Uitspraak Nº 19/01299. Hoge Raad, 2019-09-27
ECLI | ECLI:NL:HR:2019:1429 |
Date | 27 Septiembre 2019 |
Docket Number | 19/01299 |
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/01299
Datum 27 september 2019
ARREST
In de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LISSE
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 30 januari 2019, nr. BK-18/00689, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2017 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] .
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het beroep in cassatie heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep in cassatie of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT