Uitspraak Nº 18/00388 en 18/00389. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:3357
Docket Number18/00388 en 18/00389
Date29 Abril 2020
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummers 18/00388 en 18/00389

uitspraakdatum: 29 april 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 29 maart 2018, nummers AWB 17/2901 en AWB 17/2902, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.

Belanghebbende heeft op 8 december 2016 aangifte gedaan van de verschuldigde belasting van personenauto’s (hierna: de belasting) ter zake van de registratie van een personenauto van het merk Land Rover in het kentekenregister. Belanghebbende heeft € 33.956 belasting op aangifte voldaan.

1.2.

Belanghebbende heeft op 25 januari 2017 aangifte gedaan van de verschuldigde belasting ter zake van de registratie van een personenauto van het merk Porsche in het kentekenregister. Belanghebbende heeft € 16.727 belasting op aangifte voldaan.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van de belasting. De Inspecteur heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep met betrekking tot de Land Rover (kenmerk AWB 17/2901) ongegrond verklaard en het beroep met betrekking tot de Porsche (AWB 17/2902) gegrond verklaard, de hierop betrekking hebbende uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de verschuldigde belasting verminderd tot € 16.182.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten
2.1.

Belanghebbende heeft op 8 december 2016 ter zake van de registratie in het kentekenregister van de uit een andere lidstaat van de Europese Unie (Duitsland) naar Nederland overgebrachte personenauto Land Rover, type Range Rover Sport – 5.0 V8 Supercharged SVR (hierna: auto 1), aangifte gedaan van € 33.956 verschuldigde belasting. Het verschuldigde bedrag is door belanghebbende voldaan. De datum van eerste toelating in Duitsland van auto 1 is 11 januari 2016. De auto is op 20 december 2016 in het kentekenregister geregistreerd.

2.2.

Belanghebbende heeft op 25 januari 2017 ter zake van de registratie in het kentekenregister van de uit een andere lidstaat van de Europese Unie (Duitsland) naar Nederland overgebrachte personenauto Porsche, type Panamera – 4.0 4S (hierna: auto 2), aangifte gedaan van € 16.727 verschuldigde belasting. Het verschuldigde bedrag is door belanghebbende voldaan. De datum van eerste toelating in Duitsland van auto 2 is 10 januari 2017. De auto is op 16 februari 2017 in het kentekenregister geregistreerd.

2.3.

Het begrip eerste toelating in Duitsland komt overeen met het begrip registratie in de zin van artikel 2 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de wet). Dat betekent dat het kenteken is opgenomen in het betreffende Duitse register en dat het kenteken op naam van de houder van de auto is gesteld. Vanaf het moment dat aan beide voorwaarden is voldaan, mag van de openbare weg gebruik worden gemaakt.

2.4.

Beide auto’s zijn gebruikte auto’s. Auto 1 is in 2015 geproduceerd en auto 2 in 2016. De bruto belasting voor nieuwe auto’s bedraagt voor auto 1 € 63.751 in 2015 en € 72.401 in 2016. De bruto belasting voor nieuwe auto’s bedraagt voor auto 2 € 24.634 in 2016 en € 28.010 in 2017.

2.5.

Bij de berekening van de op aangifte verschuldigde belasting is belanghebbende uitgegaan van de volgens de tarieven van 2016 (auto 1: € 72.401) respectievelijk 2017 (auto 2: € 28.010) voor vergelijkbare nieuwe auto’s verschuldigde bruto belasting. Vervolgens heeft belanghebbende de in artikel 10 van de wet bedoelde vermindering van de belasting voor gebruikte personenauto’s toegepast.

2.6.

De Rechtbank heeft het beroep inzake auto 1 ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep inzake auto 2 gegrond verklaard voor zover het beroep betrekking heeft op het toepassen van een extra leeftijdskorting. De Rechtbank heeft de Inspecteur in deze zaak veroordeeld tot betaling van de in beroep gemaakte proceskosten en heeft de Inspecteur gelast de helft van het voor beide zaken betaalde griffierecht te vergoeden.

3 Geschil

In geschil is of belanghebbende teveel belasting op aangifte heeft voldaan. Meer specifiek is in geschil of bij de berekening van de bruto belasting mag worden uitgaan van de tarieven van het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de auto voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT