Uitspraak Nº 18/162902-22. Rechtbank Noord-Nederland, 2022-10-20

ECLIECLI:NL:RBNNE:2022:3797
Docket Number18/162902-22
Date20 Octubre 2022
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie

Groningen

parketnummer 18/162902-22

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 oktober 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 06 oktober 2022.

Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S. Broekstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Delfzijl, gemeente Eemsdelta ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, hebbende verdachte die [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn linkerschouder, gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Delfzijl, gemeente Eemsdelta [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn linkerschouder, te steken en/of te snijden;

2.

hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Delfzijl, gemeente Eemsdelta opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 60 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 juni 2022,opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022168127 d.d. 9 juli 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :

Plaats delict: Zwet 40 te Delfzijl, binnen de gemeente Eemsdelta.

Op 28 juni 2022 was ik in mijn unit. In de gemeenschappelijke ruimte zag ik een man zitten. We begonnen ruzie te maken. De jongen van E10 zei dat we uit elkaar moesten gaan en dat we moesten stoppen. Ik stond nog maar net buiten en zag dat de man van E10, de jongen die ons eerder uit elkaar haalde, ook buiten stond. Toen ik met deze jongen sprak zag ik ineens de man met wie ik ruzie had op ons af komen rennen. Ik zag dat deze man in zijn rechterhand een mes vast hield. Ik zag dat de jongen met wie ik stond te praten tussen hem en mij in ging staan. Ik probeerde hierna weg te vluchten. Op het moment dat ik naar binnen vluchtte zag ik dat de man met het mes los was van de jongen die hem tegenhield. Ik zag dat hij achter me aan kwam en zag dat hij met het mes een stekende beweging maakte naar mijn linkerschouder. Ik zag vervolgens dat ik ook daadwerkelijk werd gestoken met het mes.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2022,opgenomen op pagina 24 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:

Ik, verbalisant, heb gesproken met de in dit proces-verbaal genoemde getuige. De getuige gaf aan dat hij bij de tweede ruzie, het incident met het mes, buiten met [slachtoffer] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer]) stond te praten en dat [verdachte] er ineens aan kwam met het mes. De getuige gaf aan één keer gezien te hebben dat er gestoken werd en dat deze steek raak was in de schouder.

Getuige: [naam] .

3. Een schriftelijk bescheid, te weten medische gegevens vanuit het UMCG betreffende [slachtoffer]

d.d. 29 juni 2022, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:

Hierbij stuur ik u de gegevens van de heer [slachtoffer] .

Wij zagen de bovengenoemde patiënt op de spoedeisende hulp.

Reden van komst: Steekverwonding.

Lichamelijk onderzoek: Wond linkerschouder. Kleine wond ca. 0,5-1 cm.

Conclusie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT