Uitspraak Nº 18/033962-19. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-13

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:3879
Date13 Septiembre 2019
Docket Number18/033962-19
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 18/033962-19

ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/730065-19

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 september 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

Cornelis [verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 augustus 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Bakx, advocaat te Heerenveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M.H.G. Scharenborg.

Tenlastelegging

Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 18/033962-19, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 2 september 2018 tot en met 6 februari 2019 te Gorredijk, gemeente Opsterland, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens veelvuldig

- berichten te sturen via (tele)communicatiemiddelen (sms en/of WhatsApp) naar die [slachtoffer] ,

- berichten te sturen via (tele)communicatiemiddelen (sms en/of WhatsApp) naar de moeder/ouder(s) van die [slachtoffer] ,

- poststukken/brieven af te (laten) leveren op/versturen naar het adres van die [slachtoffer] ,

- langs de woning te lopen, fietsen en/of rijden en/of te staan voor de woning van die [slachtoffer] ,

- het perceel van die [slachtoffer] te betreden en (vervolgens) goederen te verplaatsen, en/of

- die [slachtoffer] te volgen en/of aan te spreken;

met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

2.

hij op of omstreeks 30 januari 2019 te Gorredijk, gemeente Opsterland [slachtoffer] heeft mishandeld door die met kracht meermalen, althans eenmaal,

- te slaan/stompen op het (achter)hoofd, althans het (boven)lichaam,

- bij de nek/keel vast te pakken (met een wurggreep/nekklem) en (vervolgens) een afknellende/knijpende beweging te (blijven) maken, en/of

- op te tillen en (vervolgens) te laten vallen op de grond;

en aan hem is in de zaak met parketnummer 18/730065-19 ten laste gelegde dat:

hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2019 tot en met 12 mei 2019 te Gorredijk, gemeente Opsterland, althans in Nederland (telkens) opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing (met kaart met daarin aangegeven het voor hem, verdachte, verboden gebied) d.d. 11 februari 2019 gegeven door de officier van justitie te Noord-Nederland (behorende bij parketnummer 18/033962-19) kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich

- niet mag bevinden binnen een straal van 40 meter van de woning van [slachtoffer] aan de [straatnaam] te Gorredijk en/of

- moet onthouden van direct en/of indirect contact met [slachtoffer] en/of de ouders van [slachtoffer] ,

onder meer door zich (telkens) meermalen, althans eenmaal, te bevinden binnen het voor hem verboden gebied en/of op verschillende manieren direct en/of indirect contact te hebben, houden en/of zoeken met [slachtoffer] en/of de ouders van [slachtoffer] .

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het in de zaak met parketnummer 18/033962-19 onder 1. en 2. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/730065-19 ten laste gelegde.

Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/033962-19 onder 1. ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat verdachte aangeefster [slachtoffer] (hierna: aangeefster) heeft belaagd in de periode van 2 september 2018 tot en met 30 januari 2019. Daartoe heeft hij het volgende aangevoerd. Verdachte is in deze periode contact blijven zoeken met aangeefster, terwijl zij dat niet wilde. Het gaat niet alleen om het aantal berichten dat verdachte aangeefster heeft gestuurd maar ook om de inhoud van die berichten en de intensiteit daarvan daarom. Verdachte heeft op den duur op steeds extremere manieren contact met aangeefster gezocht, onder meer door het sturen van een naaktfoto van aangeefster. Ten aanzien van de door de raadsvrouw overgelegde e-mailberichten heeft de officier van justitie opgemerkt dat deze betrekking hebben op een beperkte periode van ongeveer drie weken, terwijl de ten laste gelegde periode ruim vijf maanden betreft, en dat de omstandigheid dat aangeefster een aantal keren heeft gereageerd op de berichten van verdachte niet maakt dat geen sprake is van belaging.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de in de zaak met parketnummer 18/033962-19 onder 1. ten laste gelegde belaging, omdat niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. De raadsvrouw heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte en aangeefster hadden in de ten laste gelegde periode moeite met het verlies van hun relatie en het verminderde contact. Het initiatief voor het opnemen van contact ging in die periode zowel van verdachte als van aangeefster uit. Als het initiatief bij verdachte lag, beantwoordde aangeefster dit. Dit blijkt onder meer uit de schermafdrukken van de WhatsApp-berichten uit de periode van 12 november 2018 tot en met 29 november 2018 en uit de overgelegde e-mailberichten uit de periode van 5 december 2018 tot en met 23 januari 2019. Hieruit volgt volgens de raadsvrouw dat sprake was van wederkerig contact, dat het contact niet tegen de wil van aangeefster heeft plaatsgevonden en dat dus geen sprake was van belaging.

Ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 18/033962-19 onder 2. ten laste gelegde mishandeling heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster heeft geslagen en gestompt, haar bij de keel heeft gepakt en haar heeft opgetild en heeft laten vallen, en dat verdachte van deze handelingen moet worden vrijgesproken. Voorts heeft zij opgemerkt dat verdachte heeft erkend dat hij aangeefster een corrigerende tik heeft gegeven.

Ten aanzien van het in de zaak met 18/730065-19 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw opgemerkt dat dit feit door verdachte wordt erkend.

Oordeel van de rechtbank over de in de zaak met parketnummer 18/033962-19 onder 1. ten laste gelegde belaging

In de zaak met parketnummer 18/033962-19 is onder 1. - kort gezegd - aan verdachte ten laste gelegd dat hij aangeefster in de periode van 2 september 2018 tot en met 6 februari 2019 heeft belaagd door haar en haar ouders sms- en WhatsApp-berichten te sturen, door brieven af te (laten) leveren op of te versturen naar het adres van aangeefster, door langs aangeefsters woning te lopen, fietsen of rijden en voor die woning te staan, door het perceel van aangeefster te betreden en daar goederen te verplaatsen en door aangeefster te volgen en aan te spreken.

In artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is als belaging strafbaar gesteld het wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maken op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen.

Bij de beoordeling of sprake is van een dergelijke belaging zijn verschillende factoren van belang, zoals de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze gedragingen hebben plaatsgevonden en de invloed van deze gedragingen op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.

De rechtbank stelt op grond van het dossier, waaronder de stukken die de rechtbank kort voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting van de raadsvrouw van verdachte heeft ontvangen, en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.

Verdachte en aangeefster zijn vele jaren bevriend geweest. In de loop van 2017 hebben zij een (liefdes)relatie gekregen.

Rond 2 september 2018 - de eerste dag van de ten laste gelegde periode - heeft zich een incident voorgedaan. Aangeefster had - met medeweten van verdachte - een date met een andere man. Tijdens deze date is verdachte naar aangeefsters woning gegaan, heeft hij door de ramen naar binnen gekeken en is er een confrontatie geweest tussen verdachte en aangeefster. De volgende dag heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen verdachte, aangeefster en aangeefsters moeder. Aangeefster heeft tegen verdachte gezegd dat zij de relatie wilde verbreken, maar de vriendschap in stand wilde houden. In de maanden daarna hebben verdachte en aangeefster goed contact met elkaar gehad en zijn zij veel bij elkaar geweest.

In november 2018 heeft aangeefster in een brief en meerdere WhatsApp-berichten tegen verdachte gezegd dat zij hem minder vaak wilde zien en dat zij tijd voor zichzelf nodig had. Zij reageerde in die periode wel op de WhatsApp-berichten die verdachte haar stuurde, de toon van haar berichten was (over het algemeen) vriendelijk en zij heeft niet aangegeven dat ze geen berichten van hem wenste te ontvangen. Eind november 2018 heeft aangeefster verdachte op WhatsApp geblokkeerd. Korte tijd later heeft ze hem weer gedeblokkeerd.

In de periode van eind november 2018 tot en met begin februari 2019 heeft verdachte aangeefster enkele brieven gestuurd, gebracht of laten brengen en heeft hij meerdere malen voorwerpen verplaatst op het terras voor aangeefsters woning.

In de periode van 5 december 2018 tot en met 23 januari 2019 hebben verdachte en aangeefster elkaar een groot aantal e-mailberichten gestuurd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT