Uitspraak Nº 19/1125. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2020-07-28

ECLIECLI:NL:CBB:2020:487
Date28 Julio 2020
Docket Number19/1125
CourtCollege van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 19/1125

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juli 2020 in de zaak tussen ’t Achterhof Detailhandel B.V., te Enschede, appellante

(gemachtigde: mr. drs. H.A. Samuels Brusse-van der Linden),

en

het college van burgemeester en wethouders van Enschede, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Schut).

Procesverloop

Bij besluit van 28 augustus 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder een dwangsom van

€ 48.000,- ingevorderd omdat niet was voldaan aan de last onder dwangsom van 4 augustus 2017. Dit invorderingsbesluit is gericht aan ‘Intratuin t.a.v. de heer [naam 1] ’. De last onder dwangsom was opgelegd wegens overtreding van artikel 2 van de Winkeltijdenwet en artikel 4 tot en met 6 van de Verordening Winkeltijden Enschede 2013 (Winkeltijdenverordening).

Bij besluit van 14 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld bij de rechtbank Overijssel.

De rechtbank Overijssel heeft zich onbevoegd geacht om over het beroep te oordelen en het beroepschrift doorgezonden naar het College.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juni 2020. Namens appellante zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door mr. Samuels Brusse-van der Linden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en D. Gulec.

Overwegingen

1. Voor het College zijn de volgende feiten komen vast te staan.

1.1

Appellante voert een onderneming met de handelsnaam Intratuin Enschede. Haar activiteit is onder andere de detailhandel in tuininrichting. Bestuurders van appellante zijn ’t Achterhof Beheer B.V. en [naam 1] (hierna: [naam 1] ).

1.2

Bij brief van 2 juni 2017 aan ‘Intratuin Enschede t.a.v. de heer [naam 3] (bedrijfsleider)’ heeft verweerder meegedeeld dat bij controles op zondag 14 en 21 mei 2017 was geconstateerd dat de winkel geopend was, terwijl deze twee dagen niet als ‘koop- zon- of feestdag’ zijn aangewezen in de Nadere regels aanwijzing zon- en feestdagen op grond van artikel 8 van de Verordening Winkeltijden Enschede 2013. Daarmee werden de regels van de Winkeltijdenwet overtreden. Verweerder heeft gewaarschuwd dat een last onder dwangsom kon worden opgelegd.

1.3

Bij brief van 27 juni 2017, met dezelfde adressering, heeft verweerder laten weten voornemens te zijn een last onder dwangsom op te leggen wegens overtreding van de Winkeltijdenwet door opnieuw geopend te zijn op twee dagen die niet zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT