Uitspraak Nº 18/00282. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-01-29
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2019:733 |
Date | 29 Enero 2019 |
Docket Number | 18/00282 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
locatie Leeuwarden
nummer 18/00282
uitspraakdatum: 29 januari 2019
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2018, nummer LEE 17/2469, ECLI:NL:RBNNE:2018:2368, in het geding tussen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
en de Inspecteur.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
De Inspecteur heeft van belanghebbende een brief ontvangen, die door hem is aangemerkt als beroepschrift en op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht is doorgezonden aan de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, en de aanslag en de beschikking belastingrente verminderd.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2018. Belanghebbende is niet verschenen zonder bericht van verhindering. Belanghebbende is uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het hoger beroep bij aangetekende brief van 29 oktober 2018 verzonden naar het adres [a-straat 1] , [Z] . Blijkens informatie van PostNL is de uitnodiging op 30 oktober 2018 op dat adres aangeboden en is daarbij voor ontvangst getekend.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
Belanghebbende is geboren [in] 1963 en was heel 2015 gehuwd.
Belanghebbende heeft voor het jaar 2015 aangifte in de IB/PVV gedaan naar een inkomen uit werk en woning van € 10.897 en, na vermindering met een persoonsgebonden aftrek van € 2.255 in verband met giften, een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.642. In de aangifte is als omschrijving van de giften vermeld: “ [A] Moskee [Z] ”, en is het geclaimde bedrag als volgt berekend:
Andere giften culturele instelling |
€ 2.000 |
Verhoging aftrek andere giften culturele instellingen |
€ 500 |
Totaalbedrag andere giften |
€ 2.500 |
Drempel andere giften |
€ 245 |
Totaal aftrekbare giften |
€ 2.255 |
Naar aanleiding van vragen van de Inspecteur heeft belanghebbende een viertal kwitanties overgelegd, met de serienummers 024114, 024115, 024116 en 024117. Op deze kwitanties is voorgedrukt de tekst 500 EURO alsmede – onder meer – de volgende tekst:
“Hollanda
[B]
[A] Tarih:…../…../ 200…
Gift voor de moskee
[C]
”
Op de kwitanties is handgeschreven de naam [D] vermeld en “200…” veranderd in 2015.
Tot de stukken van het geding in hoger beroep behoort een ambtsedige verklaring, door de belastingdienstambtenaar [E] opgemaakt op 6 juni 2018, met de bevindingen van een op 30 maart 2018 ingesteld derden-onderzoek bij [B] / [A] (hierna: [A] ) te [F] . In deze verklaring is onder meer vermeld:
“Bij aanvang van het onderzoek zijn de onderstaande administratieve bescheiden overgelegd:
- Uitgeschreven kwitantiebonnenboekjes van meerdere onder [A] vallende lokale stichtingen;
- Kasboeken van de jaren 2013 tot en met 2017 (…);
- Door [A] en lokale stichtingen opgemaakte lijsten van respectievelijk uitgegeven en ingenomen kwitantiebonnenboekjes. De lijsten zijn ondertekend door een afgevaardigde van [A]...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT