Uitspraak Nº 19.005626-03. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:3971
Date24 Septiembre 2019
Docket Number19.005626-03
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

Parketnummer: 19.005626-03

Beslissing van de meervoudige raadkamer d.d. 24 september 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats],

wonende te [straatnaam], [woonplaats],

hierna te noemen: veroordeelde.

1 Gang van zaken
1.1.

Veroordeelde werd bij vonnis van de politierechter van de rechtbank te Assen van

6 april 2004 een ontnemingsmaatregel opgelegd en is daarmee veroordeeld tot het betalen van € 12.866,00 aan de Staat. Op 7 november 2005 heeft het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) deze ontnemingsmaatregel ter executie overgedragen gekregen.

Tot op heden is volledige betaling van het verschuldigde uitgebleven.

1.2.

Bij op 7 november 2018 bij deze rechtbank ingekomen vordering heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank verlof verleent tot de tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van 90 dagen.

1.3.

Op 22 januari 2019 is de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord. Veroordeelde is niet ter zitting verschenen. Vervolgens heeft de rechtbank de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een nader schriftelijk standpunt te formuleren met betrekking tot de vordering lijfsdwang.

1.4.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder de nadere toelichting van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de vordering lijfsdwang en de brief van

[naam], hoofd frontoffice CJIB, d.d. 26 augustus 2019.

1.5.

Op 10 september 2019 is de behandeling van de zaak hervat, is veroordeelde alsnog verschenen en heeft de rechtbank veroordeelde en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.

2 Motivering
2.1.

De officier van justitie heeft de vordering ingediend bij de raadkamer van het gerecht

waarbij de zaak in laatste feitelijke aanleg is behandeld. De officier van justitie kan daarom worden ontvangen in zijn vordering.

2.2.

De officier van justitie heeft ter zitting de ingediende vordering gewijzigd. Deze

houdt thans het volgende in.

Veroordeelde heeft lange tijd nergens op gereageerd. Ook heeft hij enige tijd in het buitenland verbleven. De officier van justitie heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de mogelijkheid tot executie van de ontnemingsvordering nog...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT