Uitspraak Nº 18/00529. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-04-24

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:3734
Date24 Abril 2019
Docket Number18/00529
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

Locatie Arnhem

nummer 18/00529

uitspraakdatum: 24 april 2019

Uitspraak van de vijfde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 mei 2018, nummer UTR 17/2077, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 72 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016, voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 248.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerende-zaakbelasting eigenaar vastgesteld op € 489 (hierna: de aanslag).

1.2

De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 mei 2018 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 238.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 april 2019 te Arnhem. Daarbij is verschenen de gemachtigde van belanghebbende, mr. [A] . Namens de heffingsambtenaar is verschenen [B] , bijgestaan door [C] en [D] , taxateur.

1.6

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Eveneens is de ter zitting door de heffingsambtenaar overlegde pleitnota aan deze uitspraak gehecht.

2 De vaststaande feiten
2.1

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een hoekbungalow met een carport en een veranda (25 m²), uit het bouwjaar 1974 (hierna: de onroerende zaak). De oppervlakte van het perceel bedraagt 427 m².

2.2

De onroerende zaak is in 2001 verbouwd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
3.1

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2016.

3.2

Belanghebbende bepleit een waarde van € 207.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de beschikking en de aanslag.

3.3

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil
4.1

Krachtens artikel 17, lid 1, van de Wet WOZ, wordt aan een onroerende zaak een waarde toegekend. Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt deze waarde bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Daarbij heeft als waarde te gelden de waarde in het economische verkeer, oftewel de prijs, die bij aanbieding ten verkoop op de voor die onroerende zaak meest geschikte wijze na de beste voorbereiding door de meest biedende gegadigde voor de onroerende zaak zou zijn betaald.

4.2

De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT