Uitspraak Nº 19/9430. Rechtbank Den Haag, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:3881
Docket Number19/9430
Date28 Abril 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 19/9430 en 19/9431

uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 28 april 2020 in de zaak tussen

[eiseres/verzoekster] , V-nummer [V-nummer] , eiseres/verzoekster

(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.P.A. Laarhoven).

Procesverloop

Bij besluit van 24 september 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres/verzoekster (hierna te noemen: eiseres) om toepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet 2000 (Vw) afgewezen.

Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 4 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich ook laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van betaling van het griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding om dit verzoek toe te wijzen.

Inleiding

2. Eiseres heeft de Marokkaanse nationaliteit. Zij heeft verschillende psychische problemen. Er is bij haar sprake van schizofrenie en een paranoïde psychose. Ook heeft zij last van suïcidale gedachten. Eiseres heeft eerder een asielaanvraag ingediend, die is afgewezen. Nu heeft zij een aanvraag tot toepassing van artikel 64 van de Vw ingediend, omdat zij meent dat terugkeer naar Marokko zal leiden tot een medische noodsituatie op korte termijn.

Bestreden besluit

3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. Verweerder leidt uit het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) van 17 juni 2019 af dat het achterwege blijven van een behandeling voor de psychische problematiek van eiseres zal leiden tot een medische noodsituatie om korte termijn, maar uit het advies blijkt volgens verweerder ook dat in Marokko een behandeling aanwezig is die deze medische noodsituatie op korte termijn kan voorkomen. Verweerder concludeert dat eiseres haar stelling dat de zorg voor haar niet toegankelijk is onvoldoende heeft onderbouwd, waardoor ervan uit mag worden gegaan dat de zorg wel toegankelijk is. Daarnaast volgt uit het BMA-advies volgens verweerder dat eiseres in staat is om te reizen, als zij tijdens de reis begeleiding door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige krijgt, en een schriftelijke overdracht van haar medische gegeven meeneemt.

Tussen partijen in geschil

4. De rechtbank stelt voorop dat niet in geschil is dat uit het advies van het BMA blijkt dat de psychische problematiek van eiseres op korte termijn tot een medische noodsituatie zal leiden indien zij hiervoor in Marokko niet behandeld wordt. Uit het advies volgt dat de klachten van eiseres zonder behandeling snel zullen toenemen en dat er dan weer een psychotisch toestandsbeeld ontstaat. Het geschil ziet dan ook op de vragen of de benodigde behandeling in Marokko aanwezig is, voor eiseres toegankelijk is en of eiseres in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT