Uitspraak Nº 19/01242. Hoge Raad, 2020-02-28
ECLI | ECLI:NL:HR:2020:254 |
Date | 28 Febrero 2020 |
Docket Number | 19/01242 |
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/01242
Datum 28 februari 2020
ARREST
in de zaak van
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
tegen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden van 29 januari 2019, nrs. 18/00370 t/m 18/00377, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. LEE 17/2758 tot en met 17/2765) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2010 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente en de bij de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2011 en 2012 gegeven boetebeschikkingen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
De Staatssecretaris heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft ook incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend. Hij heeft schriftelijk zijn zienswijze over het incidentele beroep naar voren gebracht.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 21 november 2019 geconcludeerd tot gegrondverklaring van beide beroepen in cassatie (ECLI:NL:PHR:2019:1208).
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende heeft in de jaren 2010 tot en met 2013 inkomsten ontvangen uit persoonsgebonden budgetten (hierna: PGB’s) die zijn verstrekt aan zijn drie minderjarige kinderen. Hij heeft die inkomsten niet in zijn aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor die jaren vermeld. De aangiften zijn ingevuld door zijn toenmalige adviseur.
De aangifte IB/PVV voor het jaar 2010 is ingediend op 11 april 2011. De toenmalige adviseur heeft op 23 april 2011 verzocht om uitstel voor indiening van de aangiften IB/PVV voor het jaar 2010 voor 9 belastingplichtigen, onder wie belanghebbende, met toepassing van de zogenoemde Beconregeling. De Inspecteur heeft conform het verzoek uitstel verleend tot 1 mei 2012.
De aanslagen IB/PVV voor de jaren 2010 tot en met 2012 zijn vastgesteld conform de aangiften. Daarna zijn aan belanghebbende navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd waarbij de inkomsten uit PGB alsnog zijn belast. De navorderingsaanslag over het jaar 2010 is gedagtekend 26 november 2016. Bij de navorderingsaanslagen zijn met toepassing van artikel 67e AWR vergrijpboeten opgelegd.
Voor het Hof was in geschil (1) of de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT-
Uitspraak Nº 21/00572 t/m 21/00580. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-07-12
...van fouten ook zelf in de inhoudelijke aspecten van op hem toepasselijke belastingregelingen verdiept (vgl. HR 28 februari 2020, nr. 19/01242, ECLI:NL:HR:2020:254). Verder geldt dat artikel 67g, lid 2 AWR, in samenhang gelezen met artikel 5:9, aanhef en letter a Awb, met zich brengt dat de ......
-
Uitspraak Nº 20/00394, 20/00396, 20/00398 en 20/00400. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2021-01-12
...belastingregelingen verdiept (vergelijk Hoge Raad 13 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2586 en Hoge Raad 28 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:254). Voorwaardelijk opzet of grove schuld moet aan belanghebbende zelf zijn toe te rekenen (vergelijk Hoge Raad 1 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7741)......
-
Uitspraak Nº BK-20/00373. Gerechtshof Den Haag, 2021-01-06
...middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 19/01242 (ECLI:NL:HR:2020:254) waarvan een geanonimiseerde kopie aan dit arrest is 2.3.3 Verwijzing moet volgen voor beoordeling van de juistheid van de navorderingsa......
-
Uitspraak Nº AWB - 20 _ 4999. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-11-04
...Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht. 1 Vgl. HR 28 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:254 en HR 13 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2586. ...
-
Uitspraak Nº 21/00572 t/m 21/00580. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-07-12
...van fouten ook zelf in de inhoudelijke aspecten van op hem toepasselijke belastingregelingen verdiept (vgl. HR 28 februari 2020, nr. 19/01242, ECLI:NL:HR:2020:254). Verder geldt dat artikel 67g, lid 2 AWR, in samenhang gelezen met artikel 5:9, aanhef en letter a Awb, met zich brengt dat de ......
-
Uitspraak Nº 20/00394, 20/00396, 20/00398 en 20/00400. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2021-01-12
...belastingregelingen verdiept (vergelijk Hoge Raad 13 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2586 en Hoge Raad 28 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:254). Voorwaardelijk opzet of grove schuld moet aan belanghebbende zelf zijn toe te rekenen (vergelijk Hoge Raad 1 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7741)......
-
Uitspraak Nº BK-20/00373. Gerechtshof Den Haag, 2021-01-06
...middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 19/01242 (ECLI:NL:HR:2020:254) waarvan een geanonimiseerde kopie aan dit arrest is 2.3.3 Verwijzing moet volgen voor beoordeling van de juistheid van de navorderingsa......
-
Uitspraak Nº 21/3996 t/m 21/3998. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-01-31
...12 Blz. 5 van het proces-verbaal van de zitting. 13 Hoge Raad 13 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2586 en Hoge Raad 28 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:254. 14 Hoge Raad 5 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:4. 15 Artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. ...