Uitspraak Nº 18/830163-18. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-01-28

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:259
Date28 Enero 2019
Docket Number18/830163-18
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18/830163-18

vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/215551-16

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 28 januari 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats],

wonende te [straatnaam], [woonplaats],

thans gedetineerd te P.I. Almelo te Almelo.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van

14 januari 2019.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.S. Özsaran, advocaat te Groningen.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 18 augustus 2018 te Groningen ter uitvoering van het door

verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te

beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die

[slachtoffer] in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 18 augustus 2018 te Groningen, [slachtoffer] heeft

mishandeld, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer] in het bovenlichaam

gestoken en/of gesneden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling voor het primair ten laste gelegde gevorderd en oplegging van een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geadviseerd. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte zich door het steken in het bovenlichaam van het slachtoffer schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, nu niet kan worden bewezen dat door het handelen van verdachte een aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer in het leven is geroepen. Dat verdachte deze kans heeft aanvaard, volgt namelijk niet uit de plaats van de wond, aangezien deze zich niet in de buurt van vitale organen bevond, terwijl dit evenmin uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

1. De door verdachte ter zitting van 14 januari 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:

Ik heb op 18 augustus 2018 in [naam café] te Groningen een man genaamd [slachtoffer] met een mes in zijn bovenlichaam gestoken.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2018, opgenomen op pagina 320 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:

Ik heb de beelden van 18 augustus 2018 van [naam café] bekeken en uitgewerkt. Op de beelden is te zien dat [slachtoffer] achteruit loopt en dat [verdachte] op dat moment het café binnen komt rennen en dat hij in zijn rechterhand een puntig voorwerp heeft. Dat [verdachte] in de richting van [slachtoffer] rent en dat hij met het puntige voorwerp van boven naar beneden een neerwaartse beweging maakt.

3. Een geneeskundige verklaring, op 19 november 2018 opgemaakt en ondertekend door T. van Mesdag, forensisch arts, afzonderlijk opgenomen in het dossier, voor zover inhoudend, als verklaring:

Betreft [slachtoffer]. De volgende medische informatie is afkomstig van de behandelaar van het UMCG. Betrokkene kwam op 18 augustus 2018 op de centrale spoedopvang met een bloedende wond aan de voorzijde van de linkerschouder. Het bloedverlies ter plaatse van het incident werd geschat op 1 liter. Ambulancepersoneel had het bloeden van het letsel aan de schouder gestopt door met een vinger in de wond te drukken. De diepte van de wond werd geschat op 2,5 centimeter, de lengte op 3 centimeter. Op beeldvormend onderzoek werd een steekverwonding in de linker okselregio gezien met ter plekke een bloeduitstorting, zonder aanwijzingen voor een actieve bloeding uit de okselslagader links of de armslagader links. Het letsel kan goed passen bij een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT