Uitspraak Nº 18/2086. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-06-21

ECLIECLI:NL:RBOBR:2019:3394
Date21 Junio 2019
Docket Number18/2086
RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 18/2086

uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juni 2019 in de zaak tussen stichting [naam 1] , te [vestigingsplaats] , eiseres,

(gemachtigde: A. Oosters),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad, verweerder

(gemachtigde: M.J.W. van den Kieboom).

Procesverloop

Bij afzonderlijke beschikkingen van 31 maart 2018, vervat in op die datum gedagtekend gecombineerd aanslagbiljet met aanslagnummer [aanslagnummer] , heeft verweerder aan eiseres op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarden van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [adres] , [adres] en [adres] te [plaats] , per waardepeildatum 1 januari 2017, voor het kalenderjaar 2018, vastgesteld op respectievelijk € 231.000, € 1.255.000 en € 138.000. In dit geschrift zijn tevens de aanslagen onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor het kalenderjaar 2018 bekend gemaakt.

Bij brief van 19 juli 2018 heeft [naam 2] , WOZ-ambtenaar bij de gemeente Meierijstad, met betrekking tot het ingediende bezwaar meegedeeld dat het bezwaar niet in behandeling wordt genomen.

Eiseres heeft beroep ingesteld.

Bij uitspraak op bezwaar van 25 februari 2019 heeft verweerder het bezwaar van eiseres met betrekking tot de objecten [adres] , [adres] en [adres] te [plaats] niet-ontvankelijk verklaard.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft na het verweerschrift nadere stukken ingediend.


Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 april 2019. De zaak is behandeld ter zitting met de zaak van [naam 3] , geregistreerd onder zaaknummer SHE 18/2074. Nadien zijn de zaken gesplitst. Er wordt in de zaken separaat uitspraak gedaan.

Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Aan de zijde van eiseres was verder aanwezig [naam 4] , kantoorgenoot van de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is eigenaar van de drie onroerende zaken plaatselijk bekend als [adres] , [nummer] en [nummer] te [plaats] .

2. Verweerder heeft eiseres een gecombineerd aanslagbiljet (aanslagnummer [aanslagnummer] , subjectnummer [subjectnummer] ) voor het belastingjaar 2018 gezonden, gedagtekend 31 maart 2018. In dit gecombineerd aanslagbiljet (hierna: de aanslag) zijn de WOZ-waarden van [adres] , [nummer] en [nummer] en daarbij behorende OZB-aanslagen opgenomen.

3. De gemachtigde van eiseres heeft per e-mail met bijlagen bij de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) op 10 april 2018 om 9:09 uur bezwaar gemaakt tegen de aanslag. Het bij deze e-mail gevoegde bezwaarschrift is gericht aan “Meijerijstad (NB) T.a.v.: de heffingsambtenaar”.

4. De BSOB heeft deze e-mail op 10 april 2018 om 9:23 uur doorgezonden naar verweerder.

5. Vervolgens heeft [naam 5] (hierna: [naam 5] ), juridisch medewerker WOZ bij de gemeente Meierijstad, per e-mail op 10 april 2018 om 13:03 uur aan de gemachtigde van eiseres laten weten dat binnen verweerders gemeente vanaf belastingjaar 2018 per e-mail toegezonden bezwaarschriften niet in behandeling worden genomen en dat enkel bezwaren in behandeling worden genomen die via post/fax zijn ingediend of via de digitale belastingbalie. Daarbij is verwezen naar de Beleidsregels elektronisch verkeer WOZ en belastingen Meierijstad (hierna: de Beleidsregels). Verweerder heeft daarbij meegedeeld dat de bezwaren niet in behandeling worden genomen en dat de bezwaren van eiseres via de genoemde wegen worden afgewacht.

6. Per e-mail van 12 april 2018 om 13:58 uur heeft [naam 4] (hierna: [naam 4] ), verbonden aan WOZ-consultants, zich namens eiseres op het standpunt gesteld dat het onjuist is dat verweerder het bezwaarschrift van eiseres niet in behandeling wil nemen. In de visie van de gemachtigde van eiseres, neergelegd in deze e-mail, is het bezwaar weliswaar bij een onbevoegd bestuursorgaan ingediend, maar wel conform de bij dat onbevoegde bestuursorgaan geldende voorschriften voor indiening en heeft het onbevoegde bestuursorgaan een doorzendplicht. Namens eiseres is meegedeeld dat de bereidheid bestaat het bezwaarschrift alsnog per fax of post toe te sturen, mits dan wel als datum van indiening van het bezwaarschrift geldt het moment waarop het bezwaarschrift per...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT