Uitspraak Nº 18/01762. Hoge Raad, 2020-02-14

ECLIECLI:NL:HR:2020:257
Docket Number18/01762
Date14 Febrero 2020

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 18/01762

Datum 14 februari 2020

BESCHIKKING

In de zaak van

[verzoekster] ,
wonende in [woonplaats] ,

VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in de incidentele cassatieberoepen,

hierna: [verzoekster] ,

advocaat: aanvankelijk R.W. Keus en thans J.P. van den Berg,

tegen

1. HET LAND CURAÇAO,
zetelende te Willemstad, Curaçao,

VERWEERDER in cassatie,

hierna: het Land,

advocaat: R.R. Verkerk,

2. [verweerder 2] ,
wonende in [woonplaats] ,

VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerder 2] ,

advocaat: J.H. van Gelderen,

3. [verweerder 3] ,
wonende in [woonplaats] ,

VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerder 3] ,

advocaat: M.A.M. Wagemakers,

4. [verweerster 4] ,
wonende in [woonplaats] ,

VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerster 4] ,

advocaat: M.A.M. Wagemakers,

5. [verweerder 5] ,
wonende in [woonplaats] ,

VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerder 5] ,

advocaat: J. van Weerden,

6. [verweerder 6] ,

wonende in [woonplaats] ,

VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerder 6] ,

advocaat: J. van Weerden,

en

[belanghebbende 1 t/m 27]

VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen.

1 Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de beschikkingen in de zaak 3J 184/2009 van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 20 januari 2010, 11 oktober 2010, 24 oktober 2011 en 29 juni 2012 zoals hersteld bij beschikkingen van 31 juli 2012 en 6 augustus 2012;

b. de beschikkingen in de zaken EJ 184/09 - Ghis 55926 - H-353/12, H-353A/12, H353B/12, H-353C/12, H-353D/12, H-353E/12, H-101/13 en H-102/13 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 7 maart 2017, 9 mei 2017, 15 augustus 2017, 12 december 2017 en 30 januari 2018.

[verzoekster] heeft tegen de beschikkingen van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Het Land heeft verzocht het beroep te verwerpen. [verweerder 2] , [verweerder 3] , [verweerster 4] , [verweerder 5] en [verweerder 6] hebben ieder een verweerschrift tot referte en tevens incidenteel cassatieberoep ingediend. [verzoekster] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad ten aanzien van alle incidentele cassatieberoepen. Het cassatierekest en de verweerschriften tevens incidentele cassatieberoepen zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.

De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping in het principaal cassatieberoep, tot niet-ontvankelijkverklaring van [verweerder 6] en [verweerder 5] in hun verweer en incidentele cassatieberoepen en tot verwerping van de overige incidentele cassatieberoepen.

De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Uitgangspunten en feiten
2.1

In de art. 3:200a – 3:200h van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao (hierna: BWC) is een regeling opgenomen die tot doel heeft om een oplossing te bieden voor de problematiek van langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen, bestaande uit een onroerende zaak. De Advocaat-Generaal heeft in zijn conclusie onder 5.1-5.5 de achtergrond van deze problematiek beschreven. De regeling biedt, kort gezegd, de mogelijkheid dat de rechter grond of delen daarvan in eigendom toekent aan eventueel opgespoorde deelgenoten, aan de gebruikers van de grond of, indien dat niet mogelijk is, aan het Land of een stichting.

2.2

In deze zaak is aan de orde de toekenning van eigendom van kavels op het in Curaçao liggende terrein dat bekend staat als “Rancho”.

2.3

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) Rancho staat in de openbare registers op naam van “Domingo Manuel Wawoe (wijlen)” (hierna: Wawoe) en wordt daarin omschreven als “een perceel grond, groot 12 hectare, 20 are en 10 centiare, gelegen in het 2de district van Curaçao, genaamd “Wawoe”, benoorden “Esperanza” en bewesten “Zee en Landzicht”, omschreven in meetbrief [001] van 1993”.

(ii) Uit aantekeningen van de ambtenaar van de burgerlijke stand blijkt dat Wawoe op 9 januari 1833 op Curaçao is overleden en dat hij ongehuwd was.

(iii) Niet is bekend wie de erfgenamen van Wawoe zijn.

(iv) Ten aanzien van (in ieder geval) twee van Rancho deel uitmakende percelen (meetbrief [002] en meetbrief [003] ) zijn aktes van verkrijgende verjaring opgemaakt en ingeschreven.

(v) Rancho betreft een langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap zoals bedoeld in art. 3:200a BWC.

2.4.1

Op 7 april 2009 hebben 49 verzoekers, voor het merendeel bewoners van een woning op Rancho, bij het gerecht een verzoek ingediend tot toekenning aan ieder van hen van de eigendom van het bij hem of haar in gebruik zijnde deel van Rancho.

2.4.2

Bij eindbeschikking, zoals gewijzigd bij twee herstelbeschikkingen, heeft het gerecht, samengevat weergegeven, de eigendom van Rancho (onder voorwaarden) toegekend aan de in de eindbeschikking genoemde gebruikers, overeenkomstig de in de beschikking opgenomen verdeling in 165 kavels. Het gerecht heeft verder aan het Land toegekend de kavels 12 tot en met 22, al het overige terrein, waaronder de in het indelingsplan geprojecteerde wegen, en de eventuele tot de onverdeelde nalatenschap van Wawoe behorende grond gelegen buiten het indelingsplan.

2.5.1

In hoger beroep heeft het hof, voor zover in cassatie van belang, bij eindbeschikking de beschikking van het gerecht vernietigd. Het hof heeft de eigendom van Rancho toegekend aan het Land, met uitzondering van de hierna te noemen door verjaring verkregen kavels. Het hof heeft de in zijn eindbeschikking onder 3 aan het slot in de kolommen genoemde personen aangewezen als gebruikers van de in de desbetreffende kolommen vermelde kavels, en heeft voor recht verklaard dat de kavels 11-22 en 29 door verjaring in eigendom zijn verkregen door in het dictum van zijn beschikking genoemde personen.

2.5.2

Aan die beslissingen heeft het hof in zijn eindbeschikking – voor zover in cassatie van belang – het volgende ten grondslag gelegd.

Omdat Rancho veel kavels en veel braakliggende grond heeft, kan de rechter bij de toepassing van de art. 3:200a-200h BWC ruimhartig zijn, en ook personen als gebruiker aanmerken die op een of andere wijze een band hebben met Rancho, zonder daadwerkelijk gebruik. (rov. 3.2)

In Rancho speelt de afstamming van de oorspronkelijke eigenaar geen rol. Niemand heeft gesteld familielid van Wawoe te zijn. Het hof zal art. 3:200b lid 3 BWC, naar analogie van art. 3:200b lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA), aldus toepassen dat in een voorkomend geval de band met Rancho beslissend is, ook al is van mogelijk deelgenootschap geen sprake. (rov. 3.3 en 3.4)

Het hof zal de eigendom van de grond in Rancho – behoudens verkrijgende verjaring – toekennen aan het Land, aangezien alleen het Land in staat is de grond te ontwikkelen met de miljoenenuitgaven die daarvoor nodig zijn. Bovendien willen (of kunnen) bijna alle belanghebbenden erfpacht verkrijgen, waarvoor nodig is dat het Land eigenaar is. Het hof ziet geen reële mogelijkheid om, in plaats van aan het Land, de eigendom van Rancho toe te kennen aan een stichting die vervolgens tot ontwikkeling en uitgifte verplicht zal zijn. (rov. 3.5 en 3.6)

De toekenning in eigendom aan gebruikers (art. 3:200a lid 1 BWC) speelt in dit geval geen rol. Bij grote bewoonde stukken grond die moeten worden ontwikkeld, ligt toepassing van art. 3:200d BWC meer in de rede. Wel kunnen gebruikers later, bij uitgifte door het Land ingevolge art. 3:200e lid 2 BWC, in beginsel eigenaar worden. (rov. 3.7)

De regeling ter zake van de langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen heeft het karakter van sociale wetgeving. De regeling is gericht op uitgifte aan gebruikers. Het Land heeft in 2012 een verkavelingsplan opgesteld, welk plan uitgaat van 165 kavels. Het hof heeft geen bedenkingen tegen dit verkavelingsplan. Het Land is bereid ongeveer NAf 7,5 miljoen uit te geven aan de ontwikkeling van Rancho “voor zover dit redelijk is” (art. 3:200e lid 1 BWC). Het hof vertrouwt erop dat dit ook gebeurt. De kavels zijn ongeveer 500 m2 groot, wat voldoende is voor een woning met omringende tuin (kavels voor volkswoningen zijn ongeveer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT