Uitspraak Nº 18/920084-17. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:196
Docket Number18/920084-17
Date22 Enero 2019
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND


Afdeling strafrecht

Locatie Assen

parketnummer 18/920084-17 (ter zitting gesplitst van parketnummer 18/930210-16 feit 1)

ter terechtzitting gevoegd met parketnummer 18/930080-18

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 januari 2019 in de zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,

wonende [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 december 2018.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.T.H.M. Mühren, advocaat te Purmerend. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

Met betrekking tot parketnummer 18/920084-17:

2.

hij op of omstreeks 08 februari 2017 te Meppel ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] , althans een persoon,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een
door verdachte bestuurde auto (met hoge snelheid) op die [slachtoffer 1] /die
persoon, die daar met een fiets aan de hand liep, aan is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 08 februari 2017 te Meppel als bestuurder van een voertuig
(auto), daarmee rijdende op de weg Het Vledder (met hoge snelheid) is gebotst
of aangereden tegen een fiets en/of tegen een of meer op die fiets liggende
houten balken, welke fiets aan de hand werd meegevoerd door een voetganger,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;

De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;

3.

hij op of omstreeks 08 februari 2017 te Meppel als degene die als bestuurder
van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had
plaatsgevonden op/aan de Het Vledder, de plaats van dat ongeval heeft
verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest
vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 1] ) letsel en/of schade was
toegebracht;

4.

hij op of omstreeks 08 februari 2017 te Meppel aanwezig heeft gehad, een
hoeveelheid van ongeveer 27,65 gram, in elk geval een hoeveelheid van niet
meer dan 30 gram, hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel in de zin van artikel 1
van de Opiumwet en als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van wet;


5.

hij op of omstreeks 08 februari 2017 te Meppel als bestuurder van een
motorrijtuig (auto) heeft gereden op de weg, Het Vledder, zonder dat aan hem
door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;

De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.

Met betrekking tot parketnummer 18/930080-18:

1.

hij op of omstreeks 18 juni 2018, te Meppel, in elk geval in Nederland,

opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum]

2014, heeft onttrokken aan het wettig over hem gesteld gezag en/of aan het

opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefende terwijl die

minderjarige beneden de twaalf jaren oud was;

2.

hij op of omstreeks 23 september 2018 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, te

slaan/stompen in/tegen het gezicht en/of op haar rug en/of meermalen, althans

eenmaal, die [slachtoffer 3] tegen een been heeft geschopt/getrapt;

3.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 juni 2018 tot

en met 9 augustus 2018 te Meppel, althans in Nederland opzettelijk, de eer

en/of de goede naam van [slachtoffer 4] heeft aangerand, door tenlastelegging

van een of meer bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om daaraan

ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen

verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften

waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door een of meerdere

foto('s), waarop die [slachtoffer 4] met ontbloot bovenlichaam stond afgebeeld, met

daarbij de tekst "het sletje van Meppel [slachtoffer 4] " en/of " [slachtoffer 4] is een slet" te

plaatsen in een Whatsappgroep en/of als zijn profielfoto op Whatsapp in te

stellen;

4.

hij op of omstreeks 10 augustus 2018 te Meppel, [slachtoffer 4] heeft

bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware

mishandeling, door die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen

"Ik zweer je [slachtoffer 4] , ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard

of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling voor alle (in de primaire vorm) ten laste gelegde feiten gevorderd. Hij heeft daartoe ter terechtzitting een bewijsmiddelenoverzicht gegeven.

Ter toelichting heeft de officier van justitie vermeld dat hij voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 1] aanwezig acht in de zaak met parketnummer 18/920084-17, waar het gaat om het sub 2 primair ten laste gelegde. Doordat verdachte veel te hard in zijn personenauto heeft gereden op een onoverzichtelijke weg in het centrum van Meppel heeft hij willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer 1] , die daar met een fiets aan de hand liep, zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18/920084-17 sub 2 primair en het onder parketnummer 19/930080-18 sub 2 ten laste gelegde.

De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat uit de omstandigheid dat verdachte te hard heeft gereden met een auto en daarbij tegen de balken, die [slachtoffer 1] op zijn fiets vervoerde, is aangereden, niet kan worden afgeleid dat verdachte vol of voorwaardelijk opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer 1] .

Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van mishandeling van zijn vriendin [slachtoffer 3] , nu de verklaringen van aangeefster en verdachte over hetgeen zich die dag heeft afgespeeld verschillen. Daarbij komt dat aangeefster niet weet hoe ze is geslagen en aan de geconstateerde krassen is gekomen.

De raadsman acht de overige feiten te bewijzen en refereert zich ten aanzien van die feiten aan het oordeel van de rechtbank.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het met betrekking tot parketnummer 18/920084-17 sub 2 primair en onder parketnummer 19/930080-18 sub 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.

De rechtbank acht de poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer 1] niet bewezen, nu het (voorwaardelijk) opzet ontbreekt. Zij overweegt daarbij het volgende.

De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals hier (poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel – aanwezig is indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan zo'n kans is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen).

Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt, dat verdachte als bestuurder van een personenauto met hoge snelheid door een binnenbocht op het Vledder te Meppel is gereden. Hij is vervolgens tegen op een fiets liggende houten balken aangereden, welke fiets aan de hand werd meegevoerd door voetganger [slachtoffer 1] . De rechtbank is van oordeel dat sprake is van gevaarlijk rijgedrag in een verkeerssituatie, wat strafbaar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT