Uitspraak Nº 20-002149-12. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2015-12-10

ECLIECLI:NL:GHSHE:2015:5171
Docket Number20-002149-12
Date10 Diciembre 2015
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-002149-12

Uitspraak : 10 december 2015

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 4 juni 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 02-800144-11 en 02-666651-11, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,

wonende te [adres] .

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken ter zake van het in de zaak met parketnummer 02-800144-11 onder 1, 2 en 3 en het in de zaak met parketnummer 02-666651-11 ten laste gelegde en ter zake van het meermalen plegen van witwassen (parketnummer 02-800144-11 onder 4) veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en 240 uren werkstraf, met aftrek van voorarrest, subsidiair 120 dagen hechtenis.

De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de eerste rechter van de in de zaak met parketnummer 02-800144-11 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 02-666651-11 ten laste gelegde feiten. Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.

Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechter in eerste aanleg zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan verdachte in de zaak met parketnummer 02-800144-11 onder 4 is ten laste gelegd en verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.

Door de verdediging is primair vrijspraak en subsidiair ontslag van alle rechtsvervolging bepleit en is meer subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.

Tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover in hoger beroep aan de orde - ten laste gelegd dat:

parketnummer 02-800144-11 feit 4
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 juli 2006 tot en met 6 februari 2011 te Waalwijk en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten

- een woning aan de [adres woning 1] en/of

- een stuk grond/bouwterrein en/of een woning aan de [adres woning 2] en/of

- een of meer (contante) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (ongeveer) 98.040 euro

heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die (bovengenoemde) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die (bovengenoemde) voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak ( [woning 1] en contante geldbedragen)

Ten aanzien van [woning 1] heeft het hof niet kunnen vaststellen dat verdachte het gronddelict (oplichting) heeft gepleegd, zodat zij van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken voor zover de tenlastelegging op deze woning ziet. De oplichting zou er in hebben bestaan dat verdachte bij het aanvragen van de hypothecaire geldlening (nodig voor de aankoop van voornoemde woning) gebruik heeft gemaakt van een valse werkgeversverklaring. Bedoelde werkgever [betrokkene 1] heeft, als getuige ter terechtzitting in hoger beroep gehoord, verklaard dat die werkgeversverklaring overeenkomstig de waarheid is opgemaakt, dat verdachte op dat moment bij hem in dienst was, dat zij feitelijk vanaf begin februari 2007 voor hem heeft gewerkt en dat de intentie was dat zij bij hem in dienst zou blijven. Het hof heeft geen reden om aan de inhoud van die verklaring te twijfelen. Hoewel verdachte kort nadien uit dienst is getreden, kan derhalve niet worden vastgesteld dat de werkgeversverklaring die door verdachte bij de aanvraag van de hypothecaire geldlening in februari 2007 is gebruikt, vals was.

Ten aanzien van de contante geldbedragen kan het hof evenmin vaststellen dat deze van misdrijf afkomstig zijn, zodat verdachte ook in zoverre van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT