Uitspraak Nº 18/165556-18. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-06-27

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:2791
Docket Number18/165556-18
Date27 Junio 2019
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

parketnummer 18/165556-18

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 juni 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juni 2019.

Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 5 januari 2016, te Ulrum, althans in de gemeente De Marne en/of in de gemeente Groningen en/of in de gemeente Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen

door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] , althans een (rechts)persoon, heeft bewogen tot de afgifte van een hypothecaire geldlening van 278.800 Euro aan [medeverdachte] , hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een valselijk opgemaakte

arbeidsovereenkomst en/of werkgeversverklaring(en) en/of salarisspecificaties en/of rekeningafschriften allen ten name van voornoemde [medeverdachte] als zijnde werkzaam bij en/of inkomend genietend van de werkgever (firma) [bedrijf 1] afgegeven of doen afgeven of gestuurd naar of doen toesturen aan of doen toekomen aan [benadeelde partij 1] , waardoor voornoemde [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;

2.

hij in of omstreeks de periode van 26 mei 2015 tot en met 5 januari 2016, te Ulrum, althans in de gemeente De Marne en/of in de gemeente Groningen en/of in de gemeente Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (een) werkgeversverklaring(en) en/of een arbeidsovereenkomst en/of (een) salarisspecificaties en/of rekeningafschriften, allen ten name van [medeverdachte] , - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of doen opmaken of vervalst en/of doen vervalsen,

immers heeft/hebben verdachte en/of verdachte's mededader (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid vermeld of doen vermelden - zakelijk weergegegeven -

- op het model werkgeversverklaring (gedateerd 2 december 2015) dat [medeverdachte] een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd had tot 30 juni 2016 bij [bedrijf 1] , zijnde de werkgever, en/of

- op het model werkgeversverklaring (gedateerd 5 januari 2016) dat [medeverdachte] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had of was aangesteld in vaste dienst bij [bedrijf 1] , zijnde de werkgever, en/of

- op een arbeidsovereenkomst (gedateerd 26 mei 2015) voor onbepaalde tijd dat [medeverdachte] per 1 juli 2015 voor onbepaalde tijd werkzaam was bij [bedrijf 1] , en/of

- op de salarisspecificatie van [medeverdachte] (over de maand oktober 2015) dat deze een loon van [bedrijf 1] had ontvangen van €3224,39, en/of

- op rekeningafschriften van [medeverdachte] dat deze over de maanden juli 2015 tot en met december 2015 salaris had ontvangen van [bedrijf 1] .,

zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

3.

hij in of omstreeks de periode van 4 april 2016 tot en met 7 april 2016, te Ulrum, althans in de gemeente De Marne en/of in de gemeente Groningen en/of in de gemeente Assen en/of in de gemeente Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededader, voorgenomen misdrijf, om met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] , te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of het aangaan van een schuld, te weten een persoonlijke lening met een kredietlimiet van €37.500 op naam van [medeverdachte] , met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid via internet en/of de website van [benadeelde partij 2] , een aanvraag voor een persoonlijke lening op naam van [medeverdachte] heeft gedaan en/of een Overeenkomst Persoonlijke Lening met (daarbij) een of meer schriftelijke bescheiden, te weten een of meer (vervalste) loonstroken op naam van [medeverdachte] , aan [benadeelde partij 2] heeft doen toekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Mededeling ad informandum gevoegde strafbare feiten

4. Groningen; Gemeente Groningen; 9 juni 2016; Verduistering;

5. Groningen; Gemeente Groningen; 1 juni 2016; Verduistering;

6. Groningen; Gemeente Groningen; 1 maart 2016; Verduistering.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde gelet op de bekennende verklaring van verdachte tegenover de politie. Ook de ad informandum gevoegde feiten kunnen worden meegenomen in de strafoplegging, nu aan de in de jurisprudentie gestelde eisen is voldaan. De ad informandum gevoegde feiten zijn in de dagvaarding opgenomen, verdachte heeft tegenover de politie een bekennende verklaring afgelegd en verdachte mag ervan uitgaan dat het Openbaar Ministerie geen strafvervolging ter zake van deze feiten zal instellen.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 juni 2016, opgenomen op pagina 163 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2016164294 d.d. 15 februari 2018, inhoudend als verklaring van [medewerker 1] , namens [benadeelde partij 1] :

Betrokkene [medeverdachte] heeft door middel van listige kunstgrepen, dan wel door een samenweefsel van verdichtselen, dan wel door het indienen van vermoedelijk valse, dan wel vervalste bescheiden die tot bewijs van enig feit moesten dienen met het oogmerk om dit als echt en onvervalst te doen gebruiken, de afdeling [benadeelde partij 3] tot het verstrekken van een totaal geldbedrag van EUR 278.800,-. Met de opbrengst uit deze strafbare feiten heeft [medeverdachte] vervolgens onroerend goed aangekocht.

[medeverdachte] heeft bij de hypotheekaanvraag een werkgeversverklaring d.d. 2-12-2015 ingediend van [bedrijf 1] ., gevestigd [straatnaam] te [plaats] . Op deze werkgeversverklaring staat vermeld dat [medeverdachte] werkzaam is als projectleider en een arbeidscontract heeft voor een bepaalde tijd c.q. in tijdelijke dienst is tot 30 juni 2016. Door het tijdelijke dienstverband in combinatie met het bruto jaarsalaris van EUR...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT