Uitspraak Nº 19_2982. Rechtbank Noord-Holland, 2019-09-16

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:7791
Docket Number19_2982
Date16 Septiembre 2019
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 19/2982

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 september 2019 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Vereniging tot Behoud van Anna’s Hoeve e.o., te Hilversum, verzoekster,

en

het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder

(gemachtigde: mr. R.D. Reinders).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de provincie Noord-Holland, te Haarlem

(gemachtigde: mr. R.D. Reinders).

Procesverloop

Bij besluit van 24 april 2019 (het bestreden besluit] heeft verweerder aan derde-partij voor de periode van 1 november 2018 tot en met 1 maart 2024 ontheffing verleend van de verboden in de Wet natuurbescherming (Wnb) om:

- de gewone dwergvleermuis, de rosse vleermuis en de ruige dwergvleermuis opzettelijk te verstoren zoals bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb;

- de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis, de rosse vleermuis en de ruige dwergvleermuis te beschadigen of te vernielen zoals bedoeld in artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb;

- de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de boommarter, das, hermelijn, wezel en de ringslang opzettelijk te beschadigen of te vernielen zoals bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wnb.

Verzoekster heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2019. Namens verzoekster zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door P.M. Nijmeijer, bijgestaan door voornoemde gemachtigde. Derde-partij is vertegenwoordigd door haar gemachtigde.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. De aanvraag heeft betrekking op de uitvoering van het project “Hoogwaardig Openbaar Vervoer in ’t Gooi” (hierna: het project). De werkzaamheden bestaan op hoofdlijnen uit de realisatie van een busbaan en de Natuurbrug Anna’s Hoeve, het verleggen van bestaande infrastructuur en de aanleg van de op- en afrit van de A27. Het project vangt aan met het verwijderen van bomen en bosschages binnen het projectgebied en het bouwrijp maken van de grond. Vervolgens zal worden gestart met de aanleg van de busbaan, de natuurbrug en de andere onderdelen van het project.

3. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter gevraagd het bestreden besluit te schorsen totdat op haar bezwaarschrift is beslist, met name omdat op korte termijn wordt aangevangen met de kap van een groot aantal bomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoekster bij de gevraagde voorziening een spoedeisend belang, nu derde-partij niet bereid is de werkzaamheden uit te stellen totdat op het bezwaar is beslist en aldus omstreeks 16 september 2019 een aanvang zal worden gemaakt met de werkzaamheden waarmee het project wordt aangevangen, te weten het kappen van bosschages en bomen en het bouwrijp maken van de grond.

4. De wetsartikelen die relevant zijn in deze zaak, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

5. De voorzieningenrechter overweegt dat de omvang van het geding wordt bepaald door de op grond van de aanvraag verleende Wnb-ontheffing en de gronden die daartegen door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT