Uitspraak Nº 19/03387. Hoge Raad, 2020-04-24
ECLI | ECLI:NL:HR:2020:786 |
Docket Number | 19/03387 |
Date | 24 Abril 2020 |
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/03387
Datum 24 april 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 12 juni 2019, nrs. BK 18/00785 en 18/00786, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 17/7981 en SGR 17/7982) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2013 en 2014 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur‑generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT