Uitspraak Nº 20-000389-15. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2016-10-27

ECLIECLI:NL:GHSHE:2016:4809
Date27 Octubre 2016
Docket Number20-000389-15
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Parketnummer : 20-000389-15

Uitspraak : 27 oktober 2016

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Limburg van 2 februari 2015 in de strafzaak met parketnummer 04-800211-12 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

thans verblijvende in Huis van Bewaring te Roermond.

Hoger beroep

De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende:

  • -

    de verdachte ter zake van moord zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;

  • -

    de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] zal toewijzen tot een bedrag van

€ 415,04, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.

De verdediging heeft:

  • -

    bepleit dat de verdachte van de primair ten laste gelegde bestanddelen ‘met voorbedachten rade’ en ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’ dient te worden vrijgesproken;

  • -

    zich gerefereerd aan bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde doodslag;

  • -

    met betrekking tot de op te leggen straf bepleit dat zal worden volstaan met oplegging van een gevangenisstraf van 8 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;

  • -

    zich met betrekking tot de beslissing op de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

primair

hij op of omstreeks 06 november 2012 in de gemeente Weert tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen (een) kogel(s) geschoten in het lichaam van die [slachtoffer] , ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

subsidiair


hij op of omstreeks 06 november 2012 in de gemeente Weert tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet met een vuurwapen (een) kogel(s) geschoten in het lichaam van die [slachtoffer] , ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Partiële vrijspraak

Uit de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de betrokkenheid van [medeverdachte] bij het ten laste gelegde gebeuren zodanig is geweest dat van een nauwe en bewuste samenwerking met de verdachte met betrekking tot de uitvoering van het ten laste gelegde feit kan worden gesproken. Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof dan ook van oordeel dat de verdachte van het ten laste gelegde bestanddeel ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’ moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op 6 november 2012 in de gemeente Weert opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen kogels geschoten in het lichaam van die [slachtoffer] , ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Bewijs 1

A.

Op 6 november 2012 te 01:28 uur reden de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant 2] de parkeerplaats op van het winkelcentrum gelegen aan de Willem de Zwijgerstraat te Weert. Zij zagen een persoon op de grond op zijn linkerzij liggen. Het betrof een man. De man miste een gedeelte van zijn rechteroor. Zijn oor was bebloed en er kwam bloed uit zijn mond. Verbalisant [verbalisant] herkende de man, nadat deze op zijn rug was gedraaid, als de hem ambtshalve bekende [voornaam slachtoffer] [tweede voornaam slachtoffer] [slachtoffer] van Somalische afkomst.

Even later zagen de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant 2] een snee in de nek van de man.

Op 6 november 2012 te 01:42 uur deelde een ambulanceverpleegkundige de verbalisanten mede dat de man was overleden.2

B.

In het kader van het ingestelde onderzoek naar aanleiding van deze gewelddadige dood is door verbalisant [verbalisant 6] op 6 november 2012 omstreeks 03:20 uur het stoffelijk overschot in beslag genomen. Dit stoffelijk overschot werd op 8 november 2012 getoond aan [betrokkene] die verklaarde dat hij het stoffelijk overschot herkende als [slachtoffer] , [voornaam slachtoffer] [tweede voornaam slachtoffer] .

De overledene bleek te zijn: [slachtoffer] , [voornaam slachtoffer] [tweede voornaam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] , Somalische nationaliteit.3

C.

[naam patholoog] , arts en patholoog, heeft een pathologisch onderzoek ingesteld naar aanleiding van de dood van [slachtoffer] . Bij de sectie op het lichaam van [slachtoffer] is het volgende gebleken:

  1. Drie schotletsels met bloeduitstortingen rond de schotkanalen:
    Letsel A: rechts op de borst (inschot), door de ruimte tussen rib 5 en 6 aan de voorzijde, beschadiging van deze ribben, door het middenrif, door de rechterleverkwab, door de rechternier, door de ruimte tussen rib 11 en 12 rechts aan de rugzijde naar kogel 3 in de weke delen van de rug. Het schotkanaal verloopt naar links, voetwaarts en rugwaarts.
    Letsel G: links op de rug (inschot), door de ruimte tussen rib 5 en 6 links aan rugzijde, beschadiging van deze ribben, door de bovenkwab van de linkerlong, door de ruimte tussen rib 3 en 4 aan de voorzijde, beschadiging van deze ribben naar kogel 1. Het schotkanaal verloopt buikwaarts, iets naar rechts en vrijwel horizontaal.
    Letsel H: links op de rug (inschot), door het linkerschouderblad en spieren van de rug naar kogel 2. Het schotkanaal verloopt naar rechts, voetwaarts in de weke delen van de rug met alhier uitgebreide bloeduitstorting in de rugspieren.

  2. In de borstholte links 900 ml en rechts 100 ml bloed en stolsels.

  3. In de bovenbuik rechts (rond het schotletsel in de lever) een geringe hoeveelheid bloed.

  4. Talrijke vrij scherprandige en streepvormige/gebogen, verschillend diep reikende huidbeschadigingen, met opvallend weinig kneuzingen van de wondranden, op het hoofd en in het gelaat, rechts talrijker dan links, met onder meer verbrijzeling van de oorschelp rechts en deels met een specifiek patroon; bloeduitstortingen rond deze letsels en in de rechterslaapspier.

  5. Geringe bloeduitstorting onder het harde hersenvlies in de middelste schedelgroeve rechts en een kleine bloeduitstorting onder de zachte hersenvliezen links zijwaarts op de grote hersenen.

  6. Scherprandige, streepvormige klieving van de huid en onderhuidse weefsels en halsspieren rechts in de hals reikend tot achter het strottenhoofd, en van de huid en onderhuids weefsel links in de hals (snij- en mogelijk steekletsels), met beperkte omgevende bloeduitstortingen, geen letsels aan de grote(re) halsvaten.

  7. Weinig lijkvlekken en iets bleke slijmvliezen en inwendige organen, weinig bloed in de bloedsomloop.

Interpretatie van resultaten

Bij de sectie waren er tekenen van inwerking van drie verschillende soorten geweld.

De letsels sub 1 waren het gevolg van inwerking van uitwendig mechanisch perforerend geweld – schotletsels. Zij waren bij leven ontstaan en hebben geleid tot zeer ernstig inwendig bloedverlies (2, 3) en verbloeding. Zij kunnen op zich het overlijden zondermeer verklaren door verbloeding.

De bevindingen sub 7 passen bij verbloeding. Gelet op het gegeven dat er in de buikholte slechts een beperkte hoeveelheid bloed werd aangetroffen is het goed mogelijk dat het schotletsel A zeer kort voor het overlijden, mogelijk als laatste, was toegebracht.

De letsels sub 4 waren het gevolg van herhaalde inwerking van heftig uitwendig mechanisch kantig (haast scherprandig) botsend geweld. Het geweld is bij leven toegepast en heeft beperkt bijgedragen aan het bloedverlies en dus aan het overlijden. Het geweld op het hoofd heeft geleid tot (voor zover middels sectie beoordeelbaar) geringe letsels aan de hersenen (5).

De letsels sub 6 waren het gevolg van inwerking van uitwendig mechanisch klievend geweld – snijletsels, mogelijk met een steekcomponent, gelet op de uitbreiding van de letsels achter het strottenhoofd. De letsels waren bij leven ontstaan. Gezien het gegeven dat er geen grotere bloedvaten in de hals waren geraakt is het goed mogelijk dat dit letsel slechts geleid heeft tot beperkt bloedverlies en zodoende eveneens slechts gering heeft bijgedragen aan het overlijden.

Conclusie

Het overlijden van [voornaam slachtoffer] [tweede voornaam slachtoffer] [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] , wordt verklaard door het falen van orgaanfuncties ten gevolge van verbloeding opgetreden in het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT