Uitspraak Nº 18/750083-19. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-12-18

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:4523
Docket Number18/750083-19
Date18 Diciembre 2020
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 18/750083-19

ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/730084-20

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 18 december 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte 1] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonadres] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen van

13 december 2019, 27 februari 2020, 20 april 2020, 23 november 2020, 27 november 2020 en 4 december 2020.

Tijdens de zittingen van 23 en 27 november 2020 is de strafzaak tegen verdachte inhoudelijk behandeld. De verdachte is tijdens deze zittingen verschenen, bijgestaan door

mr. E. Albayrak, advocaat te Heerenveen. Het openbaar ministerie is tijdens deze zittingen vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema.

Tijdens de zitting van 4 december 2020 heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

in de zaak met parketnummer 18/750083-19:

1.

hij in of omstreeks de periode van 13 september 2019 tot en met 14 september 2019 te Groningen en/of (nabij) (de gemeente) Leeuwarden, in elk geval in de provincie Groningen en/of de provincie Friesland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte(n):

- ( in Groningen) tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij in de auto moest gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) naar zijn tas(je) gegrepen en/of (daardoor) de indruk gewekt dat daar een wapen in zat en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] vastgepakt en/of in de richting van de auto geduwd en/of (daarbij) gezegd: "instappen" en/of

- ( vervolgens) met die [slachtoffer] in de auto gereden, waarbij die [slachtoffer] op de achterbank van die auto moest plaatsnemen, met aan [slachtoffer] weerszijden (mede)verdachte(n);


2.

hij op of omstreeks de periode van 13 september 2019 tot en met 14 september 2019 te/nabij (de gemeente) Leeuwarden, in/nabij (recreatiegebied) De Groene Ster, tezamen in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet:

- ( terwijl die [slachtoffer] in de auto zat) met zijn (mede)verdachte(n) contact heeft opgenomen en/of

- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij uit moest stappen en/of

- ( daarbij) heeft geroepen: "Handen op de rug" en/of

- ( vervolgens) (duct)tape heeft geplaatst over de ogen en/of mond, althans een deel van het gezicht, van die [slachtoffer] en/of

- ( vervolgens) de handen en/of benen en/of voeten van die [slachtoffer] vast heeft gemaakt met tiewraps en/of (duct)tape en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft geschopt tegen het hoofd en/of het lichaam en/of

- ( vervolgens) heeft geroepen: "terpentine" en/of

- ( vervolgens) terpentine over het lichaam van die [slachtoffer] heeft gesprenkeld en/of gegoten en/of

- ( vervolgens), terwijl die [slachtoffer] al dan niet in een staat van bewusteloosheid verkeerde, die [slachtoffer] in de sloot heeft gegooid en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] daar (hulpeloos) heeft achtergelaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

indien het vorenstaande onder 2. niet tot een veroordeling leidt (subsidiair):

hij op of omstreeks de periode van 13 september 2019 tot en met 14 september 2019 te/nabij (de gemeente) Leeuwarden, openlijk, te weten, in/nabij (recreatiegebied) De Groene Ster, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,

in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten: [slachtoffer] , immers heeft/hebben verdachte(n):

- ( terwijl die [slachtoffer] in de auto zat) met zijn (mede)verdachte(n) contact heeft opgenomen en/of

- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij uit moest stappen en/of

- ( daarbij) heeft geroepen: "Handen op de rug" en/of

- ( vervolgens) (duct)tape heeft geplaatst over de ogen en/of mond, althans een deel van het gezicht, van die [slachtoffer] en/of

- ( vervolgens) de handen en/of benen en/of voeten van die [slachtoffer] vast heeft gemaakt met tiewraps en/of (duct)tape en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft geschopt tegen het hoofd en/of het lichaam en/of

- ( vervolgens) heeft geroepen: "terpentine" en/of

- ( vervolgens) terpentine over het lichaam van die [slachtoffer] heeft gesprenkeld en/of gegoten en/of

- ( vervolgens), terwijl die [slachtoffer] al dan niet in een staat van bewusteloosheid verkeerde, die [slachtoffer] in de sloot heeft gegooid en/of

- ( vervolgens) die [slachtoffer] daar (hulpeloos) heeft achtergelaten;

in de zaak met parketnummer 18/730084-00:

1.

hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 13 september 2019 en 14 september 2019 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver (van het merk Arminius, type HW5, kaliber .22 MAGNUM) zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad;

2.

hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 13 september 2019 en 14 september 2019 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 7 randvuur kogelpatronen (van het merk CCI, kaliber .22 Long Rifle) voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft in de zaak met parketnummer 18/750083-19 voor het onder 2. primair ten laste gelegde vrijspraak gevorderd en veroordeling voor het onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde. Tevens heeft hij veroordeling gevorderd voor het in de zaak met parketnummer 18/730084-20 onder 1. en 2. ten laste gelegde.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft betoogd dat verdachte in beide zaken integraal moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe gemotiveerd aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich aan de ten laste gelegde feiten heeft schuldig gemaakt.

Subsidiair heeft hij aangevoerd dat, in het geval de rechtbank van oordeel is dat verdachte op enige manier een bijdrage heeft geleverd aan het genoemde geweld, niet kan worden bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij het in het water gooien van aangever of dat hij kon weten dat dat zou gebeuren, zodat deze handelingen hem niet verweten kunnen worden en hij aldus moet worden vrijgesproken van medeplegen van poging tot doodslag.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen1 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.

1. Algemeen

Op grond van de verklaringen van de verdachten kan het volgende worden vastgesteld.

Op 13 september 2019 zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte 1] in een Peugeot 206 gezamenlijk van Leeuwarden naar Groningen gereisd.2 Het was een gezamenlijk idee om naar Groningen te gaan.3 Volgens [medeverdachte 3] vertelde [medeverdachte 2] dat hij daar met iemand moest praten.4 In Groningen zijn ze in de wijk Vinkhuizen naar het parkeerterrein bij de flat aan de Goudlaan gegaan. Daar heeft [medeverdachte 2] telefonisch contact opgenomen met [naam 1] en vervolgens is [naam 1] ook naar de flat aan de Goudlaan gekomen. [medeverdachte 2] heeft daar met [naam 1] over [slachtoffer] (hierna te noemen: aangever) gesproken en heeft hem gevraagd aangever te bellen.5 Op verzoek van [medeverdachte 2]6 heeft [naam 1] vervolgens aangever opgehaald. [medeverdachte 3] is met hem meegegaan.

Weer terug bij de Goudlaan is aangever uit de auto van [naam 1] gestapt en heeft hij met [medeverdachte 2] gesproken.7 Hierna heeft aangever plaatsgenomen op de achterbank van de Peugeot 206. Aan zijn linkerzijde nam [medeverdachte 3] plaats en aan zijn rechterzijde nam [verdachte 1] plaats. [medeverdachte 2] heeft plaatsgenomen op de bijrijdersstoel. [medeverdachte 1] zat op de bestuurdersplek en heeft de Peugeot 206 bestuurd. Op deze wijze zijn ze naar de Larixstraat in Leeuwarden gereden.

In de Larixstraat zijn [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [verdachte 1] en [medeverdachte 3] uit de auto gestapt, terwijl aangever op de achterbank is blijven zitten. [medeverdachte 1] , [verdachte 1] en [medeverdachte 3] zijn in de buurt van de auto blijven staan en [medeverdachte 2] is naar zijn woning aan de Larixstraat gegaan. Wanneer [medeverdachte 2] weer naar buiten komt staat [medeverdachte 4] bij de anderen. [medeverdachte 2] heeft vervolgens [medeverdachte 4] gevraagd of hij wilde rijden. Hierna is iedereen, met uitzondering van [medeverdachte 1] , weer in de Peugeot 206 gestapt. Daar hebben ze op dezelfde plek plaatsgenomen als eerder met het verschil dat de bestuurder van de Peugeot 206 [medeverdachte 4] in plaats van [medeverdachte 1] was. De Peugeot 206 is vervolgens op aanwijzing van [medeverdachte 2] naar een parkeerterrein in het Groene Stergebied gereden.8

[medeverdachte 1] had de auto die hij op 13 september 2019 in gebruik had, een Audi A3, in de Larixstraat geparkeerd. Hij is in deze Audi gestapt. Hij wist dat de anderen naar de Groene Ster zouden rijden en hij is daar ook naartoe gereden. Op het parkeerterrein, waar ook de Peugeot 206 stond, heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT