Uitspraak Nº 20-001735-21. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-10-25
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2022:3683 |
Docket Number | 20-001735-21 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 20-001735-21
Uitspraak : 25 oktober 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 13 juli 2021 met parketnummer 96-015499-21, alsmede de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf met parketnummer 01-860157-19, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum in het jaar] 2000,
wonende te [woonadres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het onder feit 2 aan hem tenlastegelegde. De politierechter heeft het onder feit 1 primair tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als ‘overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994’, de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis. Voorts is aan de verdachte de bevoegdheid ontzegd motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden met aftrek overeenkomstig het bepaalde in artikel 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Tevens is door de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden. Ten slotte is de onttrekking aan het verkeer bevolen van een inbeslaggenomen lachgascilinder.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Uit het onderzoek ter terechtzitting is naar voren gekomen dat er onder de verdachte een lachgascilinder van 3,7 kilogram in beslag is genomen. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep daarvan uitdrukkelijk afstand gedaan. Gelet daarop zal het hof geen beslissing meer nemen over het beslag, zoals staat vermeld op de beslaglijst van 7 mei 2021.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 primair tenlastegelegde. Met betrekking tot het onder feit 1 subsidiair tenlastegelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het gerechtshof. Daarnaast is een straftoemetingsverweer gevoerd. In de visie van de verdediging dient de ontzegging van de rijbevoegdheid niet langer te duren dan de tijd dat het rijbewijs van de verdachte ingevorderd is geweest, zodat de raadsman heeft verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen, met bepaling dat aftrek overeenkomstig het bepaalde in artikel 179 van de Wegenverkeerswet 1994 zal worden verleend en voor feit 1 te volstaan met een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Subsidiair is verzocht de vordering af te wijzen.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de politierechter van het onder feit 2 tenlastegelegde. Gelet op het bepaalde in artikel 404 van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het vonnis waarvan beroep dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Vonnis waarvan beroep
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd, reeds omdat in hoger beroep de tenlastelegging en daarmee de grondslag van het onderzoek is gewijzigd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep en voor zover thans nog aan de orde, tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 januari 2021 te Eindhoven en/of Waalre, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op weg, de Locatellistraat en/of de Professor Holstlaan en/of Burgemeester Mollaan en/of Juliana de Lannoylaan, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door:
- (voortdurend) te rijden met een snelheid liggende tussen 130 en 140 kilometer per uur, althans met een snelheid van ongeveer 130 kilometer per uur, althans met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een, gelet op de omstandigheden en/of de verkeerssituatie ter plaatse, te hoge snelheid;
- (vervolgens) zeer dicht achter een voorligger te rijden, althans onvoldoende afstand te houden tot een voorliggend voertuig;
- (vervolgens) niet en/of niet tijdig een voor de voetgangersoversteekplaats gestopte en of (af)remmende auto op te merken en/of zijn snelheid niet zodanig aan te passen dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, waarbij voornoemd gestopt en/of (af)remmend voertuig achterop geraakt werd door zijn, verdachtes, voertuig en waarbij twee voetgangers een stap opzij en/of achteruit dienden te zetten teneinde niet geraakt te worden,
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2021 te Eindhoven en/of Waalre, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op weg, de Locatellistraat en/of de Professor Holstlaan en/of Burgemeester Mollaan en/of Juliana de Lannoylaan,
- (voortdurend) heeft gereden met een snelheid liggende tussen 130 en 140 kilometer per uur, althans met een snelheid van ongeveer 130 kilometer per uur, althans met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een, gelet op de omstandigheden en/of de verkeerssituatie ter plaatse, te hoge snelheid;
- (vervolgens) zeer dicht achter een voorligger heeft gereden, althans onvoldoende afstand heeft gehouden tot een voorliggend voertuig;
- (vervolgens) niet en/of niet tijdig een voor een voetgangersoversteekplaats gestopte en/of (af)remmende auto heeft opgemerkt en/of zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, waarbij voorgenoemd gestopt en/of (af)remmend voertuig achterop geraakt werd door zijn, verdachtes, voertuig en waarbij twee voetgangers een stap opzij en/of achteruit dienden te zetten teneinde niet geraakt te worden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 15 januari 2021 te Eindhoven en/of Waalre, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op weg, de Professor Holstlaan en Burgemeester Mollaan en Juliana de Lannoylaan, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door:
- voortdurend te rijden met een snelheid liggende tussen 130 en 140 kilometer per uur, althans met een snelheid van ongeveer 130 kilometer per uur, althans met een aanmerkelijk hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een, gelet op de omstandigheden en de verkeerssituatie ter plaatse, te hoge snelheid;
- onvoldoende afstand te houden tot een voorliggend voertuig;
- zijn snelheid niet zodanig aan te passen dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien, waarbij een voor een voetgangersoversteekplaats gestopt voertuig achterop geraakt werd door zijn, verdachtes, voertuig en waarbij twee voetgangers een stap opzij en/of achteruit dienden te zetten teneinde niet geraakt te worden,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Oost-Brabant, district Eindhoven, basisteam Eindhoven-Zuid, op ambtsbelofte opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, registratienummer PL2100-2021011328, gesloten d.d. 17 februari 2021, inhoudende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde dossierpagina’s 1-46.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 januari 2021, dossierpagina’s 3-4, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 15 januari 2021, omstreeks 20.45 uur, waren...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT