Uitspraak Nº 18/830053-20. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-07-20

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:2510
Date20 Julio 2020
Docket Number18/830053-20
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18/830053-20

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 juli 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 juli 2020.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K. Karakaya, advocaat te Apeldoorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Marum, althans in de gemeente

Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen

misdrijf om in/uit een, op een aan de Parallelweg gelegen carpoolplaats staande,

bedrijfsauto, merk VW, een hoeveelheid gereedschap, althans goederen van hun/zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of

zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, tezamen met zijn mededader,

althans alleen, - zich naar die auto heeft begeven en/of - heeft getracht een deur van die auto, met een schroevendraaier, althans een voorwerp, te forceren, althans te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

hij op of omstreeks 11 februari 2020, te Eelderwolde, gemeente Tynaarlo,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een (bij Hotel Van der Valk) geparkeerd staande bedrijfsauto (Opel Vivaro, kenteken [kenteken] ), een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat (telkens)

geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)

toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen

gereedschap(pen)/goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door

middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

3.

hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of

ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde,

te weten aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschappen/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

4.

hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Boerakker, gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Boerakkerweg geparkeerde (bedrijfs)auto, (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ) een hoeveelheid gereedschap/goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan het bedrijf [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschappen/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

5.

hij op of omstreeks 11 februari 2020 te Wergea, gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een aan de Wergeasterdyk geparkeerde staande bedrijfsauto, (Fiat Doblo Maxi, kenteken [kenteken] ) een gereedschapskoffer met inhoud, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschapskoffer onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

6.

hij op of omstreeks 11 februari 2020 in de provincie(s) Groningen en/of Drenthe en/of Friesland en/of Overijssel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) goed(eren), te weten een hoeveelheid gereedschap, te weten

- een of meer Sencys schroevendraaiers en/of

- een KS Tools Schroevendraaier en/of

- een Mac Allister Cirkelzaag en/of

- een Kern Waterpas en/of

- een Metabo Zaagmachine en/of

- een Makita Dhp484 Boormachine en/of

- een Parkside Zaagmachine en/of

- een AEG Ws 220230 Slijpmachine en/of

- een Sleutel (Loper)

heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 6. Zij heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4 en 5, met dien verstande dat de feiten 2, 3, 4 en 5 zijn gepleegd door middel van inklimming.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van getuige [getuige] onvoldoende betrouwbaar is om voor het bewijs te gebruiken. De door de getuige gegeven signalementen van verdachte en de medeverdachte komen niet overeen met de beschrijving van (de kleding van) verdachte en zijn medeverdachte door de politie. Daarnaast heeft de getuige niet verklaard over een baard en een snor bij verdachte, terwijl hij die toch duidelijk heeft. De getuige heeft een en ander niet goed waargenomen. Op basis van de stukken in het dossier kan niet worden uitgesloten dat [getuige] verdachte en zijn medeverdachte heeft gezien op het moment dat zij stonden te plassen.

Voorts is er geen objectief bewijs voor dit feit. De lakschade aan het busje en de bij verdachte en zijn medeverdachte aangetroffen schroevendraaier zijn niet onderzocht op sporen.

Ook van feit 2, 3, 4 en 5 moet verdachte worden vrijgesproken. Ook voor deze feiten ontbreekt het aan objectief bewijs. Er is geen sporenonderzoek en geen DNA- onderzoek verricht. Er zijn evenmin getuigen van deze feiten.

Van feit 6 moet verdachte worden vrijgesproken.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het tenlastegelegde onder feit 6 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat op grond van de stukken in het dossier niet is komen vast te staan dat de onder feit 6 ten laste gelegde goederen van diefstal afkomstig zijn.

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Feit 1

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 75 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020059787 d.d. 7 maart 2020, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :

Ik had op 11 februari 2020 mijn voertuig, Volkswagen Transporter, met kenteken [kenteken] , geparkeerd op een carpoolplaats aan de Parallelweg in Marum.

Ik verliet de carpoolplek omstreeks 10.15 uur. Ik heb mijn bus in goede staat achtergelaten. Om 13.59 uur werd ik gebeld door de politie. Ik hoorde dat gepoogd was in te breken in mijn bedrijfsbus.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 80 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :

Op 11 februari 2020 zag ik rond 13.45 uur een grijs busje langzaam over de carpoolplek op de Parallelweg in Marum rijden, kenteken [kenteken] . Ik zag dat er 2 mannen buiten de bus stonden. Het betrof een blanke man en een getinte man. Ik zag dat de mannen bij de deur van een bedrijfsbus Volkswagen stonden. De blanke man was aan het morrelen bij de zijdeur van een bedrijfsbus Volkswagen. Ik zag het niet precies, maar het leek een schroevendraaier. De getinte man stond op de uitkijk. Toen ze mij zagen, sprongen ze in de auto en reden ze snel weg. Ik zag dat ze schrokken van mijn aanwezigheid.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2020, opgenomen op pagina 82 van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten:

Ik heb getuige [getuige] een foto's van verdachte [verdachte] laten zien (bijlage B).

Getuige [getuige] gaf direct aan dat verdachte [verdachte] te herkennen en dat hij deze persoon gezien heeft bij de poging inbraak te Marum op 11 februari 2020 omstreeks 13.45 uur.

De getuige gaf aan dat hij oogcontact heeft gehad met deze persoon, dat het leek dat deze persoon op de uitkijk stond en dat het de bestuurder was van het busje waarin ze wegreden.

4. Een naar wettelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT