Uitspraak Nº 19/2051 AW. Centrale Raad van Beroep, 2020-02-28

ECLIECLI:NL:CRVB:2020:509
Docket Number19/2051 AW
Date28 Febrero 2020
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
19 2051 AW

Datum uitspraak: 28 februari 2020

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van

5 april 2019, 18/5610 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de korpschef van politie (korpschef)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld en heeft nadien aanvullende stukken ingezonden.

Namens de korpschef heeft mr. A.T. Bolt, advocaat, een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2020. Appellant is verschenen, bijgestaan door drs. L.A.M. Renfurm en drs. A.E. Dekker. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Bolt en mr. J.C.E. te Riele.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellant was vanaf 1976 werkzaam bij de politie. Op 2 februari 1985 is hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden als politieagent betrokken geweest bij een schietincident, waarbij een collega van appellant is omgekomen. Op 15 mei 1992 is appellant onderzocht door dr. J.B. Bakker, psychiater, die op 16 juni 1992 een rapport heeft uitgebracht (B1). Hierin is onder meer vermeld dat appellant in 1985 is geconfronteerd met psychotraumatische gebeurtenissen, die hij niet heeft kunnen verwerken. In aansluiting op de gebeurtenissen heeft zich bij appellant een klassieke posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkeld, die spoedig vergezeld ging van secundaire depressiviteit. Volgens Bakker is appellant in verband met de PTSS niet meer geschikt voor politiewerkzaamheden. Per 1 januari 1994 is het dienstverband van appellant beëindigd.

1.2.

Bij brief van 23 november 2016 heeft appellant de korpschef verzocht om de PTSS te erkennen als beroepsziekte en heeft hij de korpschef aansprakelijk gesteld voor de materiële en immateriële schade die hij heeft geleden als gevolg van het schietincident.

1.3.

Bij besluit van 14 maart 2017 heeft de korpschef erkend dat de bij appellant bestaande PTSS als een beroepsziekte moet worden aangemerkt.

1.4.

Bij besluit van 2 november 2017 heeft de korpschef appellant meegedeeld dat de vordering vanwege de aansprakelijkstelling voor restschade is verjaard. Het bezwaar daartegen heeft de korpschef bij besluit van 19 september 2018 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Daaraan is primair ten grondslag gelegd dat de absolute verjaringstermijn van twintig jaar op grond van artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT