Uitspraak Nº 19/05286. Hoge Raad, 2020-07-17
ECLI | ECLI:NL:HR:2020:1291 |
Date | 17 Julio 2020 |
Docket Number | 19/05286 |
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/05286
Datum 17 juli 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Rechtbank Den Haag van 8 oktober 2019, nrs. SGR 19/2867 V en SGR 19/2868 V, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank van 24 juli 2019.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT