Uitspraak Nº 20-002171-15. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2017-03-23

ECLIECLI:NL:GHSHE:2017:1229
Docket Number20-002171-15
Date23 Marzo 2017
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-002171-15

Uitspraak : 23 maart 2017

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 26 juni 2015 in de strafzaak met parketnummer 01-860130-15 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,

thans verblijvende in Huis van Bewaring Roermond te Roermond.

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van -kort gezegd- diefstal met geweld en bedreiging met geweld terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Tevens is in dat vonnis beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen.

De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen, met aanvulling van de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen met de verklaring die de medeverdachte [medeverdachte] op 16 februari 2017 bij de politie en ter terechtzitting in hoger beroep als getuige heeft afgelegd.

De verdediging heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 16 april 2013 te Helmond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een pand aan de [plaats delict] ) een of meer hoeveelheid/hoeveelheden (soft)drugs, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of diens mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) (zakelijk weergegeven) uit:

- het ten overstaan van (een of meer van) genoemde perso(o)n(en) trekken van een pistool, althans een vuurwapen, en/of dat pistool, althans vuurwapen, richten en/of gericht houden op genoemde [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of

- het drukken en/of gedrukt houden van (de loop van) een pistool, althans een vuurwapen, tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of het daarbij, althans vervolgens, roepen van de woorden: "Geld, geld" en/of "wiet, wiet" en/of "stil blijven staan, niet bewegen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of

- het slaan en/of ten val brengen van die [slachtoffer 2] en/of het met een pistool, althans een vuurwapen, schieten op het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of

- het met een pistool, althans een vuurwapen, schieten in de richting van genoemde [slachtoffer 4] , en/of

- het slaan en/of schoppen van die [slachtoffer 1] , zulks terwijl het plegen van voormeld feit zwaar lichamelijk letsel voor genoemde [slachtoffer 2] , te weten (een) schotverwonding(en) en/of darmletsel en/of een breuk van de 4e lendenwervel, ten gevolge heeft gehad.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op 16 april 2013 te Helmond, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een pand aan de [plaats delict] een hoeveelheid softdrugs, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of

[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of diens mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) (zakelijk weergegeven) uit:

- het ten overstaan van genoemde personen trekken van een pistool en dat pistool richten en/of gericht houden op genoemde [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] en

- het roepen van de woorden: "Geld, geld" en "wiet, wiet" en "stil blijven staan, niet bewegen" en

- het slaan en ten val brengen van die [slachtoffer 2] en het met een pistool schieten op het lichaam van die [slachtoffer 2] en

- het met een pistool schieten in de richting van genoemde [slachtoffer 4] en

- het slaan van die [slachtoffer 1] ,

zulks terwijl het plegen van voormeld feit zwaar lichamelijk letsel voor genoemde [slachtoffer 2] , te weten een schotverwonding en darmletsel en een breuk van de 4e lendenwervel, ten gevolge heeft gehad.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Door het hof gebruikte bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het arrest gehecht.

Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs

Namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat hij moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Daartoe is aangevoerd dat niet buiten redelijke twijfel verheven is dat hij genoemd feit heeft (mede) gepleegd. De verdachte ontkent dat hij iets met het ten laste gelegde feit te maken heeft gehad. Hij weet wel wie de ripdeal hebben gepleegd, maar wil om veiligheidsredenen geen namen noemen.

De verdediging stelt zich op het standpunt dat de door de rechtbank gehanteerde bewijsmiddelen niet kunnen leiden tot een bewezenverklaring. Het gaat louter om “circumstantial evidence”.

Zo betreft de pet -zo deze al is gevonden op de plaats delict- een verplaatsbaar object, terwijl grote behoedzaamheid moet worden betracht ten aanzien van de resultaten van het aan de pet verrichte DNA-onderzoek nu het gaat om een mengprofiel van drie personen. Wat betreft de auto van de zus van verdachte, een grijze Peugeot 106 met kenteken [kenteken] , die gebruikt zou zijn bij het plegen van de ripdeal, wijst de verdediging op het volgende. Verdachte heeft deze auto, die hij ook zelf wel eens gebruikt, buiten medeweten van zijn zus uitgeleend aan de daders. Achteraf heeft hij gehoord dat de daders van deze auto gebruik hebben gemaakt bij het plegen van de ripdeal. Verdachte sluit niet uit dat hij een pet in de auto van zijn zus heeft achtergelaten waarna deze pet is gedragen door een van de daders van de ripdeal. Ook is voorzichtigheid geboden waar het gaat om het koppelen van zendmastgegevens aan de op basis van ARS verkregen gegevens betreffende de door de personenauto afgelegde route, omdat het kenteken na 16 april 2013 nog drie maal is geregistreerd door een camera van het systeem, terwijl blijkens andere informatie de auto op 29 april 2013 al bijna twee weken in Kessel geparkeerd zou hebben gestaan.

Voorts heeft verdachte verklaard dat hij in maart 2013 een mobiele telefoon inclusief simkaart heeft verkocht aan een jongen uit de buurt. Verdachte vermoedt dat het om de GSM met het nummer dat eindigt op *7300 gaat. Verdachte wil de naam van deze jongen niet noemen, nu hij weet dat die betrokken is geweest bij de ripdeal. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker was van het GSM toestel eindigend op *7300 op het moment dat het ten laste gelegde feit werd begaan.

Bovendien bevat het dossier ontlastende onderdelen. Er is geen concreet en direct bewijs dat verdachte op 15 en 16 april 2013 aanwezig is geweest in de woning aan de [plaats delict] te Helmond. Ter plaatse zijn van hem geen DNA-sporen aangetroffen en hij is door de getuigen niet herkend tijdens de diverse fotoconfrontaties.

Tot slot is betoogd dat de rechtbank ten onrechte aan de verdachte heeft tegengeworpen dat hij zich in eerste aanleg heeft beroepen op zijn zwijgrecht. Bovendien heeft de verdachte in hoger beroep uitleg heeft gegeven voor de op het eerste oog voor hem belastende feiten in het dossier, aldus de raadsman.

Het hof overweegt als volgt.

Uit de door het hof gebuikte bewijsmiddelen blijkt van de navolgende feiten en omstandigheden.

[getuige] , die woont aan de [plaats delict] te Helmond, heeft [slachtoffer 2] gebeld met de vraag of hij een kilo wiet zou kunnen leveren, want [getuige] had daar een klant voor. Hierop heeft [slachtoffer 2] contact opgenomen met [slachtoffer 4] , die een kilo wiet kon leveren. Op maandag (het hof begrijpt 15 april 2013) is [slachtoffer 2] naar [getuige] gegaan met een gram wiet, zodat de klanten die de wiet wilden kopen deze konden testen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT