Uitspraak Nº 18/254742-19. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-07-28

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:2623
Docket Number18/254742-19
Date28 Julio 2020
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

parketnummer 18/254742-19

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 28 juli 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 juli 2020.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.M. Suurmeijer, advocaat te Stadskanaal.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks 10 april 2018

tot 2 september 2018 te Emmen en/of [pleegplaats 1] , gemeente Emmen, althans in Nederland,

met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2003, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,

een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,

die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten

- het brengen, duwen en/of houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of

- het brengen, duwen en/of houden van een of meerdere vingers in de vagina van die [slachtoffer] en/of

- het laten vastpakken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of (vervolgens)met de hand van die [slachtoffer] over zijn penis te wrijven en/of aftrekkende bewegingen te maken en/of

- het betasten van de vagina van die [slachtoffer] ;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks 10 april 2018

tot 2 september 2018 te Emmen en/of [pleegplaats 1] , gemeente Emmen, althans in Nederland,

met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2003, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten

- het duwen van zijn penis tegen de vagina van die [slachtoffer] en/of

- het laten vastpakken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of (vervolgens)met de hand van die [slachtoffer] over zijn penis te wrijven en/of aftrekkende bewegingen te maken en/of

- het betasten van de vagina van die [slachtoffer] .

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

De officier van justitie acht gelet op de inhoud van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting wettig en overtuigend bewezen dat er sprake was van ontuchtige handelingen die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Daarbij neemt de officier van justitie in aanmerking dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde 19 jaar was en aangeefster 14 jaar.

Er was qua leeftijd geen sprake van gelijkwaardigheid nu een 19-jarige verder in ontwikkeling is dan een 14-jarige. Dat aangeefster zelf mogelijkerwijs ook seks met verdachte wilde doet aldus de officier van justitie niets af aan een bewezenverklaring, nu het tenlastegelegde wetsartikel artikel 245 Wetboek van Strafrecht (Sr) juist strekt tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht moeten worden niet of onvoldoende in staat te zijn zelf die integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende -zakelijk weergegeven- aangevoerd. Verdachte bekent dat de in de tenlastelegging omschreven seksuele gedragingen hebben plaatsgevonden. Er is echter geen sprake van ontuchtige handelingen, nu er tussen verdachte en aangeefster sprake was van een affectieve relatie. Daar komt bij dat het leeftijdsverschil tussen verdachte en aangeefster beperkt was en aangeefster heeft ingestemd met de seksuele handelingen. Gelet op voornoemde omstandigheden is geen sprake van handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

1. De door verdachte ter terechtzitting van 14 juli 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:

Het klopt dat ik seks heb gehad met [slachtoffer] . Ik wist dat zij op dat moment 14 jaar was.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 2 september 2018, opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met registratienummer PL0100-2018230944 d.d. 10 januari 2019 inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :

[slachtoffer] vertelt ons dat zij een soort aan en uit relatie heeft gehad met [verdachte] .

In de [pleegplaats 2] te Emmen, in mei 2018, heeft hij het "gedaan" met [slachtoffer] tegen haar wil. Met "gedaan” bedoelt zij de piemel bij haar daar beneden. Zij wilde niet, maar hij deed iedere keer de rits van haar broek naar beneden terwijl zij deze weer omhoog trok. Zij zegt dat zij het niet duidelijk heeft gezegd dat zij niet wilde. Zij is wel bang voor hem omdat hij snel boos kan worden. Dit zou twee keer gebeurd zijn. Ook een keer in het kleedhokje van het zwembad. Verder zou hij een aantal keren haar hebben "gevingerd".

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 september 2018, opgenomen op pagina 25 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :

A: Op de dag voor mijn verjaardag heb ik aan mijn ouders verteld dat ik een relatie had met [verdachte] . Op mijn verjaardag, [geboortedatum] 2018, heb ik mijn ouders verteld dat ik het heb gedaan met hem.

V: Wanneer is de relatie begonnen? A: In april 2018. Het ging steeds aan en uit.

V: Waar zagen jullie elkaar?

A: In het [pleegplaats 2]. Dan zoeken we een plekje uit waar we kunnen chillen. Op een gegeven moment gingen we zoenen op de lippen. Later probeerde hij mijn zijn hand naar mij onderste deel te komen.

V: Wanneer later is dit? Dezelfde dag nog? A:nee een tijdje later.

V: Hebben jullie vaak gezoend? A: Ja. We hebben nooit de tong gebruikt.

V. Later probeerde hij met zijn hand bij jouw onderste deel te komen. Wat bedoel je daarmee?

A: Hij wilde mij gaan vingeren. Maar dat wilde ik niet. Hij deed mijn broek steeds los. Ik deed hem dicht. Op een gegeven moment deed hij zijn vinger erin.

V: Wat is vingeren? A: Met je vinger er in. In de onderste deel. Ik bedoel mijn kut.

V: Wat vond je ervan dat dit gebeurde?

A: Ik vond het niet zo leuk. Omdat ik nog niet zo ver wilde gaan.

V: Hoe kon hij weten dat je niet wilde?

A: Dat heb ik al een paar keer tegen hem gezegd via de app. In het begin van de relatie.

V: Toen jullie bij elkaar in de [pleegplaats 2] zaten, probeerde hij jouw rits naar beneden te krijgen. Jij deed de rits omhoog. Jullie gaan zoenen en daarna zit hij met zijn vinger in jouw kut en zit jij met jouw hand bij zijn lul. Hoe komt jouw hand bij zijn lul?

A: Dat deed hij.

V: Hoe kon hij weten dat jij dat niet wilde op dat moment? A: Dat weet ik niet.

V: Wat deed hij met zijn vinger toen hij in jouw kut zat? A: Heen en weer.

V: Hoe vaak deed hij dat? A: Een paar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT