . Eisers 2 zijn eigenaar van percelen aan de [adres] , kadastraal bekend als [nummers] .

Op perceel [adres] stond een in verval geraakt bedrijfsgebouw en aan de noordoostzijde staat nog steeds een vrijstaande bedrijfsruimte. Op perceel [adres] staat een bedrijfsgebouw bestaande uit een kantoor en bedrijfshallen.

1.2

Op beide percelen gold het “Uitbreidingsplan in Hoofdzaken”. In dit bestemmingsplan hadden de gronden de bestemming “Terrein bestemd voor inrichtingen op het gebied van handel en nijverheid”. In dit bestemmingsplan waren geen concrete bouw- of gebruiksvoorschriften van toepassing. In de gemeentelijke Bouwverordening mochten beide percelen 100% worden bebouwd tot een hoogte van 15 meter. De percelen mochten worden gebruikt voor handel en bedrijvigheid waarbij de milieucategorie in planologisch opzicht niet beperkt was.

1.3

Op 7 november 2007 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan “Spoorzone” vastgesteld. Bij uitspraak van 27 mei 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BI4981) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) goedkeuring onthouden aan dit vastgestelde plan. Op 6 juli 2010 heeft de gemeenteraad de ‘Detailhandelvisie gemeente Deurne’ (Detailhandelsvisie) vastgesteld.

1.4

Op 22 januari 2013 heeft de gemeenteraad van Deurne het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Industrieweg-Noord” vastgesteld. Dit plan is op 24 december 2013 onherroepelijk geworden. In dit bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming “Bedrijf” en kunnen er bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 in de staat van bedrijfsactiviteiten worden gevestigd. Productiegebonden detailhandel is toegelaten. Bebouwing is toegelaten met een percentage van minimaal 50% en maximaal 80%. De hoogste toegelaten bouwhoogte van gebouwen is 8 meter.

1.5

Op 9 mei 2014 hebben eisers bij verweerder verzoeken ingediend tot tegemoetkoming in de planschade op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). In hun verzoeken stellen eisers dat zij schade hebben geleden ten gevolge van het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Industrieweg-Noord” dat in ernstige mate de voorheen geldende mogelijkheden van bedoelde percelen beperkt. Op verzoek van verweerder heeft Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) advies uitgebracht over deze verzoeken. Verweerder heeft deze adviezen ten grondslag gelegd aan de primaire besluiten.

2.1

Eisers voeren aan dat het bestreden besluit ten onrechte namens verweerder in mandaat is genomen en getekend door de gemeentesecretaris van Deurne. Bovendien is volgens eisers de werkwijze in strijd met artikel 7:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2.2

Verweerder stelt dat mandaat is verleend door verweerder aan de gemeentesecretaris om te beslissen op een bezwaarschrift als het advies van de bezwaarcommissie volledig wordt gevolgd en het dictum van het primaire besluit in stand blijft.

2.3

De primaire besluiten zijn genomen door verweerder. De bestreden besluiten zijn genomen door de gemeentesecretaris namens verweerder.

2.4

In een uitspraak van de Afdeling van 20 juli 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BR2322) is het volgende overwogen: “Ingevolge artikel 7:11 van de Awb vindt op grondslag van het bezwaar een heroverweging van het bestreden besluit plaats. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 30 maart 1999 in zaak nr. E03.96.0783; JB 1999/109) mag deze heroverweging zich niet beperken tot de rechtmatigheid van het primaire besluit, maar dient zich binnen de grenzen van de wet ook uit te strekken tot kwesties van beleid. Aldus wordt een zekere controle uitgeoefend op degene die het primaire besluit heeft genomen en op het daarbij gevoerde beleid. Deze in artikel 7:11, eerste lid, van de Awb voorgeschreven heroverweging komt niet tot haar recht indien een ambtenaar in mandaat beslist op een bezwaar tegen een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Deze wijze van beslissen op bezwaar verdraagt zich niet met voormelde wettelijke bepaling.” De rechtbank is van oordeel dat de functie van gemeentesecretaris niet een zelfstandige ondersteunende functie is van verweerder maar dat de gemeentesecretaris wel degelijk ondergeschikt is aan verweerder. Dit volgt overigens ook uit artikel 102 van de Gemeentewet. Dit heeft tot gevolg dat de bestreden besluiten zijn genomen in strijd met artikel 7:11, eerste lid van de Awb.

2.5

De rechtbank merkt de bekrachtigingsbesluiten van 13 oktober 2017 aan als herstelbesluiten in de zin van artikel 6:19 van de Awb. De rechtbank verstaat deze besluiten (de herstelbesluiten) aldus dat de inhoud en de uitkomst van de bestreden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT