Uitspraak Nº 18/930239-16. Rechtbank Noord-Nederland, 2017-01-31

ECLIECLI:NL:RBNNE:2017:464
Date31 Enero 2017
Docket Number18/930239-16
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
Rechtbank Noord-Nederland

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

Parketnummer: 18/930239-16

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 31 januari 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 17 januari 2017.

Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. A.P. Drosten, advocaat te Enschede, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.

Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Wildeman.

De tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat

1.

zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 mei 2013 tot en met 30 mei 2013, in de gemeente Almelo, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

GGN Mastering Credit (GGN Tijhuis & Partners, incasso & gerechtsdeurwaarders) en/of [werkgever slachtoffer] (werkgever van [slachtoffer] )

heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (ongeveer 1040,= euro), in elk geval van enig goed en/of geldbedrag,

hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

- voorgewend dat [slachtoffer] onder beschermingsbewind stond en derhalve loonbeslag was komen te vervallen, en/of

- zich uitgegeven als bewindvoerder en/of een aantal vervalste stukken ter adstructie van de stelling dat [slachtoffer] onder bewind stond aan de werkgever gemaild,

waardoor GGN Mastering Credit en/of [werkgever slachtoffer] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;

art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht

2.

zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 mei 2013 tot en met 30 mei 2013, in de gemeente Almelo, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e)

- brief van Beschermingsbewind Oost Nederland, en/of

- brief namens Beschermingsbewind en voor akkoord namens de beslaglegger GGN Mastering Crediet (GGN Tijhuis & Partners), en/of

- brief van de Rechtbank Overijssel (Almelo/ de Rechtspraak),

(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde brief/brieven is/zijn toegezonden aan de werkgever van [slachtoffer] teneinde te bewijzen dat hij onder bewind was gesteld en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat

- de brief/brieven niet was/waren opgemaakt op/overeenkomstig het officiële briefpapier en/of gebruik was gemaakt van het bedrijfslogo van Beschermingsbewind Oost Nederland en/of GGN Mastering Credit (GGN Tijhuis & Partners) en/of de Rechtbank Overijssel (Almelo/ de Rechtspraak), en/of

- de vermelde/genoemde perso(o)n(en) in de brief/brieven deze zelf niet heeft/hebben opgemaakt en/of ondertekend, en/of

- de vermelde/genoemde perso(o)n(en) in de brief van Beschermingsbewind Oost Nederland niet werkzaam is/zijn bij Beschermingsbewind Oost Nederland;

art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Zij verwijst daartoe naar de aangifte van [aangeefster1] namens Beschermingsbewind Oost Nederland, de aangifte van [aangeefster2] namens GGN Mastering Credit te Almelo, de aangifte van [aangeefster 3] , de verklaring van getuige [getuige] , werkzaam op de financiële administratie bij [werkgever slachtoffer] en de verklaring van [slachtoffer] .

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft aangegeven, kort en zakelijk weergegeven, dat verdachte van meet af aan heeft ontkend deze feiten te hebben gepleegd en dat de door de officier van justitie aangehaalde bewijsmiddelen de mogelijkheid open laten dat [slachtoffer] zelf de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

- een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Regiopolitie Twente met registratienummer [nummer 2] , opgemaakt en gesloten op 19 augustus 2014, inhoudende op pagina 35 de aangifte van [aangeefster1] namens Beschermingsbewind Oost Nederland, kort en zakelijk weergegeven:

Aangeefster [naam] verklaart dat een tweetal brieven zijn opgemaakt op naam van [slachtoffer] , geboren [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , waarbij het bedrijfslogo en de naam en handtekening van een medewerkster van Beschermingsbewind Oost Nederland zijn gebruikt. Strekking van de brieven is dat [slachtoffer] met ingang van 3 mei 2013 onder bewind zou staan van Beschermingsbewind Oost Nederland en dat alle beslagleggingen op zijn loon dienen te vervallen. Aangeefster [naam] verklaart dat een brief is ondertekend door medewerkster [medewerker] , echter [medewerker] heeft de betreffende brief nooit opgemaakt, gezien dan wel ondertekend. De tweede brief is ondertekend door mevrouw [naam] , directeur/juridisch van Beschermingsbewind Oost Nederland.

Aangeefster [naam] verklaart dat er...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT