Uitspraak Nº 18/00806. Hoge Raad, 2019-07-12

ECLIECLI:NL:HR:2019:1173
Date12 Julio 2019
Docket Number18/00806

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 18/00806

Datum 12 juli 2019

ARREST

In de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAARLEM

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 januari 2018, nr. 16/00538, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/1654) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Haarlem. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 29 mei 2019 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2019:700, met bijlage ECLI:NL:PHR:2019:702).

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de klachten
2.1

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

2.1.1

Aan belanghebbende is op 11 april 2015 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem (hierna: de heffingsambtenaar). Op het door belanghebbende ontvangen (duplicaat) aanslagbiljet is vermeld dat bezwaar schriftelijk bij de gemeente Haarlem kan worden ingediend.

2.1.2

Belanghebbende heeft op 24 mei 2015 per fax bij de gemeente Haarlem bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.

2.1.3

Op 31 december 2015 heeft belanghebbende de heffingsambtenaar in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar. De heffingsambtenaar heeft bij brief van 11 januari 2016 aan belanghebbende bericht dat het bezwaar van 24 mei 2015 niet is ontvangen. Bij brief van 16 januari 2016 heeft belanghebbende een kopie van het in 2.1.2 genoemde bezwaarschrift aan de heffingsambtenaar gestuurd.

2.1.4

Bij uitspraak op bezwaar van 5 april 2016 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar wegens overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard.

2.2.1

In hoger beroep was onder andere in geschil of het bezwaar tijdig is ingediend en in het bijzonder of sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT