Uitspraak Nº 18/1722 ZW. Centrale Raad van Beroep, 2019-12-31
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2019:4349 |
Docket Number | 18/1722 ZW |
Date | 31 Diciembre 2019 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
18/1722 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van
16 februari 2018, 17/4258 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 31 december 2019
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. F.A.M. ten Broeke, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2019. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. M.M. Bonsen-Lemmers, advocaat, als opvolgend gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door E.M.C. Beijen.
Appellante is laatstelijk werkzaam geweest als verkoopmedewerkster bij een bakkerij.
Met ingang van 17 februari 2015 heeft zij in verband met zwangerschapsklachten een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) ontvangen. Van 28 juli 2015 tot 17 november 2015 heeft appellante een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg ontvangen, waarna de ZW‑uitkering is voortgezet.
In het kader van een eerstejaars ZW-beoordeling (EZWb) hebben een
verzekeringsgeneeskundig onderzoek en een arbeidskundig onderzoek plaatsgevonden. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 10 november 2016 vastgesteld dat appellante per
16 december 2016 geen recht meer had op een ZW-uitkering, omdat zij meer dan 65% kon verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Appellante werd niet meer in staat geacht tot het verrichten van haar arbeid als verkoopmedewerkster, maar wel tot het vervullen van diverse andere functies.
Het Uwv heeft appellante per 16 december 2016 in aanmerking gebracht voor een
uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Appellante heeft zich vanuit die situatie op
23 januari 2017 opnieuw ziek gemeld met psychische klachten. In verband hiermee is appellante een ZW-uitkering toegekend. Op 8 juni 2017 heeft zij het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft appellante per 15 juni 2017 geschikt geacht voor één (of meer) van de in het kader van de EZWb geselecteerde functies. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 9 juni 2017 vastgesteld dat appellante per 15 juni 2017 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering.
Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT